Eye movement modeling examples are instructional videos in which a model (this can be an expert, a teacher, or a peer student) demonstrates and usually (though not necessarily) verbally explains how to perform a task. In contrast to regular video examples, however, students do not only see the model’s actions but also a visualization of the model’s eye movements superimposed on the video (i.e., the student sees where the model is looking at any given moment, indicated, for instance, by means of a circle or dot). Seeing where the model is looking at any given moment can serve two functions: 1) it synchronizes the students’ gaze with the model’s gaze, which can aid the comprehension of the model’s demonstration and explanation, and 2) it can give students insight into the perceptual or cognitive strategies the model uses to perform the task, which would otherwise not be observable for them. In this chapter, evidence on the effectiveness of eye movement modeling examples for attaining these two goals is reviewed, followed by a critical discussion and avenues for future research on this topic.
DOCUMENT
Het versterken van de leesvaardigheid is een prioriteit voor de Nederlandse overheid, omdat goed tekstbegrip essentieel is voor het leren en voor het functioneren in de maatschappij. Onderzoek wijst uit dat Nederlandse jongeren minder vaardig en minder graag lezen, waardoor effectieve leeslessen nodig zijn. In lees- en literatuurlessen Nederlands (en lessen in moderne vreemde talen) ligt de nadruk vaak op het beantwoorden van vragen over teksten, met weinig aandacht voor het lezen en begrijpen van literaire teksten zoals poëzie. Dit is een gemiste kans, omdat het lezen van dergelijke teksten de leesvaardigheid en het begrip van taal en cultuur kan vergroten. In dit onderzoek is voor het eerst onderzocht hoe havo- en vwo-leerlingen poëzie lezen en begrijpen in vergelijking met proza (korte verhalen en beschrijvende teksten), met behulp van tekst-met-vragen en oogbewegingstechnologie. Een eerste bevinding is dat de leesprestaties voor poëzie consistent lager zijn dan voor proza in alle leerjaren. Daarnaast verbetert het begrip van poëzie niet in de loop van de leerjaren, terwijl het begrip van proza dat wel doet. De eyetracking gegevens laten met name zien dat leerlingen zowel poëzie als proza de eerste keer snel en lineair (oppervlakkig) lezen, maar poëzieteksten langer lezen na het lezen van een vraag. Vervolgens werd een leesprogramma voor poëzie en proza ontwikkeld en getest. Het programma is gebaseerd op observerend leren aan de hand van video's van de oogbewegingen van leerlingen. Leerlingen die deelnamen aan het programma lazen en begrepen poëzie, korte verhalen en informatieve teksten significant beter, ook in vergelijking met leerlingen die reguliere leeslessen volgden. Het is daarom aan te bevelen om in lessen Nederlands en in andere lessen aandacht te besteden aan het leesproces van leerlingen, met name poëzie.
DOCUMENT
The main result of this effectiveness study is that a reading program with a focus on students’ poetry reading processes, based on observational learning via eye movement modeling examples, can improve students’ reading comprehension for different text types. In a pretest-posttest design with an experimental group (ten classes) and a control group (five classes), students’ self-efficacy regarding their own reading process and their reading comprehension were measured. Over a six-week period, teachers of Dutch and their students worked with the six experimental lessons, instead of the regular reading program: students observed and evaluated contrasting peer reading processes, reflected on differences with their own reading process, and then they practiced aspects of a deep reading process. The program resulted in significant progress in the reading comprehension of “expository texts” (ES = .66), “short stories” (ES = .66), and especially “poetry” (ES = .81). Furthermore, the self-efficacy test results show that students in the experimental condition experienced significantly more learning effect after the intervention period than those in the control group. Moreover, based on the learning reports, evaluation tasks and interviews, it appears that the participants in the innovative program have become aware of their reading and how they improved their performance.
LINK