Het Nederlands Jeugdinstituut is gevraagd goede en minder goede voorbeelden van feitenonderzoek te beschrijven, naar aanleiding van het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen, dat de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis in 2018 opstelden. De onderzoekers spraken daarvoor met professionals, cliënten en beleidsmakers van organisaties uit de jeugdbeschermingsketen. Het feitenonderzoek in de jeugdbescherming vraagt om verbeteringen en daar zijn mogelijkheden voor, blijkt uit de studie. Daarbij is het belangrijk dat professionals en cliënten samenwerken op basis van zo veel mogelijk gelijkwaardigheid, ondanks het gedwongen karakter van die samenwerking.
MULTIFILE
Divorce is a common and complex phenomenon with high social impact, especially when it involves pervasive conflict. This chapter discusses an analytic content-based framework for gaining an in-depth understanding of divorce. It considers seven inter- related dimensions: time, conflict, relationships, violence, systems, cooperation and communication. Each dimension can be further related to the exacerbating factors of addiction and psychiatric illness. This analytical method points the way to de- escalating domestic conflict and sometimes intimate violence after divorce by listen- ing to and properly interpreting the voices of children and parents. Partner violence and controlling behaviour before, during and after divorce can arise from the struggle of one partner to attack and diminish the other, or by both partners contending for power as the family breaks up. The resulting conflict can disrupt the parental partner- ship in ways that traumatize them and interfere with their children’s right to grow up in safe surroundings, nurtured and guided by both parents. Social professionals who respond effectively are able to look beyond stereotypes to sense the unique and subtle patterns underlying the intense and persistent discord characteristic of high-conflict divorce. Only when the particular aspects of those patterns are understood and prop- erly addressed can (co-) parenting be restored to assure the children of post-divorce safety and well-being.
DOCUMENT
Niet beschikbaar.
DOCUMENT
In Nederland staat het traditionele aanbod aan hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning onder druk. Onder invloed van maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen in Nederland lijken de hulpverlenings-, welzijns- en zorginstellingen steeds meer naar elkaar toe te groeien. Er ontstaan samenwerkingsverbanden waarin elke participant vanuit eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid zijn eigen bijdrage levert. Dergelijke samenwerkingsverbanden worden “ketens” genoemd. Om het ontstaan van deze ketens goed te kunnen begrijpen worden in dit artikel eerst de belangrijkste maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen beschreven, die van invloed zijn op de praktijk van hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Vervolgens worden verschillende manieren van multiprofessionele samenwerking in Nederland op het gebied zorg, hulp- en dienstverlening met elkaar vergeleken. Tenslotte wordt de ketenbenadering geïllustreerd met een good-practice-voorbeeld: de ketenbenadering van voetbalvandalisme bij SportClub Cambuur te Leeuwarden. Het artikel wordt besloten met enkele kritische kanttekeningen.
DOCUMENT
In opdracht van dhr. Jos Baljet, Algemeen manager MVV, is onderzoek gedaan naar het supportersbeleid bij betaald voetbal organisaties (BVO’s) in Nederland. In dit rapport wordt algemene informatie gegeven over hoe er vanuit verschillende theoretische invalshoeken en beleidsmaatregelen in Nederland gepoogd wordt om voetbalvandalisme te voorkomen en te beperken, de belangrijkste trends in aanpak worden genoemd. Verder wordt er een overzicht gegeven van de manier waarop verschillende BVO’s in Nederland concreet invulling geven aan hun supportersbeleid. Tot slot wordt vanuit de vorige twee punten aangegeven welke speerpunten MVV in zijn supportersbeleid de komende jaren verder zou kunnen invullen.
DOCUMENT
Full text via link.
DOCUMENT
Het onderwerp van het onderzoek is het zoeken naar een geschikte contractvorm voor scholenbouw. Hierbij worden twee contractvormen vergelijken: het Living Building Concept (LBC) en de Open Oproep.Het LBC wil de bouw laten werken zoals de gewone consumentenmarkt. De expertise en de oplossingen worden gezocht bij de aanbieder en de vrager heeft de keuze heeft uit verschillende concepten. De Open Oproep gaat uit van een professionele opdrachtgever die vanaf het begin voor een goed lopend proces zorgt.De doelstelling was om het LBC en de Open Oproep te vergelijken aan de hand van vijf criteria: maatschappelijke kosten, faalkosten, flexibiliteit, integrale samenwerking en duurzaamheid. Hierbij werd de vraag gesteld hoe beide vormen scoren op de gestelde criteria. Het LBC is aan de hand van literatuur en interviews onderzocht. De Open Oproep is onderzocht aan de handvan de procedure zoals deze in Nederland gebruikt gaat worden, welke is opgesteld door Stichting Scholenbouwmeester Noord Nederland.De belangrijkste conclusies zijn dat het LBC en de Open Oproep veel van elkaar verschillen. Beide vormen hebben een ander uitgangspunt. Het LBC laat de expertise aan de kant van de aanbieder, en wil door marktwerking en concurrentie er voor zorgen dat de aanbieders zich onderscheiden. De Open Oproep probeert het opdrachtgeverschap te professionaliseren door een Schoolschap met expertise de opdrachtgever bij te laten staan.Een ander verschil is de toepassing van de vormen. Het LBC kan bij verschillende projecten worden toegepast, maar er bestaan nog geen partijen die werken volgens het LBC. De Open Oproep richt zich puur op scholenbouw, waardoor de markt voor deze procedure beperkt is. Daarbij is de Open Oproep nog niettoegepast in Nederland en is met het LBC slechts één pilot-project geweest, waardoor zowel het LBC als de Open Oproep niet getoetst kunnen worden aan de hand van praktijkvoorbeelden.Het antwoord op de hoofdvraag: Op welke manier Is het Living Building Concept, binnen de context van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van aanbestedingsvormen en verbeterde afstemming van actoren in hetbouwproces een goed alternatief voor een Open Oproep bij scholenbouw?, is samenvattend: Het LBC zoekt de oplossing aan de kant van de aanbieder en de Open Oproep zoekt de oplossing aan de kant van de vrager. Beide vormen zijn goede oplossingen, maar hierdoor scoren ze wel verschillend op de onderzoekscriteria, waarbij de kanttekening geplaatst moet worden dat beide vormen nieuw, in ontwikkeling en nog niet getoetst zijn.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen.
DOCUMENT
De Politieacademie heeft binnen het politiebestel de taak om wetenschappelijk onderzoek te verrichten en uit te besteden ten behoeve van de politie. Met ingang van 2015 is de strategische onderzoeksagenda voor de politie leidend voor dit onderzoek (Janssen & Venderbosch, 2014). De Politieacademie formuleert deze agenda met input van de Nationale Politie en wetenschappers en de minister van V&J stelt hem vast. De Politieacademie krijgt daarmee de verantwoordelijkheid voor de programmering van het onderzoek ten behoeve van de politie. Een belangrijk aspect van de zorg voor kwaliteit van het onderzoek is de doorwerking van politiekundige kennis in het politieonderwijs en de politiepraktijk. Om deze taak goed op zich te kunnen nemen wil de directeur Kennis & Onderzoek van de Politieacademie inzicht krijgen in de verschillende vormen van politiegerelateerd onderzoek in Nederland
DOCUMENT
Het Samen Opleiden traject De Noord- Hollandse SamenScholing (NHS) is een samenwerking tussen pabo Inholland Alkmaar en vijf schoolbesturen in het primair onderwijs uit de regio. Het doel is om studenten op te leiden tot reflectieve, contextbewuste leraren. Dit opleiden gebeurt in een hybride leeromgeving waarin opleiding en werkveld samenwerken in leerteams. De op deze wijze opgeleide leraren benutten onderzoekend vermogen in hun dagelijks handelen om continue af te kunnen stemmen op wat leerlingen nodig hebben. Deze leerteams bestaan uit eersteen tweedejaarsstudenten, een instituuts- en een schoolopleider. Het lectoraat De Pedagogische Opdracht (DPO) van Inholland legde de theoretische basis voor het definiëren en bevorderen van de reflectieve en contextbewuste professionaliteit van de (aanstaande) leraren en voor het definiëren van de plaats en functie van onderzoekend vermogen in dit proces. Daarnaast volgden de onderzoekers van het lectoraat DPO de leerteams gedurende het eerste jaar om middels actieonderzoek te verkennen hoe reflectiviteit en contextbewustzijn bij studenten versterkt kan worden en hoe zij hiervoor hun onderzoekend vermogen kunnen benutten. Er is in kaart gebracht wat dit betekent voor het samen werken en leren in leerteams en wat dit betekent voor de rol van de lerarenopleider. In dit artikel gaan we allereerst dieper in op de concepten die in het ontwerp en de werkwijze van de leerteams als theoretische basis zijn benut. Vervolgens lichten we toe op welke wijze de onderzoekers met de lerarenopleiders in de leerteams hebben samengewerkt, hoe het proces is verlopen, welke keuzes zijn gemaakt en wat de inzichten zijn. De citaten die de theorie illustreren zijn afkomstig uit actieonderzoek dat onderzoekers van het lectoraat samen met de lerarenopleiders hebben verricht.
DOCUMENT
Dit artikel laat zien hoe artistiek onderzoek gegrond kan worden in wat we “de artistieke attitude” noemen en begrepen kan worden vanuit het performatieve paradigma. De kern is dat artistiek onderzoek niet zozeer op zoek is naar ‘objectieve’ kennis, maar naar een meer ecologisch gevoelige benadering, waarin onverwachte verwevingen ontstaan en ontmoetingen mogen plaatsvinden.
LINK