Technische, economische en maatschappelijke aspecten van duurzame waterstof.Dit rapport is geschreven als achtergrondinformatie voor twee projecten waarbij de Hanzehogeschool Groningen betrokken is: de bouw van een waterstoftankstation in Groningen en deontwikkeling van een waterstofwoonwijk in Hoogeveen. Het waterstoftankstation is in november 2021 feestelijk geopend en de waterstofwijk is nog volop in ontwikkeling.Beide projecten dragen bij aan de realisatie van een klimaatneutrale toekomst. Nederland wil in 2050 klimaatneutraal is zijn, met andere woorden: er mag netto geen uitstoot meer zijn van broeikasgassen. Hierdoor wordt de opwarming van de aarde beperkt en worden ongewenste klimaatveranderingen voorkomen.Het rapport gaat over de rol die waterstof kan spelen in de transitie van fossiele energie naar duurzame energie.
Kunstmest voor de velden en brandstof voor landbouwvoertuigen zijn belangrijke kostenposten voor de landbouw. Kunstmest en dieselbrandstof zijn energie-intensieve producten en daarmee ook een belangrijke bron van CO2 emissies vanuit de landbouw. Technologie voor hernieuwbare energie zoals zonne- en wind energie wordt steeds goedkoper waardoor het rendabeler wordt deze technologie ook te gebruiken. Terug leveren van geproduceerde hernieuwbare elektriciteit aan het elektriciteitsnet is echter niet altijd voordelig. De hernieuwbare energie moet hier concurreren met gesubsidieerde fossiele elektriciteit opgewekt met kolen, gas en kerncentrales. Kleinschalige decentrale productie op het boerenbedrijf van zowel kunstmest als transportbrandstof met behulp van hernieuwbare energie levert de boer en zijn omgeving direct voordeel op:Inkoopkosten voor deze producten worden lagerVermindert de CO2-emissie van de landbouw aanzienlijk, de carbo-footprint wordt verminderdRendement op hernieuwbare energie technologie wordt hogerAmmoniak (NH3) is zowel grondstof voor kunstmest als brandstof voor motoren. Ammoniak kan diesel voor meer dan 90% vervangen in bestaande dieselmotoren. Daarmee is ammoniak een uitstekende vervanger voor diesel in het landbouw en wegverkeer. Ammoniak is ook grondstof voor waterstof (H2) in waterstofmotoren. De technologie om ammoniak te maken is gebaseerd op het Haber-Bosch proces uit het begin van de vorige eeuw. Deze technologie vraagt veel energie voor het creëren van de hoge druk en de hoge temperaturen. Daarom is het voordelig het Haber-Bosch proces in grote installaties uit te voeren.Nieuwe brandstofcel-technologie maakt het mogelijk het Haber-Bosch proces (elektro-katalytisch) op kleine schaal uit te voeren. Het Kiemkracht concept Greenfertilizer onderzoekt de mogelijkheden van deze technologie voor ammoniak productie en benutting op het eigen boerenbedrijf.Het onderzoek is uitgevoerd door TU-Delft en Hanzehogeschool. Het doel was een opgeschaald ammonia elektrolyse synthese proces te ontwikkelen waar een eerste schaal-sprong gemaakt zou worden.Het elektrochemisch ammonia synthese proces is gebaseerd op zuurstofgeleidende elektroden, (proces figuur3. zie onder). Het voordeel van deze zuurstofgeleidende electroden boven proton geleidende electroden is dat er met omgevingslucht gewerkt kan worden in plaats van met stoom. Stoom maakt technologische ontwikkeling van het proces gecompliceerder. Experimenteel en theoretisch onderzoek van TU-Delft laat zien dat met deze elektroden ammonia te produceren is. TU-Delft heeft met zuurstof geleidende electroden ammonia productiesnelheden behaald van 1,84x 10-10 mol s-1 cm-2 bij 650oC. Deze snelheden zijn een factor 100-1000 hoger dan tot nu toe gerapporteerd in literatuur (Kyriakou et al 2017). Simulatie-studies van TU-Delft laten zien dat het ammonia synthese proces met een factor 100-1000 versneld kan worden door het proces onder druk te brengen bij een temperatuur van 400-500C. Op basis van deze simulaties is een ontwerp gemaakt en uitgevoerd voor een “hoge-druk electrolyse reactor”. Technische complicaties met deze hoge druk elektrolyse reactor maakte het onmogelijk betrouwbare resultaten te verkrijgen. Met name gas lekkages bij hoge temperaturen maakten het onmogelijk ammonia massabalansen op te stellen. Bovendien was ammonia productie niet aan te tonen. Hiermee zijn de simulatie voorspellingen niet bevestigd en blijft het onduidelijk of de onderliggende hypothesen correct zijn. De Hanzehogeschool heeft onderzoek uitgevoerd naar het concentreren van ammonia voor toepassing als vloeibare kunstmest. Uitgangspunt hierbij waren de ammonia productieniveau van de experimentele opzet en de voorspelde gesimuleerde opzet. Met de juiste technologie is het mogelijk de ammonia te concentreren voor verdere verwerking als kunstmest. Echter dit proces is economisch rendabel bij een ammonia concentratie in de uitstroom van de elektrolyse reactor die een factor 1000 hoger is dan tot nu toe is gemeten. Het feit dat de TU-Delft er niet in is geslaagd een kleine schaalsprong (factor 10) te maken met de drukreactor betekent dat commerciële toepassing van dit proces voorlopig nog niet aan de orde is. Achteraf gezien was het wellicht beter geweest de keuze te maken voor de proton geleidende electroden die bij lagere temperaturen werkzaam zijn, hier is een schaalsprong van een factor 100 ten opzichte van de recent gerapporteerde ammonia synthese snelheden. Een recente review door Kyriakou et al 2017 geeft als aanbeveling onderzoek te verrichten naar verbeterde elektrodematerialen en geleidende elektrolyten in de reactorcellen. Uiteindelijk zal het elektrochemisch ammonia synthese proces er komen vanwege de vele voordelen die het beidt. Processen moeten met een factor 100-1000 verbeterd worden eer het proces economisch rendabel is. Op dit moment is het nog niet te voospellen wanneer dit moment er is.
Het Future Factory consortium, waar lectoraat Nieuwe Energie in de Stad onderdeel van is, bestaat uit ervaren partijen die zich realiseren dat de 200.000 woningrenovaties per jaar die in het klimaatakkoord beoogt worden een enorme innovatie opgave met zich mee brengt. Het consortium bevat de meest succesvolle producenten/leveranciers van diepe renovatie proposities in Nederland, die weten wat het betekent om te industrialiseren en te digitaliseren. Doel Het doel van de Future Factory is jaarlijks (vanaf 2025) 25.000 renovaties leveren die passen op 40% van woningen in Nederland. De renovatie proposities zijn zowel voor de particuliere eigenaren als verhuurders beschikbaar via op hen afgestemde lever- en saleskanalen. De renovatie behelst een combinatie van betaalbare isolatiesystemen en fossielvrije energiesystemen. Resultaten Creëren van tenminste twee productiefaciliteiten, binnen beoogde looptijd van 5 jaar, voor de productie van renovatiepakketten voor ca. 5.000 woningrenovaties per jaar; met significante verbeteringen in kwaliteit en kostprijs. Ontwikkelen van een productiefaciliteit voor het produceren van dak en gevelelementen met daarin geïntegreerde energiesystemen met een capaciteit van 25.000 woningrenovaties per jaar, voor woningen die typologisch veel voorkomen (ca. 3,5 miljoen woningen in Nederland). Er zal bijgedragen worden aan het verbeteren van marktcondities, zodat consumenten een aantrekkelijk product krijgen welke ze via begrijpelijke en aantrekkelijke verkoopkanalen kunnen aanschaffen, binnen passende regelgevende kaders. Looptijd 01 januari 2020 - 31 januari 2024 Aanpak Het consortium ontwikkelt vanuit een programmatische aanpak de Future Factory, waar het lectoraat onderzoek doet voor de partners ten behoeve van het behalen van de doelstellingen. Met onze ruime ervaring ontwikkelen wij samen met de bedrijven integrale totaaloplossingen en bouwdelen voor de renovatiemarkt. We maken hierbij gebruik van onze expertise op het gebied van: Installatietechniek Bouwkunde Productie en uitvoeringstechniek ICT De Utrechtse aanpak De Hogeschool Utrecht experimenteert hier met een verdere doorontwikkeling van het interdisciplinair onderwijs. In het bijzonder zal Embedded Design Research (EDR) worden onderzocht om de verbinding concreet te maken tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven op de thema’s van Future Factory. EDR houdt concreet in dat onderzoekers en studenten samen bij bedrijven participeren in het creëren van oplossingen/inzichten. Studenten en onderzoekers haken in op lopende ontwikkelingen (R&D) van bedrijven binnen Future Factory. Hierdoor blijft het onderzoek en onderwijs niet theoretisch, maar worden de resultaten praktisch toepasbaar voor bedrijven. Dit heeft een duidelijke relatie met de missie van het hbo (en mbo) om meer praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Onderwijsvormen die gekoppeld worden zijn bijvoorbeeld: integrale projectgroepen, stage, minors en afstuderen. Hierin wordt onderscheid gemaakt in ontwerpen en uitvoeren.