INTRO: Tijdens voetbaltrainingen worden vaak kleine partijspelen gebruikt omdat verondersteld wordt dat ze de fysieke belasting van wedstrijden goed nabootsen. Fysieke belasting kan worden opgedeeld in interne belasting, oftewel de daadwerkelijke fysiologische belasting en in externe belasting, zoals het lopen van een bepaalde afstand. Primair doel van het onderzoek is om te achterhalen of de fysieke belasting veranderd naarmate de veldgrootte bij kleine partijspelen verandert. METHODE: Er participeerden 31 talentvolle voetballers (15,6 ± 2,6 jaar) uit drie leeftijdscategorieën in het onderzoek. Zij speelden totaal vier partijspelen op een klein veld (40x30m) en totaal vier op een groot veld (50x37,5m), verdeeld over twee weken. Elk partijspel duurde 4 minuten met 2 minuten rust tussen elk partijspel. In de eerste week werd eerst tweemaal op het kleine veld gespeeld, gevolgd door tweemaal op het grote veld. De tweede week werd de volgorde omgedraaid. Er werd 4 tegen 4 gespeeld plus keepers. Tevens golden er aangepaste regels. Voor de interne belasting werd hartslag gemeten. Voor externe belasting werden gelopen afstand en aantal sprints gemeten met de Zephyr BioHarness 3.RESULTATEN: Hartslagwaarden tussen het grote en het kleine veld verschilden niet. Spelers legden 50 meter meer afstand af op het grote veld en sprintten ongeveer twee keer vaker op het grote veld.CONCLUSIE: Veldgrootte heeft geen invloed op de interne belasting. Wel heeft veldgrootte invloed op externe belasting. Het is voor trainers belangrijk om veldgrootte zorgvuldig te kiezen, zodat juiste trainingsdoeleinden worden bereikt.
DOCUMENT
Tijdens dit onderzoek is de fysieke belasting van brandweermannen tijdens uitrukken en sporttrainingen in kaart gebracht met het Zephyr Bioharness. Vervolgens is er gekeken naar de mate van overeenkomst tussen de uitrukken en de sporttrainingen.
DOCUMENT
Verpleegkundigen (i.o.) ervaren emotionele belasting door de werkzaamheden tijdens de eerste golf van de COVID-19 uitbraak. Verpleegkundigen (i.o.) ervaren peer support binnen hun eigen team of vanuit de opleiding als positief tijdens hun werkzaamheden in de COVID-19 uitbraak. Het toepassen van de drie- vragen-methode kan bijdragen aan het effectief omgaan met de emotionele belasting tijdens en na de COVID-19-uitbraak. De drie-vragen-methode kan informeel en structureel worden toegepast binnen het onderwijs door docenten en verpleegkundigen i.o., bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten voor intervisie, werkbegeleiding of studieloopbaanbegeleiding. De drie-vragen-methode kan informeel en structureel worden toegepast in de zorgpraktijk door leidinggevenden en collega's, bijvoorbeeld tijdens de koffie- of lunch- pauze, overdrachtsmomenten of dag- evaluaties.
LINK
Een te hoge fysieke belasting bij (top)sporters en brandweerpersoneel kan op de lange termijn leiden tot overbelasting. In het revalidatie proces kan het de terugkeer naar het veld vertragen. Daarom is het nauwkeurig monitoren van de fysieke belasting erg belangrijk. Het Zephyr BioHarness lijkt hiervoor een geschikt instrument omdat het in staat is om verschillende fysiologische variabelen tegelijkertijd te meten. In dit rapport worden vier projecten besproken waarin de fysieke belasting gemeten is met het Zephyr BioHarness: (I) effect van veldgrootte op de belasting bij jonge talentvolle voetballers van FC Groningen, (II) overeenkomsten in belasting tussen oefeningen/sporten en uitrukken bij de professionele brandweer, (III) overeenkomsten tussen geplande belasting van fysiotherapeuten met daadwerkelijk belasting bij veldrevalidatie na een blessure (IV) validatie van Zensorium Tinké.
DOCUMENT
Het is belangrijk om de fysieke prestatie en acute stress te meten van mensen met een fysiek zwaar beroep en (top)sporters. Hiermee wordt voorkomen dat (te) hoge fysieke belasting en stress leiden tot negatieve invloed op de besluitvorming en uiteindelijk kan leiden tot overbelasting. Het Zephyr Bioharness is in staat om verschillende fysiologische variabelen tegelijkertijd te meten. In de huidige studie wordt de Zephyr voor twee doeleinden ingezet: verschillende functies valideren en de toepassing onderzoeken. In het eerste project werden de ademhalings- en hartfrequentie gevalideerd aan de hand van Polar en Coretex Metalyzer. De Zephyr blijkt valide te zijn bij inspanningen op verschillende snelheden (r > 0,7). In de rustperiode voorafgaand aan de inspanning is de Zephyr niet valide. In het tweede project is de stressfunctie van de Zephyr onderzocht. Tijdens een toename in stress is gevonden dat de ademhalingsfrequentie significant toeneemt en er een trend is voor een afname in de hartslagvariabiliteit. In het derde project werd de validiteit van de accelerometer onderzocht. De activity levels werden berekend uit de versnellingen gemeten met de Zephyr en met Vicon Motion Analysis tijdens sprint- en sprongtaken. De resultaten zijn niet eenduidig: tijdens sprinttaken kwamen de gemiddelde waarden in de activity levels overeen, maar werden er verschillen gevonden in de maximale activity levels. Tijdens de sprongtaken kwamen de maximale waarden juist overeen, maar werden er verschillen gevonden in de gemiddelde waarden. De toepassing van het Zephyr Bioharness werd onderzocht bij twee doelgroepen: de professionele brandweer van Groningen en talentvolle voetballers. Brandweerlieden droegen de Zephyr tijdens 24-uursdiensten. Hiermee kon goed in kaart worden gebracht hoe de brandweerlieden de activiteiten hebben ervaren tijdens uitrukken, rustperiodes en gedurende de nacht. Hartslag, ademhalingsfrequentie en hartslagvariabiliteit lijken belangrijke fysiologische variabelen om de fysieke belasting van 24-uursdiensten te bepalen. Bij de talentvolle voetballers werd de fysieke belasting bepaald tijdens het spelen van vier small-sided games (SSGs). De fysieke belasting werd bepaald aan de hand van hartslag, ademhalingsfrequentie, afgelegde afstand en gemiddelde snelheid. In de eerste SSG werd een lagere gemiddelde hartslag gevonden dan in de overige drie SSGs. Tegelijkertijd werd er in de eerste twee SSGs meer afstand afgelegd en een hogere gemiddelde snelheid gelopen dan in de laatste twee SSGs. Het Zephyr Bioharness lijkt over het algemeen goed in staat te zijn om de fysieke belasting in kaart te brengen van verschillende doelgroepen, dankzij de verschillende fysiologische variabelen die het in staat is om te meten.
DOCUMENT
De balans tussen de belastbaarheid van sporters en de belasting moeten zo goed mogelijk afgestemd zijn om optimale trainingseffecten te realizeren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen externe en interne trainingsbelasting, wat duidt op de belasting die extern of intern door de sporter wordt ervaren. Het sturen en bewaken van de balans wordt bij professionele sporters doorgaans verzorgd door (para)medische professionals en/of sportwetenschappers. Doordat er tegenwoordig vele manieren van test- en meettechnologie zijn om o.a. interne en externe belasting te meten is er een grote hoeveelheid aan data beschikbaar in de praktijk, waarvan het verwerken en analyseren arbeidsintensief is. Daarom is er vanuit de praktijk de behoefte om deze data snel inzichtelijk te maken. Vanuit het project is daarom een belastingsmonitor ontwikkeld o.b.v. big data technologieën. Het doel van dit rapport is een praktijkvalidatie van de belastingmonitor. Hierbij wordt enerzijds gekeken naar de verzamelde data door de praktijkpartners en anderzijds wordt onderzocht of veranderingen in ratio's tussen interne:externe belasting een valide manier is om veranderingen in fysieke fitheid te meten?Data door de praktijkpartners zijn op diverse manieren en voor diverse variabelen verzameld. De variabelen zijn onder te delen in de kopjes: (I) individuele kenmerken, (II) externe belasting, (III) interne belasting, (IV) herstel en (V) psychosociale stress. Doordat de diverse sportclubs variabelen verzamelen die zij van belang achten is het niet mogelijk geweest om 1 database op te stellen welke alle variabelen bevat. Hierin zou immers duidelijk moeten zijn wat per variabelen de definitie is, welke per sportclub kan verschillen. Voor toekomstige projecten is het wenselijk om hier uniformiteit in aan te brengen voor aanvang van het project. Dit zal eenvoudiger zijn naarmate ruwe data beschikbaar is, omdat het onwaarschijnlijk is dat de sportclubs hun definities aanpassen. De gebruikte meetinstrumenten en -methodes zijn voor het overgrote deel overeenkomstig uit de wetenschappelijke literatuur en tevens overeenkomstig met de wetenschappelijke standaard. Kanttekening is dat er voor dit rapport geen zicht is op de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende metingen.De vraag of de veranderingen in ratio's tussen interne:externe belasting een valide manier is om veranderingen in fysieke fitheid te meten is beantwoord door gebruik te maken van een dataset van 1 voetbalclub (van 3 teams) over 2 seizoenen. Er gekeken of veranderingen in ratio's opgesteld uit diverse maten voor interne belasting (ervaren mate van inspanning en load) en externe belasting (totaal gelopen afstand en totaal gelopen afstand op hoge snelheid) met diverse tijdsintervallen een relatie vertoonden met veranderingen in fysieke fitheid, gemeten met gestandaardiseerde submaximale inspanningstesten. Uit de resultaten bleek dat er geen relatie is gevonden tussen vooraf genoemde variabelen. Er blijken diverse obstakels te zijn waardoor de verandering in ratio’s mogelijk niet correleren met de verandering in interne belasting tijdens fysieke testen. De belastingsmonitor kan dus niet gebruikt worden om fysieke fitheid van sporters inzichtelijk te maken wanneer gekeken wordt naar de opgestelde ratio’s tussen interne en externe belasting. Fysieke testen blijven hiervoor nog steeds noodzakelijk, omdat deze het beste beeld geven van de huidige fysieke fitheid van de sporters. De belastingsmonitor is daarom, voor nu, alleen geschikt voor het afzonderlijk inzichtelijk maken van de diverse variabelen uit de dataset.
DOCUMENT
Het ondergaan van een eenzijdige beenamputatie is een drastische chirurgische ingreep. Mensen, die na een amputatie in staat zijn om te lopen met een prothese, zijn functioneel onafhankelijker, en hebben een hogere kwaliteit van leven dan mensen die in een rolstoel belanden. Het is daarom niet verrassend dat het herwinnen van de oopvaardigheid één van de voornaamste doelen is tijdens de revalidatie. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de factoren die het herwinnen en onderhouden van de loopvaardigheid van mensen na een beenamputatie beïnvloeden. Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de fysieke capaciteit hierbij een belangrijke rol speelt. Een relatief kleine verbetering in de capaciteit kan al resulteren in significante en klinisch relevante verbeteringen. Hoewel geavanceerde prothesen de mechanische belasting van het lopen met een beenprothese verminderen, kan een ineffectieve balanscontrole deze positieve resultaten weer tenietdoen. ABSTRACT Undergoing a lower limb amputation is a life-changing surgery. The ability to walk greatly influences the subject's functional independence and quality of life. Not surprisingly, regaining walking ability is one of the primary goals during prosthetic rehabilitation. The primary aim of the research performed was to enhance our understanding of some of the factors that influence the ability to regain and maintain walking after a unilateral lower limb amputation. Based on the results we can deduce that a person's physical capacity plays an important role in their walking ability. Relatively small improvements in capacity could lead to significant and clinically relevant improvements in people's walking ability. Furthermore, results show that sophisticated prosthetic feet can reduce the mechanical load experienced when walking with a prosthesis. Interestingly, inefficient balance control strategies can undo any positive effect of these prostheses.
DOCUMENT
InleidingVoor duursporters is een goede balans van belasting en herstel van groot belang voor hun prestaties. Hierbij gaat het niet alleen om fysieke belasting en herstel, zoals training en rust, maar ook om psychosociale belasting en herstel. Omdat er nog weinig bekend is over het psychosociale deel is het doel van deze studie om uit te zoeken hoe deze relatie tussen veranderingen in psychosociale belasting, herstel en prestatie-indicatoren bij duursporters eruit ziet. MethodeTwee jaar lang zijn psychosociale belasting, herstel en prestatie-indicatoren onderzocht van 115 duursporters. De sporters hebben in die periode dagelijks een trainingslogboek bijgehouden. Wekelijks tot 3-wekelijks hebben zij een belasting en herstelvragenlijst ingevuld (RESTQ-sport) en elke 6 tot 7 weken hebben zij een submaximale prestatietest gedaan. Gedurende deze periode is er bij de hardlopers een negatieve levensgebeurtenis (NLG) voorgekomen. De analyses van deze gegevens zijn tweeledig. Eerst is met behulp van multilevel-analyses uitgezocht wat de relatie is tussen psychosociale belasting, herstel en prestatie-indicatoren. Daarna is met ANOVA’s en T-tests uitgezocht wat de invloed is van een NLG op psychosociale belasting, herstel en prestatie-indicatoren. ResultatenDe analyses lieten zien dat een verbetering in psychosociale belasting en herstel bijdraagt aan een verbetering in prestatie-indicatoren. Bovendien bleek dat een NLG een negatieve invloed heeft op psychosociale belasting en herstel in de week van de gebeurtenis en 1 week daarna. Daarnaast blijkt dat de loopeconomie (prestatie-indicator) van hardlopers 3 weken na een NLG is verminderd.ConclusiesVeranderingen in psychosociale belasting en herstel zijn gerelateerd aan veranderingen in prestatie-indicatoren van duursporters. Daarbij verstoort een NLG de mate van psychosociale belasting en herstel en heeft het ook invloed op prestatie-indicatoren. Make it countCoaches kunnen psychosociale belasting en herstel monitoren om inzicht te krijgen in belastbaarheid van sporters. Hierdoor kunnen trainingsprogramma’s op het individu aangepast worden om uiteindelijk prestaties te verbeteren.
MULTIFILE
Reflectie vormt in Nederlandse lerarenopleidingen een centraal onderdeel van het leerproces voor leraren in opleiding. Hoewel het belang ervan breed onderschreven wordt, hebben lerarenopleiders soms moeite om reflectie betekenisvol te maken voor studenten. Reflectie lijkt daardoor niet in alle gevallen de verdiepte leerervaring te bieden, die docenten van de lerarenopleiding studenten beogen te geven (Korthagen, 2014; 2017). In dit artikel willen we verkennen, hoe reflectie meer betekenisvol voor studenten gemaakt kan worden, door in aanvulling op gangbare vormen van reflectie, het fysieke aspect van reflectie te benutten. Dit verbreedt zowel de mogelijkheden in de vorm waarin reflectie plaats kan vinden, als de inhoud van de reflectie zelf. We verkennen theorie die de toegevoegde waarde van het fysieke aspect van reflectie kan helpen onderbouwen en geven twee voorbeelden van manieren om te werken met het fysieke aspect tijdens reflectie in de lerarenopleiding.
DOCUMENT
Mantelzorgers van mensen met niet-aangeboren hersenletsel kunnen wel wat ondersteuning gebruiken. Maar wat voor ondersteuning? Zijn ze overbelast? En welke behoefte hebben zij? Om antwoord te geven op die vragen is het handig een set vragenlijsten te gebruiken die hun belasting en draagkracht in kaart brengt. In dit artikel laten we zien hoe je deze set kunt inzetten bij mantelzorgers van getroffenen door hersenletsel
DOCUMENT