Effectmetingen naar de opbrengsten van brede scholen en integrale kindcentra leveren opnieuw geen bewijs voor de meerwaarde van deze pedagogische netwerkorganisaties in de wijk. Toch ervaren veel professionals, kinderen, ouders en andere buurtbewoners deze meerwaarde dagelijks. Zeggen deze teleurstellende uitkomsten iets over de effectiviteit van brede scholen, of (ook) over de insteek van deze evaluaties? Jacques Verheijke en Dirk Willem Postma van Hogeschool Utrecht leggen de blinde vlekken van de recente landelijke effectmeting bloot. Aan de hand van kwalitatief evaluatieonderzoek naar brede scholen laten zij zien dat een ontwikkelingsgerichte onderzoeksbenadering beter aansluit bij de complexe realiteit van het samenwerken aan ontwikkelingskansen voor kinderen.
Fontys, met name de lerarenopleidingen in Tilburg en Eindhoven, voert sinds 1999 een duale opleiding uit ten behoeve van onderwijspersoneel voor het Bve. Bij de ontwikkeling van deze opleiding zijn tien Regionale Opleidingscentra (ROC s) betrokken uit Brabant en Limburg. De opleiding in het Bve-traject verloopt op een duale manier, waarbij werken en leren geontegreerd plaatsvinden. De student heeft een betaalde werkplek op het ROC. Fontys is verantwoordelijkheid voor de opleiding. Het verwerven van competenties vindt voor een belangrijk deel plaats via producerend leren. Bij producerend leren werkt de student aan een product dat bruikbaar is in de eigen ROC-werksituatie. De opzet van de duale opleiding Bve is relatief nieuw binnen de lerarenopleiding. Om die reden, maar zeker ook vanuit de noodzaak van permanente kwaliteitszorg, is het van belang de leerwinst en de leerzaamheid bij de duale trajecten te onderzoeken. In dit rapport worden de bevindingen uit diverse evaluaties gebundeld.
In deze Marie Kamphuis-lezing schetst Lia van Doorn de maatschappelijke veranderingen anno 2009. Aan de hand van de studie van Deborah Stone gaat zij in op de complexere werkelijkheid waarmee de hedendaagse professional te maken heeft. Zij behandelt vier veranderingen: coalitievorming, de partijpolitieke inkleuring, risicobeheersing en media-invloed. In zijn coreferaat schetst Lou Jagt in een terugblik op de jaren ¿60 en ¿70 hoe op grond van evaluaties sprake was van een effectiviteitcrisis in de VS als het gaat om social work. Hij focust zich op de situatie in Nederland en vraagt zich af hoe het staat met de body of knowledge van het vaderlandse maatschappelijk werk.
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
Psoriasis kan niet worden genezen, wel onderdrukt. Bestaande onderdrukkingsmethoden hebben grote nadelen door lage effectiviteit, hoge kosten en/of tijdsbesteding. Sinds 2 jaar wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van een alternatieve en tevens innovatieve onderdrukkingsmethode tegen de huidaandoening psoriasis waarbij deze aandoening op een natuurlijke basis wordt onderdrukt met minder nadelen voor de patiënt. Met behulp van de subsidie kan er onderzoek worden gedaan naar de haalbaarheid van het in de markt zetten van deze nieuwe methode. Verder zal de subsidie worden gebruikt voor de begeleiding bij het opzetten van het testprotocol en de evaluaties van de testresultaten.
De effecten en de werkzame bestandsdelen van interventies in de openbare ruimte zijn nog weinig onderzocht doordat deelnemers vaak niet geregistreerd worden en het ontbreekt aan een praktisch toegepast en uniform meetinstrument dat vergelijking mogelijk maakt. Gemeenten en sportservice organisaties geven wel aan dat ze behoefte hebben aan monitoring en evaluatie zodat ze op dit thema kunnen bijsturen en opschalen. In dit project willen HAN, Team Sportservice, Clever Sports en twee gemeenten samen met buurtsportcoaches aan de slag gaan omdat zij vanuit gemeenten de taak hebben om meer mensen te laten bewegen in de buurt. Daarbij wordt een meetinstrument ontwikkeld voor effecten in de openbare ruimte. Dit gaat buurtsportcoaches en beleidsambtenaren helpen om samen dezelfde taal over de opbrengsten te spreken en leerervaringen uit te wisselen. Er worden drie interventies op acht plekken onderzocht. De projectresultaten zijn een gevalideerd meetinstrument waarvan het gebruik opgeschaald wordt naar andere gemeenten in het netwerk. Verder worden de opbrengsten van bewegen in de openbare ruimte in een rapportage opgeleverd, waarbij ook aandacht is hoe de opgehaalde opbrengsten gezien worden door professionals in andere beleidsdomeinen. Tot slot helpt dit project de HAN om hun kennis over effecten van sport bij toekomstige evaluaties in te zetten.