ICT is veel meer dan een hulpmiddel bij onderwijs en opleiding: zij provoceert een voortdurend nieuwe kijk op de essentie van leren en daarmee ook op het leraarschap. Opvallend is dat ICT in onderwijs penetreert nog voordat er enig model of theorievorming over haar bijdrage gevormd is; dat is pragmatisch en opportunistisch. Sterker nog: als we achteraf kijken naar hervormingen van onderwijsopvattingen, dan worden ze vaak aangedreven door technologische innovaties op dat moment: de entree van de boekdruk, telecommunicatie, computersystemen en virtuele realiteit. Binnenkort zullen we ingrijpende invloeden zien vanuit de biotechnologie, genetische modificatie, nanotechnologie etcetera. De huidige stap van laptop naar het veelkunnende mobieltje is er slechts één van de lange rij ICT-hulpmiddelen die er nog aan gaan komen. Als we de trend van ICT in onderwijs doortrekken, dan valt te verwachten dat 'mobiel leren' vooral zal leiden tot 'ubiquitous learning': overal- en voortdurend leren. Het begrip 'learning by heart' krijgt opnieuw betekenis: niet alleen het 'van buiten' leren, maar het opbouwen van een relatie met het onderwerp dat je bestudeert. De persoon van de docent wordt nog belangrijker dan hij nu al is. Mobiele communicatie gaat haar eerste vruchten afwerpen bij het 'voortdurend leren' van de docent. Het mobieltje en de on-line PDA gaan hierin een cruciale rol spelen. De Fontys lerarenopleidingen nemen met enthousiasme deze voortrekkersrol op zich. Het lectoraat Educatieve Functies van ICT begeleidt docenten en promovendi hierbij.
Leren is een actief proces waarin kennis wordt geconstrueerd. Dit proces is voor iedere leerling anders en vraagt individuele ondersteuning. Onderwijsmaterialen en werkvormen zouden zich gedurende het leerproces steeds moeten aanpassen aan de specifieke behoefte van elke leerling. Ontwikkelingen in het veld van de Kunstmatige Intelligentie & Onderwijs zijn ondertussen zodanig vergevorderd dat interactieve software deze kennisconstructie van leerlingen inderdaad individueel en adequaat kan ondersteunen. Lector Didactiek van de Bètavakken dr. Bert Bredeweg bespreekt in zijn rede de kracht van interactieve kennisrepresentaties als medium voor kennisconstructie. Als voorbeeld zal hij ingaan op conceptueel modelleren als didactische vorm voor het creëren van kennis over het gedrag van dynamische systemen. Hij zal ook illustreren hoe slimme softwarecomponenten individuele leerlingen naar behoefte kunnen ondersteunen bij dit leerproces.
In 2027 zal er weer een peiling voor burgerschap plaatsvinden voor het primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Het doel van de Peil.Burgerschap-studie betreft het in kaart brengen van burgerschapscompetenties van leerlingen in het po, so, vo en vso en de manieren waarop burgerschapsonderwijs in deze onderwijstypen vorm krijgt. Met deze voorstudie voor Peil.Burgerschap beschrijven wij wat kenmerkende aspecten van burgerschap zijn, wat veronderstelde effectieve elementen van burgerschapsonderwijs zijn en hoe beiden in kaart gebracht kunnen worden en wat beperkingen daarbij zijn. Deze voorstudie is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk geven we een beschrijving van de betekenis van burgerschap en burgerschapsonderwijs, hoe dat in kaart gebracht wordt en wat daar uitdagingen bij zijn en wat resultaten van onderzoek daaromtrent zijn. In het tweede hoofdstuk 2, 3 en 4 volgen drie centrale kernconcepten van burgerschap: democratie, diversiteit en moreel oordeelsvorming. Deze drie kernconcepten vormen gezamenlijk een belangrijk deel van het concept burgerschap. Democratie en diversiteit zijn twee fundamenten van (het denken over) burgerschap, moreel oordeelsvorming geeft invulling aan (dat denken over) democratie en diversiteit. In deze hoofdstukken gaan we dieper in op manieren waarop competenties en onderwijsaanbod op dit gebied in kaart gebracht kan worden en welke uitdagingen daarbij bestaan. In het laatste hoofdstuk brengen we de centrale uitkomsten en vraagstukken uit de overzichtsstudie samen.