Deze publicatie richt zich vooral op het concept Design Based Research,gezien vanuit het perspectief van de bijna 40 lectoren die de hogeschool rijk is. Dit lectoratenoverzicht kan worden beschouwd als een atlas of reisgids waarmee de lezer een route kan afleggen langs de verschillende lectoraten. De lectoraten die actief zijn op het gebied van de Service Economy worden beschreven in hoofdstuk 2. De lectoraten die actief zijn op het gebied van Vitale Regio worden beschreven in hoofdstuk 3. De lectoraten die actief zijn op het gebied van Smart Sustainable Industries worden beschreven in hoofdstuk 4. De lectoraten die actief zijn op het gebied van de hogeschoolbrede thema’s Design Based Education en Research worden beschreven in hoofdstuk 5. Tenslotte wordt er in hoofdstuk 6 een eerste aanzet gedaan om één of meer verbindende thema’s of werkwijzen te ontdekken in de aanpak van de verschillende lectoraten. Het is niet de bedoeling van deze publicatie om een definitief antwoord te geven op de vraag wat NHL Stenden precies bedoelt met het concept Design Based Research. Het doel van deze publicatie is wel om een indruk te krijgen van wat er allemaal gebeurt binnnen de lectoraten van NHL Stenden, en om nieuwsgierig te worden naar meer.
DOCUMENT
Futures Literacy (FL), developed by UNESCO (2014), is a capability that provides insight into how we approach unforeseeable challenges by using the future to innovate the present (Miller, 2015). When we only use the past to predict the future, detecting novelty is difficult. By knowing how we are using the future, we can integrate complexity and novelty in our choices and therefore make better decisions. Hanze University has adapted FL to higher education by developing intensive Futures Literacy Knowledge Laboratories (FLKLs) for Professional Masters. This paper focuses on the hypothesis that participants become more Futures Literate after participating in a Lab. Operationalizing underlying skills and measuring improvement during FLKLs is an important step towards an evidence-based approach. Therefore, this paper will focus on the development of a method of measurement that is aimed at measuring the effects of the FLKLs.
LINK
De dissertatie "Probing Futures, Acting Today" van Caroline Maessen onderzoekt hoe organisaties alternatieve toekomsten kunnen verbeelden om dagelijkse toekomstvormende praktijken te veranderen teneinde complexe maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Organisaties hebben de neiging door lineair denken hun verbeeldingsvermogen te beperken tot conventionele toekomsten, wat effectieve reacties op problemen zoals klimaatverandering en sociale ongelijkheid belemmert. Het gevolg is dat na de zoveelste heisessie voor visieontwikkeling, er nog steeds niets fundamenteel verandert. Hoe de toekomst zich ontvouwt, tegen de achtergrond van maatschappelijke complexe problemen, gaat vaak voorbij onze collectieve verbeeldingskracht. Organisaties hebben moeite om zich te verbinden met onconventionele toekomsten en acties in het heden daarop af te stemmen. Voor betekenisvolle verandering moeten organisaties navigeren tussen de aantrekkingskracht van inspirerende onconventionele toekomsten en de behoefte aan stabiliteit en controle. Maessen heeft in twee (semi) publieke organisaties onderzocht waarom dit zo lastig is en hoe organisaties daarin ondersteund kunnen worden.
DOCUMENT
“Empowering learners to create a sustainable future” This is the mission of Centre of Expertise Mission-Zero at The Hague University of Applied Sciences (THUAS). The postdoc candidate will expand the existing knowledge on biomimicry, which she teaches and researches, as a strategy to fulfil the mission of Mission-Zero. We know when tackling a design challenge, teams have difficulties sifting through the mass of information they encounter. The candidate aims to recognize the value of systematic biomimicry, leading the way towards the ecosystems services we need tomorrow (Pedersen Zari, 2017). Globally, biomimicry demonstrates strategies contributing to solving global challenges such as Urban Heat Islands (UHI) and human interferences, rethinking how climate and circular challenges are approached. Examples like Eastgate building (Pearce, 2016) have demonstrated successes in the field. While biomimicry offers guidelines and methodology, there is insufficient research on complex problem solving that systems-thinking requires. Our research question: Which factors are needed to help (novice) professionals initiate systems-thinking methods as part of their strategy? A solution should enable them to approach challenges in a systems-thinking manner just like nature does, to regenerate and resume projects. Our focus lies with challenges in two industries with many unsustainable practices and where a sizeable impact is possible: the built environment (Circularity Gap, 2021) and fashion (Joung, 2014). Mission Zero has identified a high demand for Biomimicry in these industries. This critical approach: 1) studies existing biomimetic tools, testing and defining gaps; 2) identifies needs of educators and professionals during and after an inter-disciplinary minor at The Hague University; and, 3) translates findings into shareable best practices through publications of results. Findings will be implemented into tangible engaging tools for educational and professional settings. Knowledge will be inclusive and disseminated to large audiences by focusing on communication through social media and intervention conferences.
Het postdoc-onderzoek Building Adaptive Tourism Areas beoogt om een bijdrage te leveren aan het vergroten van de adaptiviteit van toeristische bestemmingen. Adaptiviteit is een essentiële eigenschap in de huidige dynamische netwerk samenleving en globaliserende economie. Toeristisch-recreatieve bestemming moeten meebewegen met zaken als toenemende concurrentie en professionalisering, veranderend consumentengedrag, nieuwe technologieën die nieuwe kansen en uitdagingen met zich mee brengen, de maatschappelijke roep om duurzaamheid, kortere levenscycli van concepten, de vraag om bestemmingen in balans als gevolg van ‘overtourism’ en zo meer. In dit onderzoek nemen we het perspectief dat bestemmingen complexe, open systemen zijn die de potentie hebben om adaptief te zijn. Complexe systemen omdat een veelheid aan actoren en factoren de ontwikkelingsrichting van bestemmingen beïnvloeden. Open systemen omdat vele invloeden van buitenaf komen die op vrijwel autonome wijze ontwikkelingsrichtingen van bestemmingen beïnvloeden. Adaptiviteit is het vermogen om mee te bewegen met dergelijke dynamiek door middel van series van stapsgewijze aanpassingen. Het onderzoek Building Adaptive Tourism Areas focust specifiek op het beter begrijpen van wat de ambitie van het vergroten van het adaptieve vermogen in de praktijk betekent. De studie bestaat uit drie stappen: 1.) duiden van “key conditions” voor adaptiviteit: de elementen die noodzakelijk zijn voor adaptief vermogen, en deze vertalen naar de context van het toerisme; 2.) identificeren van ‘traps’: condities voor adaptiviteit komen met implicaties en daarmee samenhangende praktische beperkingen 3.) uiteenzetten van ‘practicable strategies: acties die helpen om te bouwen aan adaptieve bestemmingen. De output van het project zijn diverse artikelen en academische journals en professionele tijdschriften. De bevindingen worden (direct) ingebracht in de opleidingen van de Academy of Leisure & Tourism van NHL Stenden Hogeschool en verder ontplooid binnen het European Tourism Futures Institute (ETFI – www.etfi.eu).
In het project CW4.0 onderzoeken MKB’ers uit de houtindustrie en Smart Industry samen met de Hogeschool van Amsterdam (HvA), kennispartners TNO, HMC en Bouwlab R&Do en partners in hospitality hoe zinvolle toepassingen te maken van resthout, met behulp van Industry 4.0-principes. Hoogwaardig hout blijft momenteel ongebruikt, omdat het te arbeids-intensief is grote hoeveelheden ongelijkmatige stukken hout van verschillende grootte en houtsoort te verwerken. Waardevol resthout wordt zo waardeloos afval, tegen de principes van de circulaire economie in. CW4.0 richt zich op de ontwikkeling van geautomatiseerde processen voor houtverwerking gebaseerd op Industry 4.0 technologieën - met behulp van digitale ontwerptools en industriële robots. Uit eerdere projecten van HvA en partners is gebleken dat deze processen het gebruik van resthout levensvatbaar kunnen maken, in het bijzonder voor toepassingen in de hospitality sector, bijvoorbeeld voor receptiebalies, hotelmeubilair en interieurdelen. CW4.0 wordt dan ook uitgevoerd in samenwerking met hospitality-ontwerpers en hotelketels. Het onderzoek concentreert zich op 1) het creëren van een digital twin (=digitale kopie van een beoogd object of proces, om dit te onderzoeken zonder het eerst te hoeven bouwen) van een ‘upcycle houtfabriek’; 2) het realiseren en beproeven van secties van de fabriek; 3) het ontwerpen en prototypen van hospitality toepassingen en 4) het evalueren van de business case van deze toepassingen en de fabriek in het algemeen. Na afloop is er kennis beschikbaar voor houtindustrie om afval te verminderen, voor Smart Industry om hun digitale technologieën toe te passen voor upcycling van materialen, en voor horecapartners om waardevolle toepassingen te creëren van resthout. Het project is een belangrijke stap in de opschaling van industriële robotproductie met circulaire materialen. Het legt een nieuwe, belangrijke verbinding tussen Smart Industry en de circulaire transitie, gericht op het aanpakken van urgente maatschappelijke uitdagingen verband houdend met materiële schaarste en de mondiale milieucrisis.