In deze bijdrage aan een themanummer van het blad Onderwijsvernieuwing (MESOconsult) over masters houdt Marco Snoek een pleidooi voor post-initële masters boven initiële masters, als middel voor carrière- en professionele ontwikkeling voor leraren. Ze komen als paddestoelen uit de grond, nieuwe masteropleidingen voor leraren. Waar de master traditioneel voorbehouden was aan eerstegraads leraren, zijn er in het afgelopen jaar mastertrajecten ontwikkeld rond speciaal onderwijs, Leren & Innoveren, schoolleiders en recent de mastertrajecten vanuit het NiME. Die ontwikkeling vindt niet alleen in Nederland plaats, maar ook op andere plekken in Europa. Toch zijn er wezenlijke verschillen tussen de ontwikkelingen in Nederland en elders in Europa. Het meest kenmerkende verschil heeft betrekking op de keuze voor initiële masters of voor post-initiële masters: wordt de master beschouwd als een startniveau voor leraren of als een carrièrestap ergens in een loopbaan? Hieronder wordt eerst ingegaan op de Nederlandse context. In het tweede deel wordt beschreven hoe de discussie rond masters elders in Europa speelt. Tenslotte worden kanttekeningen geplaatst bij de Europese trend.
Snelle technologische ontwikkelingen bieden kansen voor de maritieme sector. Zij maken de scheepvaart efficiënter, veiliger en schoner. De techniek heeft regelgeving en professionals nodig die ook klaar zijn voor de toekomst. Het lectoraat Maritime Law voert praktijkgericht onderzoek uit op de scheidslijn van recht en (maritieme) techniek samen met studenten, docenten, het bedrijfsleven en kennisinstellingen.
MULTIFILE
ARV is een Europees gesubsidieerd project. Hierin werken we aan klimaat positieve en circulaire gemeenschappen in Europa door onder andere het woningrenovatietempo te verhogen. Hogeschool Utrecht creëert en test samen met haar partners enkele renovatie innovaties zoals het Inside Out concept en de Circulaire hub.
Ondanks de economische groei in Nederland staan we voor uitdagingen als een gezonde leefomgeving creëren, bestaanszekerheid waarborgen, klimaatverandering vertragen en een verantwoordelijke impact op toekomstige generaties. Sturen op "brede welvaart", rekening houdend met sociale, economische en ecologische waarden, wordt belangrijker voor gemeenten en beleidsstrategen in het bijzonder. Zij moeten brede welvaart integraal implementeren en brede welvaart in hun beleid omzetten in concrete keuzes en sturing. Gemeenten ervaren echter moeite bij de concrete implementatie. Brede welvaart is inhoudelijk complex en vereist continu koorddansen tussen verschillende belangen. Daarbij gaat er veel aandacht naar brede welvaart ‘hier en nu’ en blijven de belangen van toekomstige generaties (brede welvaart ‘later’) te vaak onderbelicht. In Europees verband, en op nationaal niveau is er tevens momentum om brede welvaart ‘later’ meer zichtbaar te maken. Als Europees Commissaris voor intergenerationele rechtvaardigheid heeft Micallef de opdracht om het belang van toekomstige generaties te dienen. Ook op nationaal niveau winnen de belangen van toekomstige generaties terrein zoals blijkt uit… Op lokaal niveau wordt directe invloed op brede welvaart voor huidige en toekomstige generaties concreet. Lokale publieke professionals spelen een sleutelrol in het bevorderen van welzijn en kwaliteit van de leefomgeving voor toekomstige burgers. Concernstrategen en afdelingshoofden in Nederlandse gemeenten vertalen brede welvaart naar beleid in de praktijk. Beleidsprofessionals krijgen door dit project voor het eerst in Nederland een concrete handreiking om brede welvaart integraal en voor toekomstige generaties in te richten. Door middel van de methode van backcasting en de generatietoets gaan we vanuit dit onderzoek brede welvaart ‘later’ concreet maken. We doen dit samen met 5 gemeenten, de provincie Noord-Brabant en kennispartners. Al vanaf de start participeren concernstrategen en afdelingshoofden van gemeenten in een rijk kennis- en leernetwerk om hierin te groeien. Dit project verschaft hen hiervoor de concrete tools: in co-creatie ontwikkeld en meteen ingezet.
Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) kent een lange geschiedenis als groene kennisinstelling met een internationale oriëntatie. Zij ontleent het internationale karakter onder andere aan haar verleden als Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein uit Velp. Veel internationale netwerken van HVHL liggen buiten Europa. De Europese Green Deal en diverse Europese Missies op het vlak van bodem, water, climate-neutral cities, en Oceans bieden echter veel kansen voor toegepast onderzoek in het groen-blauwe domein in Europa. HVHL heeft in het instellingsplan diverse doelen opgenomen die deelname aan de Pilot Richting Europa rechtvaardigen. Zoals het opzetten en uitvoeren van toegepast onderzoek binnen internationale consortia. Een duidelijke ‘Europastrategie’ ontbreekt echter nog. Een bredere internationaliseringsagenda wordt momenteel ontwikkeld binnen HVHL. In dit project willen wij een degelijke strategie voor internationaal (Europees) onderzoek ontwikkelen die in de internationaliseringsagenda kan worden opgenomen. Met hulp van de regeling SIA Pilot Richting Europa willen we Europese subsidies in kaart brengen, een helder overzicht creëren van Europese instituties en een duidelijke strategie voor toegepast onderzoek in Europa formuleren. Daarnaast zijn we voornemens om de supportinfrastructuur te verbeteren door medewerkers te trainen.