In dit themanummer van Maatwerk over evidence based werken argumenteert dit artikel dat de sociale sector meer nodig heeft dan onderzoekende hulpverleners om de kritiek te beantwoorden die de afgelopen decennia op de sector geformuleerd is.
Openbare les van dr. L. Boendermaker in verkorte vorm uitgesproken op woensdag 18 mei 2011. In de les gaat de lector in op de factoren die een rol spelen bij de implementatie van interventies en wat er allemaal bij komt kijken. Vijf onderwerpen worden hierin besproken: 1) De ontwikkelingen in de jeugdzorg, 2) De factoren die bepalen of een interventie werkt, 3) Hoe implementatie er uit moet zien, 4) Wat implementatie betekent voor de praktijk en 5) de projecten waarin Amsterdamse jeugdzorginstellingen aan de slag zijn met implementatie.
De VS is in vele opzichten geen land dat ons tot voorbeeld kan dienen, zeker niet als het gaat om een rechtvaardige inkomensverdeling of inspirerend leiderschap. We kunnen echter echt wel wat van onze Atlantische overbuur leren als het gaat om evidence based werken in het sociaal domein.
Project BAMBAM, BAby Motor development monitored By A Multisensor wearable, richt zich op het begin, namelijk bij de zorg voor kinderen van 0-2 jaar. In het bijzonder op het optimaliseren van de ontwikkeling van de motoriek wanneer dit niet vanzelf gaat. Kinderfysiotherapeuten begeleiden veel baby’s waarbij er zorgen zijn over de motorische ontwikkeling. Een goed ontwikkelde motoriek is de basis voor andere ontwikkelingsdomeinen,en een voorwaarde voor een fysiek actieve leefstijl op latere leeftijd. Het inzetten van technologie bij het analyseren van bewegingsproblemen bij het jonge kind kan een waardevolle aanvulling zijn voor de kinderfysiotherapeut, die nu eigen observaties gebruikt. Op dit moment is er nog geen geschikt systeem voor het observeren van de motorische ontwikkeling voor kinderfysiotherapeuten. Daarom werken we in project BAMBAM aan een meetinstrument voor het objectiveren van bewegingsgedrag van baby’s, dat verantwoord ingezet kan worden in de kinderfysiotherapeutische praktijk en interventiestudies. Uitgangspunt is een bestaande smartsuit, een ‘slimme' romper, met sensortechnologie en Artificiële Intelligentie die doorontwikkeld wordt in co creatie met kinderfysiotherapeuten, ouders en experts. Ook onderzoeken we hoe de uitkomsten van het systeem waarde toevoegen als beslissingsondersteuning voor de kinderfysiotherapeut. Hierbij richten we ons vooral op de bewegingsparameters die belangrijk zijn voor het kinderfysiotherapeutisch onderzoek en behandeling en hoe we die duidelijk kunnen weergeven. Het systeem moet valide en betrouwbare metingen verzorgen in de thuissituatie voor de kinderfysiotherapeut in praktijk en ziekenhuis. De impact van deze toepassing op ouders en kinderfysiotherapeuten is een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen van deze technologie, zodat het op een verantwoorde manier gebruikt kan worden. De gezondheidszorg vraagt om evidence-based diagnostiek en interventies. Met de schaarste van zorg, wordt het zorgvuldig signaleren van de baby’s die de zorg echt nodig hebben steeds belangrijker, net als de inzet van effectieve interventies. Technologie kan bijdragen aan toegankelijkheid en duurzame borging hiervan.
Voor zorgprofessionals die met kinderen met overgewicht werken, zoals kinderdiëtisten en -fysiotherapeuten, is het moeilijk om optimale ondersteuning te bieden aan deze kinderen en hun ouders. Dit heeft te maken met de multifactoriële aard van overgewicht, de beperkte vergoede behandeltijd en de benodigde tijd die leefstijlverandering vraagt. Een waardevolle toevoeging voor de huidige zorgpraktijk zou een mHealth-applicatie zijn die zowel voor kinderen en ouders als de professionals ondersteunend werkt bij het ontwikkelen en adopteren van een duurzaam gezondere levensstijl door kinderen. Door deze ‘blended care’ aanpak te ontwikkelen wil De Haagse Hogeschool, DIO Agency, Lijfstijl Diëtisten en TiM Fysiotherapie bijdragen aan het stabiliseren of reduceren van overgewicht van kinderen. Dergelijke leefstijlinterventie-ondersteunende applicaties bestaan al voor volwassenen, maar nog niet voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Er bestaan wel enkele stand-alone applicaties voor deze doelgroep. De Supereters app van DIO Agency is hier een voorbeeld van. Deze app is de afgelopen jaren, in samenwerking met studenten Voeding & Diëtetiek van HHS, gevuld met evidence-based leefstijl informatie. Zorgprofessionals hebben deze app positief geëvalueerd voor integratie in gecombineerde leefstijlinterventies. In dit project willen we gezamenlijk onderzoeken hoe de reguliere zorgaanpak door digitale ondersteuning verrijkt kan worden tot een blended care aanpak. Dit doen wij door in een iteratief cocreatie proces met kinderen, ouders en zorgprofessionals informatie over de wensen, behoeften en leefwereld van de verschillende gebruikers, inhoudelijke kennis over leefstijl en gedragsverandering en technische en ethische randvoorwaarden, te integreren in de Supereters app en blended care aanpak. Hiermee leggen we een goede basis voor het implementeren van de applicatie in de zorgpraktijk en het evalueren van de effecten daarvan in een opvolgend project. Daarnaast krijgt een toekomstige generatie ontwerp- en zorgprofessionals hands-on ervaring met het cocreëren van eHealth oplossingen door te participeren in dit project.
Het lectorenplatform Jeugd en Gezin heeft als missie om met kennis en praktijkgericht onderzoek bij te dragen aan het gezond, kansrijk en veilig opgroeien van jeugdigen, waarbij jeugdigen actief kunnen deelnemen in hun leefwerelden, in het bijzonder gezin/familie, school, buurt, vrije tijd en online. Het platform versterkt en professionaliseert de samenwerking van lectoren uit het jeugddomein en beoogt expertise en kracht te bundelen door het ontwikkelen en integreren van wetenschappelijke kennis, ervaringskennis en praktijkkennis. Het platform bevordert de deling van deze kennis en stimuleert de benutting ervan. Meer algemeen draagt het platform bij aan het versterken en ondersteunen van de kennisinfrastructuur in het jeugddomein en afstemmen daarvan op de kennisinfrastructuur in het brede sociaal domein. De onderzoeksagenda van het platform richt zich op vier thema’s: a) Een sterke pedagogische basis en een gezond pedagogisch klimaat in de leefwerelden van jeugdigen en gezinnen: familie, buurt, opvang/school, vrije tijd, online b) Gelijkwaardige samenwerking tussen jeugdigen, ouders/opvoeders en professionals c) Versterken van de kwaliteit van werkwijzen en interventies d) Samen leren in het jeugddomein Het platform werkt aan deze doelen en de doorontwikkeling van de onderzoeksagenda samen met jeugdigen en ouders, (toekomstige) professionals, vrijwilligers en bestuurders vanuit praktijk en beleid, opleidingen en onderzoek. De integratie van de drie kennisbronnen (wetenschap, ervaring en praktijk) versterkt het evidence-based denken en handelen in het jeugddomein. Het lectorenplatform richt zich op kennis en interactie en versterkt hiermee de verbindingen met en tussen regionale kenniswerkplaatsen Jeugd, expertisenetwerken Jeugd, Spronggroep INCLU-ZIE en de werkplaatsen sociaal domein op thema’s over Jeugd en Gezin. Het platform onderhoudt relaties met veel relevante landelijke partijen en sluit aan bij belangrijke bewegingen zoals onder meer de uitwerking van de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028.