This thesis describes an Action Research (AR) project aimed at the implementation of Evidence Based Practice in a mental health nursing setting in the Netherlands. The main research question addressed in this thesis is: In what way is Action Research with an empowering appropriate to implement Evidence Based Practice in a mental health nursing setting in the Netherlands and what is the effect of this implementation on the care experienced by the client, the nursing interventions and the context in this setting compared to a comparative setting? To answer this main research question, the following questions derived from it were addressed: What is Evidence Based Practice? What is known about implementing evidence-based practice in nursing through Action Research? Which factors have to be dealt with in a mental health nursing setting, so the implementation of EBP with AR with an empowering intent will be more successful? Which factors have to be dealt with in a mental health nursing setting, so the implementation of EBP with AR with an empowering intent will be successful? How is EBP implemented through AR with an empowering intent and what are the outcomes for the use of evidence, the context and the facilitation in the setting? What is the effect of the implementation of EBP in mental health nursing using AR with an empowering intent on the care experienced by the client, the nursing interventions and the context compared to a comparison setting? The first two questions were answered by a search of the literature while the remaining questions were answered during the AR study conducted in two mental health organisations in the Netherlands.
Evidence-based practice (EBP) is tegenwoordig niet meer weg te denken als we praten over de kwaliteit en de status van het beroep. Maar in de dagelijkse praktijk zijn er nog veel vragen: 'Betekent EBP nu dat we alleen maar mogen doen waarvoor voldoende evidence bestaat?' 'Hoe komen we aan die evidence?' 'Hoe verhoudt EBP zich ten opzichte van het binnen de ergotherapie centrale uitgangspunt: clïentgecentreerde zorg?' In dit artikel gaan we in op deze laatste vraag rondom EBP en cliëntgericht werken.
Deze wegwijzer is ontwikkeld voor en met scholen om het proces van evidence informed werken in het voortgezet onderwijs (VO) te ondersteunen. Deze wegwijzer is bedoeld om het gesprek in schoolteams – bij voorkeur samen met jongeren en ouders – op gang te brengen om zo tot een gezamenlijk gedragen schoolbrede aanpak te komen. De wegwijzer ondersteunt in het verminderen van schoolstress en prestatiedruk en draagt bij aan het vergroten van schoolaanwezigheid. Op basis van 8 domeinen worden (1) specifieke aanbevelingen gedaan, (2) suggesties voor interventies gegeven – voorzien van uitleg waarom deze interventie voor dat onderdeel werkzaam is -, (3) en praktijkvoorbeelden van andere scholen gedeeld. Deze animatie legt in het kort uit wat de Wegwijzer kan betekenen. We raden aan om ongeveer 3 domeinen te selecteren voor een eerste plan van aanpak. Stel een gezamenlijk plan op en evalueer gedurende het proces. Wat gaat er goed, wat kan er beter en hebben de gekozen inspanningen effect? Zie ook het stappenplan ‘Werken aan welbevinden’.
MULTIFILE
Binnen het beroepsonderwijs worden leeromgevingen ontworpen waarin studenten en professionals samen werken, leren en onderzoeken over de grenzen van hun praktijken heen. Idealiter komen deze leeromgevingen tegemoet aan veranderende eisen en verwachtingen van lerenden, het werkveld en maatschappij. Onderwijsprofessionals en werkveldpartners worstelen met de vraag hoe samen, in co-constructie, vorm te geven aan zulke grensoverstijgende leeromgevingen. Initiatieven stranden, opschaling blijkt lastig en de opbrengsten onduidelijk. Co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen vraagt om consistente ontwerpkeuzes, uitgelijnd op de motieven van partners om samen te werken. Deze keuzes zijn lastig te maken doordat weinig bekend is over co-constructie en wat de impact is van geco-construeerde leeromgevingen. Met een sterk consortium van twee hbo- en drie mbo-instellingen en diverse werkveldpartners onderzoeken we dit via een ontwerpgericht design: 1) Ontwerpen van een instrumentarium om te onderzoeken wat bijdraagt aan de co-constructie van responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen. 2) Meervoudige casestudies waarbij het instrumentarium wordt ingezet om bij vijf cases (middels peer review) zicht te krijgen op welke interventies de co-constructie bevorderen en wat de opbrengsten zijn van de geco-construeerde leeromgevingen. 3) Valideren van de ontwerpkennis via focusgroepen van deelnemers binnen en buiten het consortium en deze kennis verwerken in een methodiek om a) de ontwikkelpotentie van leeromgevingen in kaart te brengen, b) co-constructie te ondersteunen en monitoren, en c) de gegenereerde impact te evalueren. 4) Middels de onder 3) ontwikkelde methodiek versterken van de co-constructie bij geselecteerde cases middels evidence-informed interventies en professionalisering. 5) Doorlopend: borgen van doorwerking van inzichten naar stakeholders in het (beroeps)onderwijs, de wetenschap en de beroepspraktijk. Met dit onderzoek beogen we kennis te vergroten over wat werkt in co-constructieve ontwerpprocessen en over de opbrengsten van geco-construeerde leeromgevingen. Met deze kennis bieden we professionals in verschillende contexten handvatten om in co-constructie responsieve, duurzame en impactvolle leeromgevingen te (her)ontwerpen.
Veiligheidsprofessionals nemen beslissingen met een mogelijk grote impact: welke re-integratie interventie gedetineerden ondergaan of het beoordelen van de brandveiligheid van een gebouw. Complexe keuzes die goed onderbouwd moeten worden. ‘Evidence-informed’ werken is dan ook een belangrijke vaardigheid in de opleiding Integrale Veiligheidskunde.Doel Evidence-informed werken is een complexe vaardigheid om te leren, met name in brede opleidingen, omdat het moeilijker is om aan te sluiten bij de latere beroepspraktijk. Aansluiting bij de beroepspraktijk is echter één van de belangrijkste ingrediënten voor effectief onderwijs. In dit project onderzoeken studenten daarom zelf hoe evidence-informed werken aansluit bij hun toekomstige beroepspraktijk. Resultaten Op deze wijze leren studenten evidence-informed werken terwijl zij inzicht ontwikkelen in wat ze nodig hebben als aankomend professionals. Daarnaast bieden de uitkomsten handvatten voor betere aansluiting van het onderwijs bij de praktijk. Looptijd 01 mei 2022 - 31 juli 2023 Cofinanciering NRO Comenius Teaching Fellow.
Democratieonderwijs wordt steeds belangrijker in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Ervaringsleren, waarbij studenten door sociale interactie bekend raken met democratische concepten, is hiervoor een goede benadering. Binnen die benadering zijn democratiesimulaties een potentieel effectieve manier van werken waar nog beperkt onderzoek naar is gedaan. Simulaties maken de lesstof levendig en stimuleren studenten om verschillende perspectieven te ontdekken en gezamenlijk problemen op te lossen. Mbo-burgerschapsdocenten onderschrijven de meerwaarde van democratiesimulaties, maar voelen zich vaak niet bekwaam om ermee les te geven, vanwege gebrek aan scholing. Docenten gebruiken de werkvorm dus relatief weinig. Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de pedagogisch-didactische competenties die docenten nodig hebben voor het uitvoeren van democratiesimulaties en in de manieren waarop docenten hierin kunnen worden geprofessionaliseerd. Een consortium bestaande uit Hogeschool van Amsterdam (HvA), Universiteit van Amsterdam (UvA), Noorderpoort Practoraat Burgerschap en tien mbo-scholen zal het onderzoek uitvoeren, samen werkveldpartijen: Expertisepunt Burgerschap, ProDemos, Nederlandse Vereniging Leraren Maatschappijleer, Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken en JOB-mbo. Het levert twee producten op. Ten eerste een overzicht van concrete pedagogisch-didactische competenties die nodig zijn voor het gebruiken van democratiesimulaties. Ten tweede een evidence-informed docentprofessionaliseringstraject (DPT) om docenten te professionaliseren in deze competenties. Hiervoor worden professionaliseringsactiviteiten, professionaliseringsmaterialen en handelingsprotocollen ontwikkeld en wordt bestaand simulatielesmateriaal aangescherpt. Deze producten worden ontworpen met het oog op brede toepasbaarheid, ook binnen het voortgezet onderwijs, hbo en universiteit, en specifiek voor lerarenopleidingen. Het project bestaat uit drie onderzoeksfasen: in fase 1 worden de pedagogisch-didactische competenties geconcretiseerd en een DPT ontwikkeld, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en in samenwerking met een expertgroep. In fase 2 wordt het DPT gepilot bij mbo-docenten. In fase 3 doen 40 docenten mee met het DPT en geven zij simulatielessen. Het DPT zal kwalitatief worden geëvalueerd (via observaties, docent-interviews en student-focusgroepen) en het effect op docentcompetenties zal worden gemeten via experimenteel onderzoek.