Leraren in het voortgezet onderwijs die formatief handelen geven informatie over hoe het beoogde doel te bereiken. Leraren die summatief toetsen geven een geïnformeerd oordeel over prestaties. Formatief handelen heeft een motiverende werking, terwijl summatief toetsen niet per se schadelijk is voor de motivatie van leerlingen. Op basis van de resultaten uit het proefschrift van Krijgsman (2021) adviseren we formatief handelen en summatief toetsen te combineren, zodat beide functies elkaar versterken (synergie) zonder eenzijdig de nadruk op een van beiden te leggen (balans). Tot op heden blijft deze synergie en balans uit. Factoren in het gehele onderwijs-ecosysteem beïnvloeden dit. Scholen hebben bijvoorbeeld een grote mate van autonomie op het gebied van toetsing. Tegelijk ontbreekt er een eenduidig landelijk kader voor toetsbeleid en is er behoefte aan professionele ontwikkeling voor schoolleiders, teamleiders en leraren op het gebied van toetsdeskundigheid. Daarnaast worden de behoeften van leerlingen rondom toetsing veelal niet geïnventariseerd bij de ontwikkeling van toetsvisie en -beleid. We pleiten voor een samenwerking tussen leerlingen, leraren, teamleiders, schoolleiders, regionale of nationale leiders, beleidsmakers en wetenschappers, om vanuit een systemisch perspectief dit complexe vraagstuk aan te pakken.
DOCUMENT
In de onderwijspraktijk is de laatste jaren steeds meer aandacht ontstaan voor de functie en de kwaliteit van evalueren. Net als andere vakgebieden is ook het vakgebied LO in toenemende mate op zoek naar de juiste plek en vorm van evaluatieactiviteiten binnen het curriculum. Activiteiten waarmee we het leerproces van leerlingen kunnen optimaliseren en ondersteunen. Voor deze laatste opdracht lijkt met name formatief evalueren onmisbaar.
DOCUMENT
Moderne vreemde talen-docenten op middelbare scholen willen zich meer richten op de communicatieve kant van taalonderwijs. Bestaande taaltoetsen sluiten niet altijd aan op de leerdoelen. Hoe kunnen we toetsen aanbieden waarin communicatie centraal staat? Welke gevolgen heeft dit voor de manier van lesgeven?
Beeldbellen wordt in de zorg met gemengde gevoelens gebruikt in de mentale gezondheidszorg. Het biedt kansen om de zorg efficiënter in te richten, maar zorgprofessionals zitten niet om de technologie te springen. Non-verbale communicatie is bijvoorbeeld sterk beperkt. Emotie-detectie kan hierin een compenserende rol spelen. Literatuur onderzoek en zorgprofessionals geven aan dat (1) adequate inschatting van emoties helpen in het opbouwen van een emotionele verbinding met de gesprekspartner, (2) stress-detectie helpt om effectiever te kunnen behandelen en (3) specifieke expressie indicatoren (een frons, gespannen lippen) kunnen helpen om een tijdelijke slechte verbinding geïnformeerd te overbruggen. De meest gebruikte sensor voor betrouwbare stress-herkenning is huidgeleiding. In de context van beeldbellen kan het dragen van sensoren aan het lichaam drempelverhogend werken. Voor een behandeling zijn technische storingen afleidend en vaak lastig te verhelpen op afstand. Hier ligt een kans voor emotie-detectie uit gelaats- en stem analyse. Beide technologieën apart lijken onvoldoende informatief. In dit onderzoek willen we onderzoeken of een integrale analyse met beide technologieën meer betrouwbaarheid en aanvullende, bruikbare informatie oplevert voor een online behandelsessie. De informatie uit een emotie-analyse zal ook de behandelpraktijk beïnvloeden. Er zal een programma voor de implementatie van emotieherkenning in de behandelpraktijk moeten worden ontwikkeld. Het programma gaat in op aspecten als de gewenste functionaliteit, de geschikte behandelcontexten en problematieken, benodigde aanpassing van behandelprotocollen en randvoorwaarden voor gebruik. In dit onderzoek willen we een prototype bouwen voor een beeldbel applicatie die gebruik maakt van de gelaats-analyse van Noldus BV, inclusief hartslag, en de stem-analyse van Vokaturi BV. Het prototype dient om een technische verkenning te doen naar de mogelijkheden, beperkingen en eisen aan een integrale analyse van beide technologieën. Met het prototype kan ook een programma voor implementatie worden ontwikkeld, behandelaren kunnen ermee ervaren hoe en reflecteren op een toekomstige online behandelpraktijk.
Gedurende twee jaar verdiepen deelnemende docenten zich in het pedagogisch-didactische concept ‘Formatief Handelen’. De leergang kent twee integratief aangeboden leerlijnen, c.q. doelen: 1) de deelnemers ontwikkelen zich tot expert formatief handelen en 2) de deelnemers werken als change agent om de implementatie van formatief handelen Hanze-intern verder te brengen. In het onderzoek wordt gekeken naar a) het ontwerp van de leergang, b) het leerproces van deelnemende docenten alsook c) de doorwerking richting collega’s/opleidingen aan wie zij het geleerde weer overbrengen. Tevens wordt er in het huidige onderzoek gekeken naar de interactie tussen bovengenoemde aspecten.