In het met landelijke expert-loopbaanprofessionals gezamenlijk geschreven boek 'U doet het maar' besteedt Admiraal aandacht aan de waarden en normenontwikkeling binnen de opleiding van loopbaanprofessionals door de dialoog over ethische kwesties als essentieel studieonderdeel te benoemen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 'persoonlijke, maatschappelijke en morele identiteit' en 'persoonlijke, professionele en publieke ethiek' zoals van Es (2000) die heeft uitgewerkt. Admiraal beschrijft op drie niveaus hoe zijn denkkader ook voor loopbaanprofessionals ingezet kan worden: de vrij gevestigde loopbaanprofessional met zijn cliënten, loopbaanprofessionals die in een organisatie werkzaam zijn en tenslotte loopbaanprofessionals en hun verantwoordelijkheid in de samenleving. Waarbij het steeds duidelijker wordt dat er niet zoiets is als een vaststaand kader voor moreel handelen, ook niet qua terminologie, maar dat het een zoektocht is van individuen die steeds in samenspraak met anderen hierover afspraken maken. De conclusies over wat ethisch, moreel handelen is, worden in kritische dialoog gevormd en na verloop van tijd weer bijgesteld, geactualiseerd. Net zoals het vormgeven aan loopbanen volgens Admiraal niet langer het zoeken naar de juiste match - de beste fit- is, omdat het werken aan onze loopbanen nooit echt klaar is, maar om voortdurende alertheid, een leven lang leren met oog op duurzame inzetbaarheid, om 'loopbaanfitness' vraagt. Door dit artikel heen speelt de vraag: "zijn we als loopbaanprofessionals bereid om met open blik in de spiegel te kijken en ons af te vragen of wat we daar zien aan moreel, ethisch handelen van onszelf in de dagelijkse praktijk, verantwoord is? Zijn we bereid het goede voorbeeld te geven?
DOCUMENT
In mijn promotieonderzoek heb ik mij gericht op het identificeren van inspiratiebronnen voor profes-sionalisering in de vorm van persona’s, die ik beelden van de professional heb genoemd (De Jonge, 2015). Mijn aanvankelijk plan was om deze bronnen vruchtbaar te maken voor professionaliserings-trajecten, maar mijn promotor stelde een andere richting voor. Voorbeelden van zulke beelden zijn de reflectieve praktijkwerker (Schön, 1983), de presentiebeoefenaar (Baart, 2001), de intrapreneur (Pin-chot, 1985) en de democratische professional (Dzur, 2008). De normatieve professional (Kunneman, 1996) is een beeld dat ik in mijn promotieonderzoek heb opgenomen. Later heb ik betoogd dat ook de muzische professional (Van Rosmalen, 1996) zo’n inspirerend beeld is (De Jonge, 2019b). Dit postdoc-onderzoek kan worden opgevat als een zoektocht om de inspiratie van de normatieve professional en de muzische professional op praktische wijze met elkaar te verbinden tot wat ik – in navolging van Banks’ (2016) concept van ‘ethics work’ – muzisch ethiekwerk heb genoemd. Dit schilderij van mijn vrouw associeerde ik met de dappere en moeizame pogingen van professionals om zich op de juiste wijzen te verhouden tot de complexe contexten waarin zij opereren. Ik gebruikte het voor het omslag van mijn dissertatie. Dit onderzoeksrapport is het verslag van een verkennend postdoc onderzoek naar de potentiële meer-waarde van de theatrale dialoog als ethische interventie voor sociale professionals. De theatrale dia-loog is een muzische werkvorm die ontwikkeld is door Bart van Rosmalen (1996). De kern ervan is dat twee personen in een woordeloze interactie om beurten houdingen of posities ten opzichte van elkaar innemen. In deze verkenning is onderzocht of deze non-verbale werkvorm behulpzaam kan zijn om ethische vraagstukken van sociale professionals te verhelderen. Hierbij is gebleken dat deze interven-tie het ethisch actorschap (Keinemans, De Jonge & Kloppenburg, 2014) van professionals stimuleert, hen aanzet tot ethiekwerk (Banks, 2016). De professionals die aan het onderzoek hebben deelgeno-men, hebben naar eigen zeggen de meerwaarde van deze muzische interventie ervaren. De theatrale dialoog als een vorm van muzische professionalisering bezit dan ook de potentie om de ethische pro-fessionalisering van sociale professionals te bevorderen.
DOCUMENT