In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van het onderzoek dat door het Crossmedialab is uitgevoerd in het project Publieksannotatie van Cultureel Erfgoed (PACE). Dit proejct is uitgevoerd met subsidie van de regeling 'Digitaliseren met Beleid’ van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen in de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009. Deelnemers in dit onderzoek waren: Universiteitsmuseum Utrecht, Naturalis, Museon, Novay, de Hogeschool Utrecht en het advies- en managementbureau BMC. Dit brede consortium maakte het mogelijk het project te baseren op zowel kennis en ervaring vanuit de praktijk en de wetenschap. Doel van het project PACE was om te onderzoeken hoe social tagging als instrument ingezet kon worden in het verrijken en toegankelijk maken van de collecties en hoe de betrokkenheid van bezoekersgroepen kon worden vergroot. De sturende vraag van de musa hierachter was: Wanneer is het zinvol social tagging als instrument in te zetten voor musea en welk effect mag je hiervan verwachten?
Wat is de betekenis van erfgoed voor de constructie van regionale identiteit in de regio’s Twente en de IJsseldelta in een leisure context? Een effectief vrijetijdsbeleid is gebaat bij het begrijpen van de consumptie van erfgoedattracties door bezoekers. Het verkrijgen van inzicht in de betekenis en waardering via het keuzeproces van de bezoeker met betrekking tot het erfgoedbezoek, de beleving, tevredenheid en daaruit voortvloeiende loyaliteit in de visitors’ journey blijkt een geschikte onderzoeksbenadering.
MULTIFILE
Wat gaat er gebeuren met de duizenden monumenten die binnenkort op de markt komen? Een groot deel van het Rijkserfgoed wordt overgedragen aan gemeenten. Zij hebben echter steeds minder te besteden voor monumentenzorg. Ook grootschalige gebiedsontwikkelingen met hergebruik van cultureel erfgoed staan onder druk. Dat versterkt de behoefte aan economische onderbouwing voor investeringen in cultureel erfgoed. ‘De waarde van erfgoed zal steeds vaker in harde cijfers moeten worden uitgedrukt. Dat heeft grote consequenties voor het erfgoedbeleid van gemeenten’, dat blijkt uit de vandaag verschenen publicatie Cultureel erfgoed op waarde geschat. De publicatie is het resultaat van twee onderzoekstrajecten van Platform31, uitgevoerd met diverse steden, de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Twente. De Vrije Universiteit toont aan dat cultureel erfgoed een grote economische toegevoegde waarde heeft. Dat is belangrijk nieuws voor bestuurders en beleidsmakers in monumentengemeenten. Dat de cultuurhistorische waarden niettemin van grote betekenis blijven bewijzen de voorbeelden uit Dordrecht, Heerlen en Zaanstad. Zij weten met succes hun erfgoed zo te herprofileren dat nieuwe bezoekers, bewoners en bedrijven zich tot deze steden voelen aangetrokken. De sleutel voor succes lijkt te liggen in de vorming van sterke coalities tussen overheid en bedrijfsleven. De publicatie beschrijft dit proces, geeft nieuwe impulsen voor de toekomst van het erfgoedbeleid en voor de rol van cultureel erfgoed in gebiedsontwikkelingen.
Gebouwd en landschappelijk erfgoed zijn van groot belang voor de kwaliteit en identiteit van de leefomgeving. Hoe houden we ons erfgoed in stand, ook in het licht van grote ruimtelijke transities? Hoe kunnen erfgoedwaarden inzetten als inspiratiebronnen bij deze ruimtelije transities? Onderzoekers Maarten Vieveen en Tineke van der Schoor doen onderzoek naar deze aspecten. Regelmatig wordt samengewerkt met eindgebruikers (inwoners, beheerders en passanten), erfgoedinstellingen en overheiden.Het koepelproject Duurzaam Erfgoed heeft een belangrijke impuls gekregen door het RAAK-project Energieke Restauraties (2011-2013) en het Living Lab Erfgoed in Energietransitie van RVO (2020-2021). In deze projecten werd speciaal aandacht besteed aan het perspectief van de eindgebruiker, erfgoedwaarden, energiereductie en energieopwekking.
Uit de resultaten wordt duidelijk dat - alhoewel verduurzaming een koppelkans was van restauratie en groot onderhoud - verduurzaming een positief effect heeft op duurzame instandhouding. Door de verbetering van de energieprestatie, het verhoogd thermisch comfort en verlaagde energiekosten (in bijna alle gevallen) is het voor eigenaren interessanter en/ of gemakkelijker geworden om deze gebouwen te gebruiken en zich in te zetten voor onderhoud. In bijna alle gevallen was sprake van een positieve impact op de milieubelasting voor de komende 30 jaar, met de kanttekening dat niet alle milieuimpact is meegenomen (vermoed wordt dat de impact nog positiever is). In één geval was de milieuimpact negatief, de oorzaak is dat het energieverbruik al zeer laag was dus de materiele impact in verhouding erg groot is en in dit geval tot een negatief resultaat leidt. Samengevat wordt geconcludeerd dat erfgoedwaarden deels verloren gaan, maar in het brede perspectief op instandhouding op de lange termijn acceptabel is. En dus een positief effect heeft op de energieprestatie (één keer meer dan de landelijke ambities) en de milieubelasting. Verduurzaming is dus goed voor het gebruik en mileu, maar doet soms wel een beetje pijn. Op welke manier verduurzamen particuliere eigenaren hun rijksmonumenten? En wat zijn effecten op erfgoedwaarden, energieprestatie en milieubelasting? Deze vragen zijn in samenhang onderzocht in dit project en geven inzicht in het maatwerkproces: welke opgaven speelden er, wie waren er betrokken en waarom werden deze oplossingen gekozen. Daarnaast is de impact in kaart gebracht.
Erfgoed als belemmering voor duurzame ontwikkeling? Duurzame ontwikkeling als bedreiging voor erfgoedbehoud? Dit KIEM-project benadert erfgoed als constante aanwezige kwaliteit en als bron voor duurzame ontwikkeling vanuit zowel het perspectief van experts als dat van de dagelijkse gebruikers.Concreet geeft dit onderzoek antwoord op praktijkvragen van het consortium Duurzaam Ameland: wat is de impact van drie energiescenario’s op de ruimtelijke kwaliteit op landschaps-, dorps- en gebouwenniveau? Hoe ervaren de Amelanders deze impact, in het bijzonder ten aanzien van erfgoedwaarden? En welke suggesties voor erfgoed als inspiratiebron voor de energietransitie hebben zij vanuit hun perspectief?Het project benadert dit vraagstuk daarmee vanuit een nieuwe manier van denken waarbij de wederkerige relatie tussen een landschap, dorpen en gebouwen wordt gelegd en eveneens verschillende waardenperspectieven worden geïntegreerd. De uitvoering van dit project vindt dan ook plaats in samenwerking met dagelijkse gebruikers (Amelanders), de overheid (gemeente Ameland), een adviesbureau (Dijkoraad R.R.G. B.V.) en een kennisinstelling (Hanzehogeschool Groningen).