Objectives: Despite the many proven advantages of a physically active lifestyle in patient populations, prescription of exercise is currently not widely implemented in routine clinical practice. The aims of this study were twofold: (1) to assess perceptions of clinicians on the current practice of exercise is medicine (E=M) prescription in two Dutch university medical centres and (2) to determine their perceived barriers and facilitators for the implementation of E=M in routine clinical care in Dutch university medical centres. Design: A mixed methodologies study, using both online questionnaires and semi-structured interviews. Setting: Dutch university medical centres. Participants: Clinicians working within the departments of medical oncology, orthopaedics and rehabilitation medicine of two university medical centres. Results: Forty-five clinicians (response rate of 51%) completed the questionnaire, and 19 clinicians were interviewed. The results showed that even though clinicians had a positive attitude towards prescribing E=M, only a few reported to regularly prescribe E=M to their patients. The 52 identified facilitators and barriers for implementation of E=M were categorised into four main themes: (1) beliefs toward the implementation of E=M (eg, clinicians knowledge and skills, and social support), (2) factors related to the patient perspective (eg, patient priorities or motivation), (3) factors related tothe referral options (eg, knowledge of and trust in local referral options) and (4) practical considerations when implementing E=M (eg, time constraints). Conclusions: Our study showed that even though many clinicians have a positive attitude toward an active lifestyle, many are not prescribing E=M on a regular basis. In order for clinicians to effectively implement E=M, strategies should focus on increasing clinicians E=M referral skills, improving clinicians knowledge of E=M referral options and develop a support system to ensure that E=M is high on the priority list of clinicians.
De Stichting Jeugdteam Zaanstad en de Huisartsenzorg Zaanstreek Waterland hebben, in nauwe samenwerking met de gemeente Zaanstad, de handen ineen geslagen en gezamenlijk besloten POH’s Jeugd en Gezin in te zetten in de gemeente. Op 1 januari 2023 is een pilotfase gestart met zeven huisartsenpraktijken en vijf POH’s Jeugd en Gezin. Dit onderzoek evalueert het eerste half jaar van deze implementatie en heeft twee onderzoeksvragen: 1) Wat zijn de ervaringen van huisartsen, POH’s Jeugd en Gezin en cliënten met het werken met/als een POH Jeugd en Gezin in de gemeente Zaanstad? En 2) Hoe is de implementatie van de POH Jeugd en Gezin in de gemeente Zaanstad verlopen? Er zijn 22 participanten geïnterviewd (vijf POH’s Jeugd en Gezin, vijf huisartsen, drie cliënten, en negen partners betrokken bij de implementatie). Uit de interviews blijkt dat de POH Jeugd en Gezin ervaren wordt als passende en toegankelijke zorg. Huisartsen en POH’s vinden de samenwerking over het algemeen prettig, maar zijn ook nog zoekende op welke manier ze goed contact met elkaar kunnen houden, voor welke vragen en problemen huisartsen kunnen doorsturen naar de POH Jeugd en Gezin, en wat de grenzen zijn van wat een POH Jeugd en Gezin kan. De implementatie werd tot nu toe positief beoordeeld, al werd ook erkend dat het nog te vroeg was om goed te kunnen beoordelen. Succesfactoren waren onder andere: het projectleiderschap; de tijdsinvestering in het ophalen van behoeftes en creëren van draagvlak; de goede onderlinge samenwerking; en dat de POH Jeugd en Gezin goed aansluit bij de visies van partners, bewegingen in de samenlevingen en oplossingen biedt voor bestaande problemen. Een belangrijke belemmerende factor was dat huisartsen veel werkdruk ervaren, zelfstandige ondernemers zijn (en dus zelf mogen besluiten of ze een POH Jeugd en Gezin willen) en er een gebrek was aan korte communicatielijnen met de huisartsen. Daarnaast waren de kosten voor de spreekkamer niet voor alle huisartsen kostendekkend, was er niet voor alle POH’s een geschikte spreekkamer en wensten sommige huisartsen en POH’s een gedeelde ICT infrastructuur.
Voor het project Sensing Streetscapes sprak Hogeschool van Amsterdam-onderzoeker Frank Suurenbroek met Emiel Arends, ruimtelijk adviseur Stadsontwikkeling bij de gemeente Rotterdam en docent Watermanagement aan de Hogeschool Rotterdam. Arends vertelt hoe verdichting van de stad kan samengaan met een menselijke maat.Voor het onderzoeksproject Sensing Streetscapes maakten Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar een booklet waarin zij en andere experts het belang van de menselijke maat in de verdichte stad analyseren. Het interview met Emiel Arends is daarin ook opgenomen.
LINK