De Dikke Blauwe, Filanthropium Jaargids 2014-2015 is het eerste, journalistieke filantropie-brede overzicht van ons 'Land van Goed Doen'. De redactie van het bestuurders-opinieblad Filanthropium Journaal becommentarieert hierin op kritische en geheel eigen wijze onze 'charity economy', waarin jaarlijks ruim 6 miljard euro vrijwillig geefgeld beschikbaar is voor het goede doel. Deze Jaargids richt zich zowel op de huidige bestuurders in de filantropiesector die geefgeld beheren en besteden, als op alle schenkers en potentiële private initiatiefnemers die zich oriënteren op de filantropische marktplaats, maar een integrale wegwijzer & duider node ontberen. Zij vinden in deze jaargids 2014-2015 o.a.: *jaaroverzichten & (wetenschappelijke) artikelen over filantropie door gerenommeerde (gast)auteurs *'Blue Pages': registers van filantropiebestuurders op naam én op doelbesteding *Filanthropiums 'Hot Hundred': de TOP 100 invloedrijkste personen van filantropisch Nederland *filantropische paspoorten van bestuurders en organisaties uit de Nederlandse filantropie *vele nuttige adressen en url's in de Nederlandse filantropie
LINK
Armoede is een groeiend probleem in Nederland, terwijl de overheid zich steeds vaker terug trekt. Meer en meer wordt een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van burgers en de participatie samenleving, waarin burgers in eerste instantie zelf met hun netwerk de problemen moeten oplossen. Dit heeft ertoe geleid dat steeds meer maatschappelijke organisaties en ook filantropische fondsen zich richten op het versterken of ontwikkelen van initiatieven gericht op ondersteuning van de groeiende groepen armen. De groeiende armoede-en schuldenproblematiek in Nederland is aanleiding geweest voor het ECSP om een inventarisatie te maken van wat Nederlandse fondsen doen op het gebied van armoede interventies, hoe zij dit strategisch aanpakken en tegen welke grote uitdagingen zij aanlopen. Hier is dit discussie stuk uit voort gekomen dat als input dient voor het Armoede Learning Event dat ECSP op 20 september 2017 organiseert. Dit stuk is gericht op filantropische fondsen en heeft als doel het aanzetten en inspireren tot nadenken, reflecteren en leren. Vooral rondom de vragen: welke ontwikkelingen en overwegingen voor fondsen bepalend zijn? Welke strategie en positie zij innemen? Hoe de rol van fondsen kan worden versterkt en verbeterd om de armoede problematiek grondiger aan te pakken?De inventarisatie laat zien dat fondsen steeds strategischer zijn gaan werken, gericht op het ontwikkelen van eigen projecten, het versterken van bestaande projecten en capaciteiten en ook steeds duidelijker met de effectiviteitsvraag voor ogen. “Hoe kunnen we het verschil maken?” Is een veel gehoorde vraag. Rondom armoede is deze vraag niet gemakkelijk beantwoord, de problemen zijn complex en politiek. Fondsen kunnen wel degelijk een verschil maken als het gaat om armoede interventies. Er zijn daarom een aantal belangrijke uitdagingen die in dit stuk ter sprake komen.Fondsen werken van oudsher reactief, maar juist de ontwikkeling naar de strategische filantropie en de complexiteit van armoede vragen een proactieve manier van werken. Om een verschil te kunnen maken moeten de oorzaken worden aangepakt, maar veel van de focus blijft op de gevolgen gericht. De problemen rondom armoede zijn vaak ook systemisch van aard. Sommige fondsen richting hier expliciet hun strategie op in, terwijl andere fondsen meer indirecte vormen van beïnvloeding nastreven of juist een neutrale positie. Daarbij komt nog de terugtrekkende rol van de overheid die de vraag oproept of deze lacunes op moeten vullen? Ook roept het vragen op of en hoe fondsen complementair kunnen zijn aan bestaande (overheids-) structuren en systemen? Een andere uitdaging die sterk naar voren kwam is het belang van effect meting in de strategische filantropie. Moet je als fonds richten op direct resultaat en zichtbare outcomes of op lange termijn impact? Hoe en met welk doel meet je de effectiviteit en hoe laat je dit terugvloeien in je programma’s? Moet je daarbij wel of niet experimenteel onderzoeken versus wel of niet evidence-based werken?Deze inventarisatie geeft een overzicht van de armoede problematiek in Nederland en specifiek de verschillende rollen die fondsen hierin spelen en de uitdagingen waar zij voor staan. Het is niet bedoeld om alle antwoorden te geven, maar juist bedoeld om aan te zetten tot nadenken, reflectie en leren in een gezamenlijk proces. Om zodoende te inspireren tot verdere ontwikkeling en verbetering van de concrete aanpak en de rol van fondsen in armoede interventies.
DOCUMENT
Full text via link. In december schreef Ada Ruis over Layla, een Syrische vrouw die samen met haar gezin een nieuw leven probeert op te bouwen in Nederland. Layla’s 19-jarige zoon Nabil puzzelt intussen in de Nederlandse schakelklas op zijn vervolgopleiding.
LINK
Deze notitie verkent de relatie tussen internet en vrijwilligerswerk in Nederland. De aard van vrijwilligerwerk is het afgelopen decennium grondig gewijzigd, naar meer vrijblijvende en functionele inzet. Een snelle en flexibele koppeling van vraag en aanbod aan vrijwilligers via nieuwe media ligt dan ook voor de hand. Een deel vrijwilligerswerk kan zelfs volledig digitaal, bv. het vertaalwerk van vrijwilligers van het Nederlandse Platform Ouderen en Europa.
DOCUMENT
Mecenaat is in opkomst in de Nederlandse beeldende kunst. Van een paar tientjes tot vele miljoenen, gulle gevers strooien met geld en goodies. Succesverhalen en excessen halen vaak de krant; een grote prijs, een geliefd standbeeld, een geval van belastingontduiking. Maar over de grotere structuren van het mecenaat als fenomeen gaat het bijna nooit. Welke belangen drijven de onstuimige opkomst van mecenaat in Nederland? Hoe verandert filantropie het kunstaanbod? En wat doet de steeds ingewikkeldere ‘mix’ van publiek en privaat geld met de machtsverhoudingen in het veld?Platform Beeldende Kunst deed twee jaar lang onderzoek naar mecenaat in Nederland en bracht de resultaten samen in De bevrijding van het mecenaat. De acht teksten in deze reader vormen een venster op de discussie rond mecenaat in de afgelopen vijf jaar, dat kan helpen het publieke debat tot een hoger niveau te stuwen. Weg van een focus op successen en excessen. Weg van moralistisch getouwtrek. Naar een politiek van mecenaat.
MULTIFILE
Het gaat om een schets van de ontwikkeling van het HSAO in relatie tot ontwikkelingen in de samenleving, in het (hbo-) onderwijs en ontwikkelingen op het snijvlak van het HSAO met andere hbo-sectoren/opleidingen. Het blikt terug (historisch perspectief), schetst de huidige situatie en gaat in ieder geval in op de volgende vragen: ‐ Hoe heeft het HSAO c.q. de opleidingen als toeleveraar van sociale professionals gereageerd of ingespeeld op ontwikkelingen in de samenleving en hbo-brede ontwikkelingen; ‐ Wat is de maatschappelijke relevantie en het maatschappelijk rendement van het HSAO als toeleveraar van professionals en de betekenis van het HSAO voor de arbeidsmarkt van welzijn, zorg en hulpverlening, ook in verhouding tot mbo en wo; ‐ Wat waren de belangrijkste vraagstukken en dilemma’s waar de sector c.q. de opleidingen zich voor gesteld zag, hoe zijn deze getackeld dan wel doen zij zich nu nog voor, zoals: o Volume versus kwaliteit o Breed versus smal opleiden o Niveau bachelor in relatie tot mbo en tot hbo-masters o De verhouding kennis – vaardigheden – houding
DOCUMENT
In dit artikel bestuderen we rebelse initiatieven in onderwijs en ouderenhuisvesting. We verstaan hieronder de initiatieven van individuen of teams die weloverwogen anders te werk gaan dan anderen en daarbij soms bepaalde regels overtreden ten behoeve van een betere kwaliteit van dienstverlening. Uitgeversversie: https://doi.org/10.5553/BenM/138900692021048002005
MULTIFILE
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan we aan de hand van tien casestudies en vijf interviews op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten de voorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volle overtuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hun verschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen. Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
LINK