During the medieval and early modern periods, the mock sermon was one of the most widely staged festive rituals. There are records of its performance in most European countries and cultures. But despite its clear popularity in England, few of these texts are extant in English. Fewer still have been translated in their entirety. To remedy this situation, we provide here a translation of the sixteenth century Dutch poem Spotsermoen over Sint Niemand. This piece embodies most of the key features of the mock sermon; the text's rhetorical strategies, its content, and the details it reveals about its performance are all typical of the genre. Thus, the poem is offered as a specimen of the mock sermon's overall conventions and forms.
Thermal disinfection is probably the oldest water treatment method ever used. Similarly to other disinfection processes, it targets the inactivation of pathogenic (micro)organisms present in water, wastewater and other media. In this work, a pilot-scale continuous-flow thermal disinfection system was investigated using highly contaminated hospital wastewater as influent without any pre-treatment step for turbidity removal. The results proved that the tested system can be used with influent turbidity as high as 100 NTU and still provide up to log 8 microbial inactivation. Further results have shown energy consumption comparable to other commercially available thermal disinfection systems and relatively low influence on the investigated physical–chemical parameters.
MULTIFILE
Infiltratie van afstromend regenwater is één van de methoden om regenwater van het rioolstelsel af te koppelen of niet aan te sluiten. In dit artikel worden aanzetten gemaakt voor het opstellen van enkele richtlijnen voor infiltratievoorzieningen en hun achtergrond wordt weergegeven. Hiervoor is onder meer gebruik gemaakt van meetresultaten van infiltratievoorzieningen in Nederland (Eindhoven en Renkum). Uiteindelijk worden een aantal conclusies en aanbevelingen op een rij gezet
Voor een circulaire landbouw is het cruciaal dat mest wordt hergebruikt op een dusdanige wijze dat er zoveel mogelijk nutriënten en organische stof worden behouden en beschikbaar zijn voor bodem en plant. In de huidige mestverwerkingsmethoden wordt meestal gefocust op de verwerking van drijfmest door middel van scheiden en verdere verwerking. Drijfmest is de vermenging van urine en feces van bijvoorbeeld varkens of runderen. Tijdens de opslag van drijfmest ontstaan onder andere methaan, een belangrijk broeikasgas, ammoniak een belangrijk verzurend gas en giftig blauwzuurgas. Het gescheiden houden van urine en feces na excretie biedt de mogelijkheid om: 1. productie van drijfmest te vermijden en tegelijk de emissie van methaan, ammoniak en giftig gas te verlagen of vermijden. 2. organische stof fractie verder te verwerken en/ of af te voeren 3. vermenging van nutriënten (zoals stikstof en fosfaat) te vermijden waardoor de meststoffen geschikter wordt voor toepassing in het gewas. Het doel van dit project is om te verkennen wat het scheiden van urine en feces betekent voor de potentiële reductie in emissie van broeikasgassen en ammoniak, wat de kosten hiervan zijn en de vervolgstappen vast te stellen die nodig zijn voor het faciliteren en implementeren van deze technologie in de praktijk. APT is een leverancier van een scheidingsvloer voor urine en feces in de stal en heeft daarnaast andere installaties, zoals de labyrinth vergister voor het vergisten van vast fractie en heeft behoefte om deze technologie en haar toepassing verder te onderzoeken en de mogelijkheden te ontwikkelen voor toepassing in de praktijk. De samenwerking met WUR en VHL maakt het mogelijk om deze innovatie door fundamentele en toegepaste kennis en i.s.w.m. het MKB beschikbaar te maken voor toepassing in de praktijk.
Dit voorstel getiteld ?Circulaire Rundermest? staat een integrale aanpak voor ogen van de mestproblematiek in de melkveehouderij. Een consortium van MKB bedrijven wil samen met de Vilentum Hogeschool de eerste stappen zetten om bij te dragen aan een duurzame oplossing voor de Nederlandse mestproblematiek en toekomstige fosfaatschaarste. Het oplossen van het Nederlandse mestoverschot is cruciaal voor de overleving van de veehouderijsector in Nederland. In combinatie daarbij tevens de (toekomstige) schaarste aan fosfaat oplossen is een kans voor de Nederlandse landbouw. Gezien de ervaringen uit het verleden rondom de mestproblematiek wordt de aanpak gericht op marktconforme producten maken uit het mestoverschot, in plaats van de afvalbenadering, waarbij uitgegaan wordt van het circulaire gedachtegoed. Andere unieke aspecten in dit traject zijn i) de applicatie van een nieuwe high-tech scheidingstechnologie en ii) gebruikmaking van nieuwe combinaties van bestaande bioraffinage-technieken. Er wordt gestreefd naar het produceren van minimaal twee eindproducten: i) een anorganische fosfaat rijke fractie en ii) een organische fosfaatarme fractie. Deze fracties voldoen aan alle kwaliteitseisen om in de markt toegepast te worden als fosfor/fosfaatmeststof en bodemverbeteraar. Om dit te bereiken wordt door middel van praktijkgericht onderzoek antwoord gegeven op de onderzoeksvraag: ?Welke combinaties van bioraffinage-technieken zijn duurzaam en effectief voor het synthetiseren marktconforme fosfor/fosfaatconcentraten en organische stof producten uit rundermest?? Op basis van ervaringen uit de praktijk en opgedane kennis bij de betrokken lectoraten en de projectpartners wordt een conceptueel raffinage proces ontworpen. Dit proces wordt vervolgens in deelstappen experimenteel getoetst zowel bij de deelnemend MKB als bij de aangesloten hogescholen. Het optimale design wordt tenslotte in de praktijk getoetst door samenwerking van de aangesloten MKB projectpartners. Dit totaal wordt gecomplementeerd met economische en ecologische analyses ter vergelijking met bestaande systemen van de gemaakte keuzes. Relevante uitkomsten voor de sector over marktconforme producten en best presterende scheidingstechnieken worden onder andere via (vak)publicaties en een symposia verspreid.
Het is erg moeilijk om het welzijn van herpeten vast te stellen zonder invasieve handelingen, zoals corticosteron metingen in het bloed, te verrichten. Dit onderzoek richt zich op het gebruik van non-invasieve (observatie en ontlasting) methoden als valide indicaties van het welzijn van herpeten. Zo kunnen stesshormonen gemeten worden in ontlasting van herpeten (Scheun, Greeff, & Ganswindt, 2018) waardoor bloedonderzoek niet nodig is. Onderzoek heeft uitgewezen dat bij in het wild levende herpeten (roodwangschildpadden, Cash et al. 1997) al binnen een half uur het corticosteron gehalte in het bloed significant hoger is na een hanteersessie. Het is nog niet bekend hoelang het duurt voordat deze corticosteron in de ontlasting te vinden is. De focus van dit onderzoek ligt op de baardagame (Pogona vitticeps) als meest gehouden herpeet in gevangenschap. Na validatie van de observeerbare stressindicatoren met metingen van stresshormonen in de ontlasting, zullen er dieren worden gehuisvest volgens verschillende richtlijnen; bijvoorbeeld van LICG, PvH, het Groot Handboek Terrariumkunde. Vervolgens wordt er gekeken of er een verschil is in de uitingen van stressindicatoren bij verschillende huisvestingsmethoden. Met de metingen van stresshormonen kan tegelijkertijd de vraag beantwoord worden hoelang corticosteron in de ontlasting zichtbaar blijft. De verwachte op te leveren producten zijn; observeerbare gedragsindicatoren voor het meten van welzijn bij de Baardagame, richtlijnen voor het bepalen van welzijn van de Baardagame door professionals zoals de RVO en bijgestelde huisvestingsrichtlijnen te gebruiken door de hobbyist. Dit (praktijk)onderzoek is een samenwerking tussen drie Aeres mbo-locaties Dierverzorging, het practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid, het lectoraat ‘Smart Animal Behaviour & Welfare Management’ van Hogeschool Van Hall Larenstein, een dierenartspraktijk en twee belangenverenigingen. De onderzoeksvraag luidt; ‘Is er een correlatie tussen observeerbare stressindicatoren en de stresshormoon spiegel van de Baardagame’?