Met het Programma Energieparticipatie (PEP) 2020 - 2030 willen de Groninger Energiekoepel, Grunneger Power en de Natuur- en Milieufederatie voor meer participatie zorgen van Groningers in de energietransitie, meer en innovatiever verduurzamen en te komen tot een bestendige en professionele lokale energiesector. De Hanzehogeschool Groningen is gevraagd om dit programma progressiegericht (met als doel het programma te versterken) te monitoren. De eerste tussentijdse evaluatie wordt in dit rapport beschreven.
DOCUMENT
Met het Programma Energieparticipatie (PEP) streven de Groninger Energiekoepel, Grunneger Power en de Natuur- en Milieufederatie Groningen ernaar om een lokale energietransitie te creëren waarbij de bewoners van de provincie Groningen eigenaar zijn van en regie hebben over de energievoorziening. In het bewonersonderzoek (2024-2025), uitgevoerd door de Hanze Groningen, is onderzocht of bewoners betrokken zijn bij een LEI, of ze op de hoogte zijn van het bestaan van een LEI, en waarom bewoners wel of niet betrokken willen worden bij een LEI. In dit rapport worden de resultaten van het bewonersonderzoek beschreven. Op basis van de resultaten worden er aanbevelingen gedaan aan LEIs, zodat zij hun achterban kunnen vergroten. In de bijlage zijn de resultaten per gemeente weergegeven in infographics.
DOCUMENT
Na het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft digitale participatie een grote vlucht genomen. Door de pandemie was het niet of nauwelijks mogelijk om fysiek bij elkaar te komen. Informatie of inspraakbijeenkomsten konden niet langer op een locatie in de buurt worden georganiseerd. Noodgedwongen vond er een verschuiving plaats van offline naar online burgerparticipatie. Hierdoor is er de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met digitale participatie. De verwachting is dat nu er weer van alles mogelijk is, er vaker gebruik gemaakt zal blijven worden van online participatievormen en - instrumenten. De koudwatervrees voor online participatie lijkt definitief overwonnen. In de toekomst zullen participatiestrategieën worden ontwikkeld waarin online- en offline-instrumenten vaker afwisselend en in onderlinge samenhang worden ingezet. Deze geïntegreerde inzet roept vragen op over de doorontwikkeling van digitale participatie. Hoe kunnen professionals op basis van de ervaringen met digitale participatie de afgelopen jaren de mogelijkheden hiervan in de toekomst beter benutten? En hoe kan er op basis van de ervaring die is opgedaan richting worden gegeven aan de doorontwikkeling van digitale tools?
DOCUMENT