The consequences of cardiovascular diseases are substantial and include increasing numbers of morbidity and mortality. With a population getting more and more inactive and having a sedentary lifestyle, the risk for cardiovascular disease and type 2 diabetes rises. This dissertation reports on people with one or more cardiovascular risk factor(s) and who are having an inactive lifestyle, and how healthcare professionals can encourage these people at risk to become and stay physically active in a way that cardiovascular fitness is improved. The assumption is that if an intervention can reduce the prevalence of risk factors, it can also reduce the prevalence of disease. When cardiovascular fitness improves and a person is capable of keeping a physically active lifestyle, levels and number of cardiovascular risk factors can decrease in a population.
Talloze studies tonen aan dat een fysiek actieve leefstijl bloeddruk, cholesterol en gewicht verlaagt, botten en spieren versterkt en het risico van hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type II vermindert. Bewegen kan dus worden gezien als een medicijn wat voor iedereen toegankelijk is.
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
Er ontstaan in Nederland veel blessures als gevolg van overbelasting in alle lagen van de sport. Hoe kunnen deze blessures worden voorkomen? Insteek van dit project is het gebruik van (sensor)technologie en big data analyse voor het vroegtijdig detecteren van signalen van overbelasting en daarmee het voorkomen van blessures. Een grote hoeveelheid technologie wordt momenteel al gebruikt voor het meten aan sporters (quantified self). Professionele sportclubs investeren in dure systemen. Diepte-interviews tonen echter aan dat er twee grote problemen zijn: ten eerste de grote hoeveelheid data en ten tweede de kennis voor een juiste interpretatie van de data benodigd voor een omzetting naar een trainingsadvies. Computermodellen opgebouwd uit systematische data-analyse van de enorme hoeveelheden trainingsdata en aangevuld met domeinkennis kunnen deze problemen oplossen. Er is behoefte aan een systeem waarin informatie uit verschillende bronnen in één systeem wordt opgeslagen en toegankelijk gemaakt om vervolgens geïntegreerd geanalyseerd te kunnen worden. Individuele profielen moeten gebouwd worden uit de data voor een snelle, automatische interpretatie. Hiermee kan grensbewaking voor overbelasting plaatsvinden en kunnen trainingsaanpassingen gedaan worden waar nodig. Vanuit deze behoefte richt het project zich op de praktijkvraag “Hoe kunnen we een praktisch toepasbaar gereedschap ontwikkelen dat valide de externe en interne trainingsbelasting kan meten, de (para)medische staf en/of fysiek trainer helpt bij het detecteren van (potentiële) overbelasting en daarmee helpt bij het plegen van de juiste interventies voor het voorkomen van blessures?”. Het principe van een dergelijke ‘belastingmonitor’ is al aangetoond. Voor een volwaardig prototype zal echter zowel het computermodel als de gebruikersapplicatie technisch gezien moeten worden doorontwikkeld, geoptimaliseerd, uitgebreid en vooral getest. Daar richten de onderzoeksvragen van dit project zich op. De focus ligt in eerste instantie op het (betaalde) voetbal, maar kan ook naar andere teamsporten en de breedtesport vertaald worden.
Patiënten met kanker in het spijsverteringskanaal die een zware operatie moeten ondergaan kunnen zich fysiek voorbereiden door te trainen en hun fitheid te verbeteren. IMPACT (Immunity in Preoperative Practice) onderzoekt de invloed van deze training op de immuunfunctie van deze patiënten.Doel We willen uiteindelijk pre-operatieve training en beweegadviezen beter kunnen personaliseren met een zo goed mogelijk resultaat op zowel fysieke fitheid als immuunfunctie. Resultaten Zodra de eerste resultaten beschikbaar zijn, zullen deze hier worden weergegeven. Stagemogelijkheden en afstudeeronderzoek Bachelor- en master-studenten van opleidingen gerelateerd aan dit onderwerp worden uitgenodigd om een onderzoek te doen binnen dit project. Neem contact op met Anne de Hoop om te vragen naar de mogelijkheden. Looptijd 01 januari 2020 - 01 juli 2024 Aanpak Dit promotieonderzoek bevat verschillende onderdelen: Systematisch literatuuronderzoek Een cohort-onderzoek naar het verloop van de immuunfunctie tijdens oncologische behandeling Kwalitatief onderzoek bij stakeholders naar de toepassing van de immuunfunctie als uitkomstmaat in training
Voor kinderen met astma is bewegen essentieel voor de conditie van de longen. Bewegen versterkt de ademhalingsspieren, waardoor kinderen fitter worden. Helaas bewegen kinderen met astma 50% minder dan hun gezonde leeftijdsgenootjes waardoor ze een verminderde conditie, verminderde spierkracht en vaker overgewicht hebben in vergelijking met gezonde kinderen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten die werken met kinderen met astma, hierna genoemd kindertherapeuten, begeleiden deze kinderen wekelijks om o.a. hun fysieke fitheid te vergroten, hen te leren omgaan met de ziekte astma en hen aan te leren efficiënt adem te halen tijdens bewegen. Deze behandelingen hebben echter alleen positieve effecten op de korte termijn. Er is nog weinig inzicht in factoren van beweeggedrag van kinderen met astma die van invloed zijn volhouden van dagelijks fysieke activiteit. In het SIMBA-project zal samen met kindertherapeuten en kinderen een beweeggame worden ontwikkeld en onderzocht, gericht op het veranderen van het beweeggedrag van kinderen met astma op lange termijn. De beweeggame zal ingezet worden tijdens de oefen- en fysiotherapeutische behandeling en stimuleert kinderen met astma spelenderwijs om dagelijks te bewegen, hier plezier in te krijgen waardoor het een gewoonte wordt. Het onderzoek zal achterhalen welke belemmerende en bevorderende factoren van beweeggedrag een rol spelen bij kinderen met astma en hoe kindertherapeuten deze nieuwe kennis kunnen inzetten in hun beweegprogramma’s waarbij de beweeggame gebruikt zal worden. Het effect van het gebruik van de beweeggame op dagelijks fysieke activiteit en plezier in bewegen zal in dit project worden geëvalueerd in een pilot.