Het thema van het VNG-jaarcongres 2018 in Maastricht is ‘Over grenzen’. Nederlandse politici en bestuurders moeten grenzen durven te verleggen. Niet zelden is dit een landsgrens, die in de regio heel wat dichter bij is dan in Den Haag. Meer dan de helft van de provincies grenst aan het buitenland en landsgrensoverschrijdende samenwerking is dus aan de orde van de dag. Nationale of EU-regels en subsidies kunnen helpen beleidsdoelstellingen te verwezenlijken die op regionaal of lokaal niveau belangrijk worden gevonden. Maar grensoverschrijdend beleid stuit in de praktijk ook op andere, ‘Europese’ grenzen. Zo ontdekt een ondernemer te laat dat Duitsland EU-richtlijnen anders interpreteert dan Nederland. Dan weer stelt nieuwe Brusselse wetgeving aanbestedingseisen, of hebben Europese besluiten een negatieve impact op grensregio’s of op de visserij. Bij onbegrijpelijke, onuitvoerbare of botsende regels wordt er een spanning ervaren tussen Europees gemeenschappelijk beleid en Nederlandse decentralisatie. Dit essay focust op de grip op die Europese Unie (EU) als bestuurlijke uitdaging. doi: 10.5553/Bw/016571942018072002005 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/mendeltje/
Welke invloed heeft de “versluierende” verplaatsing van de politiek naar internationale netwerken op informatie en grip van politici? Hoe blijft het Binnenhof een zichtbaar knooppunt in het ingewikkelde besluitvormingsweb van EU en nationale staten? Politicoloog Bastiaan Rijpkema stelt in een opiniestuk in de NRC cruciale vragen aan de orde (NRC, 30 augustus 2019). Maar als het gaat om de vraag naar de organisatie van Europese democratie zijn Tweede en Eerste Kamer al een stap verder. De “aanzetten” waartoe het artikel oproept, zijn ruimschoots voorhanden. Nu komt het aan op politieke daadkracht. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/mendeltje/
MULTIFILE
Werkgevers in de Europese Unie gebruiken draagbare technologie, zoals smartphones, om er preventief voor te zorgen dat hun bedrijf geen besmettingshaard wordt. Door bron- en contactonderzoek en tracking van werknemers proberen zij dat te bereiken. Maar hoe zit dit in relatie tot de Europese AVG-regels? Stefania Marassi van de Haagse Hogeschool stelt dat er strikte voorwaarden moeten zijn om deze technologie te mogen gebruiken.
MULTIFILE
De Thematafel Veiligheid heeft in de loop van 2023 een hernieuwde, krachtige impuls gekregen, in 2024 sloten ook het NIPV en de Politieacademie zich aan en met Defensie is het gesprek aangegaan. Vanuit deze bestuurlijke basis ziet de Thematafel voor de jaren 2025-2026 een bijzondere uitdaging door de snel veranderende geopolitieke situatie en de implicaties hiervan voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving. De Thematafel zet stevig in op de verdere strategische ontwikkeling van het hbo-onderzoek, in verbinding met de betrokken lectoren, met Europese collega’s en in nauwe samenwerking met organisaties in het brede palet van het Nederlandse veiligheidsdomein.
Een Europese samenleving zet primair in op het bevorderen van participatie en inclusie, zodat ieder individu gelijke rechten en kansen heeft om actief mee te doen op de arbeidsmarkt en mensen in waardigheid, gelijkheid en solidariteit samenleven. Deze samenleving staat echter stevig onder druk met het huidige politieke sentiment in Europa en de oorlog in Oekraïne. Actueel is de ondersteuningsbehoefte van mensen die gevlucht zijn voor oorlogsgeweld en aan het werk willen. Bovendien krimpt de beroepsbevolking in Europese arbeidsmarktregio’s. Om onze brede welvaart op peil te houden, telt ieder talent. Dat vraagt om een inclusieve aanpak met als resultaat dat vluchtelingen een passende plek op de arbeidsmarkt krijgen. Hoewel dit in diverse Europese arbeidsmarktregio’s, zoals in Nederland, België, Litouwen, Oekraïne, hoog op de beleidsagenda’s staat, worstelen deze regio’s met de vraag hoe je concreet en ‘evidence based’ tot zo’n aanpak komt. In deze pilot zoekt het lectoraat Sociale innovatie van de hogeschool Windesheim samen met zeven Europese kennisinstellingen praktische antwoorden door duurzame leergemeenschappen te bouwen. Daarmee leggen we de basis voor meerjarig praktijkgericht onderzoek en voor disseminatie naar andere Europese landen met hun specifieke karakteristieken. Deze pilot sluit aan bij de inhoudelijke vraagstukken van de strategische meerjarige agenda’s van de arbeidsmarkregio’s in Oost-Nederland. Daarmee zorgen we voor regionale verankering. De pilot bouwt ook voort op praktijkgerichte onderzoeken van de consortiumpartners. Zo maakt het lectoraat deel uit van het landelijke kernteam Inclusieve Arbeidsmarkt en past de pilot bij haar internationale ambities, zoals blijkt uit het onderzoeksprogramma All4Talent en deelname van Windesheim aan het Europese universiteitsinitiatief DIVERSE. Daarnaast is er een sterke verbinding met de sociale Europese agenda om economische en sociale beleidsdoelen te bereiken, van inclusieve groei en productiviteit tot vitaliteit op de werkplek en in de samenleving. Deze pilot leidt tot langdurige Europese samenwerking om regionale arbeidsmarkten inclusiever te maken.