In very old and/or frail older people living in long-term care facilities, physical inactivity negatively affects activities of daily living. The main reason to assess older adults' perceived fitness is to establish the relation with their beliefs about their ability to perform physical activity adjusted to daily tasks. The Self-Assessment of Physical Fitness scale was developed to address these needs. The aim of this study was to estimate the test-retest reliability and construct validity of the scale. 76 elderly people (M age = 86.0 yr., SD = 6.3) completed the test. Cronbach's a was .71. One-week test-retest reliability ICC's ranged from .66 (SAPF aerobic endurance and SAPF balance) to .70 (SAPF sum score). Concurrent validity with the Groningen Fitness Test for the Elderly was fair to moderate. Despite the limited number of participants (N = 76), results suggest that the scale may be useful as an assessment of perceived fitness in older adults.
LINK
Data collected from fitness trackers worn by employees could be very useful for businesses. The sharing of this data with employers is already a well-established practice in the United States, and companies in Europe are showing an interest in the introduction of such devices among their workforces. Our argument is that employers processing their employees’ fitness trackers data is unlikely to be lawful under the General Data Protection Regulation (GDPR). Wearable fitness trackers, such as Fitbit and AppleWatch devices, collate intimate data about the wearer’s location, sleep and heart rate. As a result, we consider that they not only represent a novel threat to the privacy and autonomy of the wearer, but that the data gathered constitutes ‘health data’ regulated by Article 9. Processing health data, including, in our view, fitness tracking data, is prohibited unless one of the specified conditions in the GDPR applies. After examining a number of legitimate bases which employers can rely on, we conclude that the data processing practices considered do not comply with the principle of lawfulness that is central to the GDPR regime. We suggest alternative schema by which wearable fitness trackers could be integrated into an organization to support healthy habits amongst employees, but in a manner that respects the data privacy of the individual wearer.
MULTIFILE
Voor een sportieve en vitale samenleving zijn openbare sportvoorzieningen in de directe woonomgeving van de inwoners van groot belang. Openbare ruimte is in Nederland echter schaars. De beperkte ruimte die beschikbaar is voor sport en recreatie moet zo optimaal mogelijk worden ingericht. Zo ook outdoor fitness locaties: openbare sportvoorzieningen met veilige en laagdrempelige fitness toestellen. In dit stappenplan worden 10 stappen benoemd die van belang zijn voor het creëren van succesvolle outdoor fitness locaties: 6 stappen die van belang zijn bij het aanleggen van een nieuwe locatie en 4 stappen die van belang zijn voor het bevorderen van het gebruik van zo’n locatie. Dit stappenplan is opgesteld aan de hand van een onderzoek van het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving van De Haagse Hogeschool naar het gebruik van zeven ‘fitplaatsen’ in de gemeente Den Haag.
DOCUMENT
De technische en economische levensduur van auto’s verschilt. Een goed onderhouden auto met dieselmotor uit het bouwjaar 2000 kan technisch perfect functioneren. De economische levensduur van diezelfde auto is echter beperkt bij introductie van strenge milieuzones. Bij de introductie en verplichtstelling van geavanceerde rijtaakondersteunende systemen (ADAS) zien we iets soortgelijks. Hoewel de auto technisch gezien goed functioneert kunnen verouderde software, algorithmes en sensoren leiden tot een beperkte levensduur van de gehele auto. Voorbeelden: - Jeep gehackt: verouderde veiligheidsprotocollen in de software en hardware beperkten de economische levensduur. - Actieve Cruise Control: sensoren/radars van verouderde systemen leiden tot beperkte functionaliteit en gebruikersacceptatie. - Tesla: bij bestaande auto’s worden verouderde sensoren uitgeschakeld waardoor functies uitvallen. In 2019 heeft de EU een verplichting opgelegd aan automobielfabrikanten om 20 nieuwe ADAS in te bouwen in nieuw te ontwikkelen auto’s, ongeacht prijsklasse. De mate waarin deze ADAS de economische levensduur van de auto beperkt is echter nog onvoldoende onderzocht. In deze KIEM wordt dit onderzocht en wordt tevens de parallel getrokken met de mobiele telefonie; beide maken gebruik van moderne sensoren en software. We vergelijken ontwerpeisen van telefoons (levensduur van gemiddeld 2,5 jaar) met de eisen aan moderne ADAS met dezelfde sensoren (levensduur tot 20 jaar). De centrale vraag luidt daarom: Wat is de mogelijke impact van veroudering van ADAS op de economische levensduur van voertuigen en welke lessen kunnen we leren uit de onderliggende ontwerpprincipes van ADAS en Smartphones? De vraag wordt beantwoord door (i) literatuuronderzoek naar de veroudering van ADAS (ii) Interviews met ontwerpers van ADAS, leveranciers van retro-fit systemen en ontwerpers van mobiele telefoons en (iii) vergelijkend rij-onderzoek naar het functioneren van ADAS in auto’s van verschillende leeftijd en prijsklassen.
Er is momenteel een enorme groei op het gebied van consumentenproducten om activiteiten en bewegingen te meten; zowel voor de fitnessindustrie (bv. Fitbit, Jawbone) als in de gaming wereld (bv Kinect, Wii). Bedrijven op het gebied van zorgtechnologie vragen zich af of zij producten en diensten kunnen ontwikkelen op basis van deze technologie. In dit project richten we ons specifiek op de vraag van de bedrijven of met deze producten het valrisico van ouderen kan worden ingeschat. De incidentele metingen in een klinische omgeving kunnen dan worden vervangen door continue metingen in het dagelijks leven. Het onderzoek dat wordt uitgevoerd betreft het bepalen van de nauwkeurigheid, robuustheid en acceptatie van technologie om in realistische omgevingen (hier: woonomgeving en ziekenhuisom-geving) de bewegingskenmerken van ouderen te meten. Het onderzoek wordt ingericht rond de onderzoeksvraag: Hoe kunnen technologieën voor bewegingsregistratie die zich hebben bewezen in een labsetting worden ingezet in de woonomgeving en in het ziekenhuis, ten behoeve van het inschatten van val-risico bij ouderen? Het onderzoek zal worden uitgevoerd in twee parallel lopende cases: valrisico meten in de woon-omgeving en valrisico meten in het ziekenhuis. In beide gevallen wordt een living lab aanpak ge-volgd: de technologische oplossingen van de MKB worden op iteratieve wijze, in de praktijk , be-studeerd en verder ontwikkeld. Ook de inbedding van de technologie in het zorgproces wordt in het onderzoek meegenomen. De kennis die wordt opgedaan zal worden gebruikt door de participerende MKB in nieuwe pro-ducten en diensten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team bestaande uit de Hogeschool van Amsterdam (Domein Digitale Media en Creatieve Industrie en Domein Gezond-heid), de Vrije Universiteit (Bewegingswetenschappen), het AMC (Geriatrie), zorgaanbieders Cor-daan en Amsta en de participerende MKB. De resultaten zullen worden gepresenteerd op twee publieke seminars, in vakbladen en op we-tenschappelijke conferenties.
Can provision of outdoor fitness and engaging communities in decision making process , encourage residents to use the facilities and be more physical active?ongoing project This a practical project that is part of the BIOR program in Groningen. We are aiming to explore the impact of implementing the fitness equipment as well as community involvements in four different areas in Groningen on physical activity level of residents and/or park utilisation. The project is drawing on qualitative data based on observation using SOPARC, interview with stakeholders and survey and focus group discussion with residents.