Gedurende drie schooljaren is de implementatie van het praktijkgerichte programma ‘Technologie en Toepassing’ in de theoretische leerweg van het VMBO (T&T) onderzocht en ondersteund. Gebleken is dat T&T mogelijkheden schept om leerlingen voor techniek te interesseren en om de werelden van school en daarbuiten met elkaar te verbinden. De implementatie van het vak laat echter nog veel te wensen over. T&T doet een zwaar beroep op de vakinhoudelijke en vakdidactische expertise van leraren. Dit heeft te maken met de breedte van het vak, met doelstellingen die niet altijd makkelijk verenigbaar zijn, en met het feit dat veel technologie uitdagend is voor gebruik in schoolklassen, en ook snel verandert. Deze combinatie maakt dat het vak alleen succesvol kan zijn als leraren over specifieke expertise beschikken. Er is inmiddels een infrastructuur opgetuigd om die expertise te ontwikkelen. We laten in dit rapport zien hoe deze infrastructuur en de landelijke regelgeving nog zouden moeten worden doorontwikkeld om T&T tot bloei te laten komen.
Kinderen en jongeren leren niet alleen op school, maar ook daarbuiten. Informele leeromgevingen kunnen ‘het verschil maken’ voor hun ontwikkeling, niet alleen door scholing van kennis en vaardigheden, maar ook als plaats waar jeugdigen nieuwe sociale rollen kunnen ervaren en hun identiteit ontwikkelen. De in dit rapport gepresenteerde studie onderzoekt de leeropbrengsten (kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming) van maakprogramma’s voor kinderen en het opleidingsprogramma voor maakplaats-coaches in Maakplaats 021. Gegevensverzameling bestaat uit documentanalyse, zelfevaluaties door kinderen en interviews met maakplaats-coaches. Uit de zelfevaluaties van kinderen en de interviews met maakplaats-coaches blijkt dat kinderen groeien op het gebied van technologie, socialisatie en persoonsvorming. Kinderen geven aan dat zij graag naar de maakplaats komen en er veel leren. De leeractiviteiten die zij zelf benoemen betreffen voornamelijk de technologie. Volgens coaches en ouders groeien de kinderen ook als persoon en ontwikkelen zij hun identiteit. Elkaar hulp geven en hulp vragen – een belangrijke vaardigheid die geoefend kan worden in informele leeromgevingen – blijft iets achter bij de andere leeropbrengsten.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
Size measurement plays an essential role for micro-/nanoparticle characterization and property evaluation. Due to high costs, complex operation or resolution limit, conventional characterization techniques cannot satisfy the growing demand of routine size measurements in various industry sectors and research departments, e.g., pharmaceuticals, nanomaterials and food industry etc. Together with start-up SeeNano and other partners, we will develop a portable compact device to measure particle size based on particle-impact electrochemical sensing technology. The main task in this project is to extend the measurement range for particles with diameters ranging from 20 nm to 20 um and to validate this technology with realistic samples from various application areas. In this project a new electrode chip will be designed and fabricated. It will result in a workable prototype including new UMEs (ultra-micro electrode), showing that particle sizing can be achieved on a compact portable device with full measuring range. Following experimental testing with calibrated particles, a reliable calibration model will be built up for full range measurement. In a further step, samples from partners or potential customers will be tested on the device to evaluate the application feasibility. The results will be validated by high-resolution and mainstream sizing techniques such as scanning electron microscopy (SEM), dynamic light scattering (DLS) and Coulter counter.
ARV is een Europees gesubsidieerd project. Hierin werken we aan klimaat positieve en circulaire gemeenschappen in Europa door onder andere het woningrenovatietempo te verhogen. Hogeschool Utrecht creëert en test samen met haar partners enkele renovatie innovaties zoals het Inside Out concept en de Circulaire hub.