In het SaxShirt-project wordt een comfortabel shirt ontwikkeld waarmee fysiologische aspecten van de drager kunnen worden gemeten, zonder dat de drager daar extra inspanning voor hoeft te leveren. Dergelijke technologieën noemen we Zero Effort Technologies (Baecker, 2011). De belangrijkste fysiologische aspecten die in eerste instantie gemeten gaan worden zijn: 1) temperatuur 2) hartslag 3) ademhaling. Het project is gestart in september 2013. Het doel is om in oktober 2014 een praktisch demonstratiemodel te hebben van het shirt waarmee de mogelijkheden van de huidige technologie kunnen worden gedemonstreerd. Het is belangrijk dat het shirt niet alleen comfortabel zit, maar ook robuust en eenvoudig te wassen en reinigen is. Voorafgaand aan dit project zijn er al verscheidene onderzoeken en ontwikkelingen geweest om mogelijkheden voor het shirt te onderzoeken. Om een definitief implementatieplan te kunnen opstellen voor het huidige project, was er behoefte om nog eenmaal een korte verbredende onderzoeksfase uit te voeren. Dit rapport is het resultaat van deze fase. Na de verbredende fase zijn in november 2013 besluiten genomen en is begonnen aan de implementatie van het demonstratiemodel. De belangrijke momenten staan in onderstaand overzicht: • Oktober 2013: Start SaxShirt Project • November 2013: Vaststellen Plan van Aanpak (PvA) voor implementatie • Juli 2014: Afronden implementatie • Oktober 2014: Oplevering eerste demonstratiemodel SaxShirt Dit rapport beschrijft de state-of-the art van technieken waarmee bovenstaande fysiologische aspecten kunnen worden gemeten. Het doel van dit rapport is om een overzicht van in textiel-integreerbare fysiologische sensoren te geven. Dit overzicht dient als basis en discussiestuk voor het pan van aanpak voor de implementatie en kan worden gebruikt als introductie voor nieuwe medewerkers op het SaxShirt project.
MULTIFILE
BouwTex gebruikt textiel voor het ontwikkelen van nieuwe toepassingen voor de bouw. Er is onderzoek gedaan naar op textiel gebaseerde bouwoplossingen en vervolgens zijn prototypes ontwikkeld die gebruikt kunnen worden door professionals in de bouwketen. Het project richtte zich met name op de toepassing van textiel bij de renovatie en het hergebruik van gebouwen. Naast materialenonderzoek is ook onderzoek gedaan naar de behoeften van de gebruiker, de perceptie van het gebruik van textiel binnen de architectuur en de bouw. Daarnaast is binnen het ontwerpproces gezocht naar een grotere ruimtelijke en functionele flexibiliteit door het toepassen van textiel. Ook is onderzoek gedaan naar de bijdrage van textiel voor een beter binnenklimaat, wat een positief effect heeft op de leef- en werkomstandigheden. Door middel van workshops en case studies hebben de professionals en studenten samengewerkt om de eigenschappen en het potentieel van textiel als geïntegreerd architectonisch / bouwproduct te verkennen. Kennis van de materiële eigenschappen van textiel werd ontwikkeld tot conceptuele toepassingen voor diverse gebruikersgroepen door studenten en professionals. Van geselecteerde concepten zijn werktekeningen en specificaties gemaakt door architecten, op basis waarvan vervolgens door professionals uit de bouw prototypes zijn gemaakt. De prototypes werden getest en het hele projectproces werd geanalyseerd door onderzoekers. Alle bijdragen van studenten en bedrijven (inclusief prototypes en testopnamen) zijn publiekelijk tentoongesteld. Alle projectpartners werkten samen om de projectbevindingen te verspreiden.
DOCUMENT
Deze publicatie is tot stand gekomen in het kader van een updateproject, waarbij een groot aantal technische voorlichtingspublicaties wordt aangepast aan de huidige stand der techniek. Hierbij heeft een nauwe samenwerking plaatsgevonden tussen de op de laatste pagina van deze publicatie vermelde partijen. Deze publicatie is een update van de publicatie "Construeren voor booglassen met robots" (VM 105, FME, 1997) en vormt samen met de publicaties "TI.07.39 - Eenvoudige mechanisatie bij het booglassen" en "TI.07.41 - Geavanceerde lasmechanisatie en sensoren", een overzicht met betrekking tot de automatisering van het lasproces. Al deze geupdate publicaties zijn, evenals de andere in dit updateproject vervaardigde en uitgegeven publicaties, als pdf-file vrij te downloaden vanaf de websites "www.verbinden-online.nl", "www.dunneplaat-online.nl" en via de websites van de deelnemende organisaties.
DOCUMENT
Het Fysio Future Lab werkt aan succesvol inzetten en gebruiken van nieuwe technologie binnen de beweegzorg. Uitgangspunt is dat technologie de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van leven van de patiënt kan verbeteren.Doel We willen nieuwe technologie in beweegzorg naar de beroepspraktijk en het onderwijs brengen. Dat kan voordelen opleveren voor de gezondheid van burgers. Dit doen we door wetenschappelijk onderzoek te verrichten, ontwikkelaars en eindgebruikers met elkaar te verbinden en (toekomstige) beweegzorgprofessionals te informeren en inspireren. Resultaten In de eerste 1,5 jaar van het Fysio Future Lab hebben we diverse pilotstudies uitgevoerd rondom de bruikbaarheid van digitale toepassingen in de beweegzorg: Physitrack, MemoRide, Range of Monitor en Inmotion VR. Medio 2019 hebben we onze aanpak vernieuwd. Jaarlijks organiseren we nu vier bijeenkomsten met het fieldlab. Tijdens de bijeenkomsten is er altijd ruimte is voor vragen en/of ideeën uit de praktijk, en komt er altijd een ontwikkelaar langs om feedback te vragen ten aanzien van zijn (prototype) product. Daarnaast hebben er diverse "klankbordsessies" plaatsgevonden, waarin er in 1,5 uur tijd met beweegzorgprofessionals, docenten en de ontwikkelaar kritisch opbouwend wordt gekeken naar de toepasbaarheid en bruikbaarheid van het product. Verder hebben we in 2021 het informatieve platform BeweegTech gelanceerd (www.beweegtech.nl). Op deze website kunnen (toekomstige) fysio- en oefentherapeuten op zoeken naar beschikbare technologie, alsmede de eigenschappen en kwaliteit. Looptijd 01 december 2016 - 01 september 2024 Aanpak Het Fysio Future Fieldlab Het fieldlab bestaat uit een kerngroep van zo’n 30 (toekomstige) beweegzorgprofessionals met daaromheen een flexibele schil. Binnen het fieldlab wordt door middel van co-creatie met ontwikkelaars bijgedragen aan de totstandkoming van technologische toepassingen die aansluiten bij de beroepspraktijk. Een informatief e-platform over beweegzorgtechnologie Het platform ‘beweegzorgtechnologie’ is een platform dat (toekomstige) beweegzorgprofessionals inspireert en informeert over beschikbare nieuwe technologie binnen de beweegzorg (zoals medische apps, beweeggames, sensoren en VR-technologie) en faciliteert dat per patiënt de best passende technologie opgezocht kan worden. Wetenschappelijk onderzoek Er wordt onderzoek uitgevoerd rondom de randvoorwaarden om nieuwe technologie te integreren binnen de beweegzorg. Dit onderzoek richt zich bijvoorbeeld op ontwikkelingen op de integratie van nieuwe technologie in bestaande routines binnen de beweegzorg, benodigde competenties (21st century skills), co-creatie, implementatie en business modellen rondom nieuwe technologie.
In iedere middelbare schoolklas zit gemiddeld een kind met een idiopathische scoliose, een verkromming van de wervelkolom die vaker ontstaat bij meisjes. In veel gevallen is tijdens de jaren van de groeispurt een brace de aangewezen behandeling. Hoeveel druk een brace exact op welke plek moet leveren is echter niet bekend.
Recente ontwikkelingen op het gebied van microfluïdica en microreactoren maken het mogelijk verschillende laboratoriumtesten te miniaturiseren.Deze zogenaamde “lab-on-a-chip” technologieën maken diagnostische testen buiten het laboratorium (point of care testing) mogelijk.Voor medische testen hoeven artsen geen monsters meer op te sturen naar een gespecialiseerd laboratorium en te wachten op de uitslag, de gegevens kunnen meteen gelezen worden en eventuele therapie direct gestart of daarop aangepast worden. Desondanks loopt de toepassing van de “lab-on-a-chip” technologie in de praktijk achter bij de verwachtingen. De omzetting van idee tot device vergt vaak grote investeringen. Voor het aantonen van de toepasbaarheid van een idee zijn veelal al dure investeringen in productiemiddelen en geconditioneerde ruimten noodzakelijk, terwijl het benodigde geld voor de investeringen alleen verkregen kan worden als kan worden aangetoond dat het idee werkt (“valley of death”). Printtechnologieën kunnen op dat punt een uitkomst bieden. Inkjetprinten, plasmaprinten en 3D-printen zijn relatief eenvoudige, goedkope en flexibele technieken die bijna overal kunnen worden toegepast en ze zijn ook nog eens geschikt voor biologische materialen. In dit project willen we met een combinatie van verschillende printtechnieken (inkjet-, plasma- en 3D printen) een platform genereren waarmee MKBers middels prototypes de haalbaarheid van hun idee met betrekking tot een bio(medische) sensor kunnen aantonen. Door gebruik te maken van een innovatieve detectiemethode, recent ontwikkeld aan de Technische Universiteit Eindhoven, willen we een volledig geprinte sensor produceren die met een smartphone uit te lezen is. We zullen twee praktijkgerichte toepassingen als demonstrator uitwerken. Als eerste een sensor die een ernstige longontsteking van een onschuldige verkoudheid kan onderscheiden, door detectie van het ontstekingseiwit ‘C-reactief eiwit (CRP)’. Als tweede een sensor die snel en eenvoudig de spiegels van een nieuwe oncologische biomarker kan meten en gebruikt kan worden bij de diagnostiek van bepaalde soorten tumoren en het meten van de therapeutische respons.