Het winkellandschap in Nederland verandert in steeds sneller tempo. En de binnensteden veranderen mee. Door de voortschrijdende digitalisering ontstaan nieuwe manieren van communiceren en leveren. Nieuwe generaties zoals millennials (20-40 jaar) en nieuwe ouderen tonen een ander winkelgedrag dan voorgaande generaties. In de grotere steden met een regionale functie en in de Randstad hebben de veranderingen in de retail een ander gezicht: grote, vaak internationale merken en ketens nemen het terrein over. Dit is een mooie ontwikkeling voor de Nederlandse consument die zich op sociale media, via blogs en online communities, identificeert met de lifestyle en producten van deze merken. De consument kan het merk nu ook in een fysieke winkel ervaren en de producten kopen. Keerzijde is wel dat binnensteden hun gezicht verliezen als er geen kleine, authentieke winkels overblijven. Dergelijke lokale winkels geven kleur aan de stad. Kleine ondernemers die met dit soort winkels starten – of bestaande winkelconcepten innoveren – noemen we ‘lokale helden’. Lokale helden zijn micro-ondernemers met minder dan tien mensen in dienst. Tegenwoordig wordt bijna driekwart van alle fysieke winkels in Nederland gerund door micro-ondernemers. Velen van hen zijn traditionele ondernemers die het product – dat ze in hun fysieke winkels aanbieden aan hun klanten – als centrale waarde zien. Lokale helden zijn nieuwe creatieve ondernemers, met andere talenten dan traditionele retailondernemers. Ze hebben dan ook een creatief imago. Zonder lokale helden is het onderscheidend vermogen van steden ver te zoeken. Ze geven kleur aan winkelgebieden, naast horeca en cultuur. Voldoende reden voor De Haagse Hogeschool om lokale helden te volgen. We wilden uitvinden wie ze zijn en wat ze nodig hebben om succesvol te groeien als ondernemer. Hoe kunnen startende creatieve ondernemers zorgen dat ze vanuit een tijdelijke locatie of pop-upstore doorgroeien met een duurzaam businessmodel, ook al moeten ze meer huur betalen? Hoe kunnen gemeenten hun beleid beter afstemmen op lokale helden, ook als er geen lege op te vullen zijn? Dit boekje valt deze nieuwe inzichten samen en vertaalt ze naar concrete handvatten – voor lokale helden in spe, maar ook voor beleidsmakers die meer lokale helden naar hun stad willen trekken. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/overdiek12345/
De fashion-industrie is in transitie, nu consumenten steeds meer online zoeken, kopen en communiceren. De meeste retailers hebben inmiddels een webshop gerealiseerd, maar inzicht ontbreekt hoe de fysieke winkel levensvatbaar te maken en houden. Dit betekent in de praktijk dat lastig is om fysieke winkels open te houden hetgeen in veel steden leidt tot teloorgang van winkelstraten en –gebieden. Ook hebben retailers onvoldoende handvatten om de omni-channel consument goed te herkennen en te benaderen en de verschillende kanalen goed op elkaar te laten aansluiten. Veel retailers hebben behoefte aan goede informatie op de winkelvloer over producten en klanten. Graag zouden ze snel willen weten wat consumenten in het verleden hebben gekocht, of ze de nieuwsbrief ontvangen, welke producten er online of in andere filialen nog beschikbaar zijn. Daar kan in een verkoopgesprek op worden ingespeeld. De technologische oplossingen zijn daarvoor beschikbaar, maar deze worden nog maar mondjesmaat gebruikt. Daar waar ze wel beschikbaar zijn, weten medewerkers niet altijd goed hoe ze bijvoorbeeld een medewerkersapp optimaal gebruiken en maken consumenten weinig gebruik van bijvoorbeeld loyalty apps op hun smartphone. Daarnaast bestaat er bij veel retailers wel de wil om te innoveren, maar moeten er eerst barrières worden beslecht. De beschikbare technologie moet zich liefst al in een testsituatie hebben bewezen en men heeft behoefte aan praktische handvatten hoe de technologie optimaal in te zetten. Om tot innovatie in de branche te komen is het daarom nodig om in samenwerking met enkele innovatieve retailers, technologiebedrijven en kennisinstellingen de innovatie markt-fähig te maken. Dit project heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de fashion-industrie door relevante klanttechnologie geschikt te maken voor marktintroductie, alsmede de toegevoegde waarde van deze technologie te onderzoeken voor de branche.
Tijdens de COVID-19 crisis heeft een aantal MKB-winkeliers zonder webwinkel op succesvolle wijze winkelbeleving op afstand toegepast. Met behulp van digitale technologieën werden klanten hierbij, ongeacht hun locatie, bij de fysieke winkel betrokken en in staat gesteld elementen van deze omgeving te beleven. Dit zou, gezien de verwachte toegenomen behoefte van klanten aan winkelen zonder fysiek in de winkel te zijn, het onderscheidend vermogen en de concurrentiepositie van de MKB-winkelier kunnen versterken. Vooralsnog ontbreekt echter toegepaste kennis van de manieren waarop winkelbeleving op afstand effectief toegepast kan worden. Drie MKB-winkeliers, namelijk DroomHout, Chase Concept Store en MeubelBaas, hebben ons consortium verzocht deze kennis te verstrekken. Dit verkennende onderzoek beoogt dergelijke kennis te creëren door het beantwoorden van deze onderzoeksvragen: • Wat zijn geschikte manieren om winkelbeleving op afstand toe te passen? • Wat zijn de (beoogde) effecten van deze toepassingen voor MKB-winkeliers, hun personeel en klanten? • Welke succes- en faalfactoren beïnvloeden deze effecten? • Welke stappen kunnen MKB-winkeliers gegeven deze succes- en faalfactoren zetten ten einde winkelbeleving op afstand effectief toe te passen? Het Centre for Market Insights van de Hogeschool van Amsterdam, TMO Fashion Business School en het lectoraat Regio Ontwikkeling van Saxion zullen dit project in samenwerking met de drie winkeliers uitvoeren. Hiertoe zullen een literatuuronderzoek, interviews, observaties, een survey en experimenten worden gedaan. Dit onderzoek biedt niet alleen waardevolle inzichten voor de retailsector, maar is ook een eerste stap in het opzetten van een langduriger onderzoeksprogramma. Het project zal resulteren in een rapportage over de effectieve toepassing van winkelbeleving op afstand, consortiumbijeenkomsten over de resultaten, een stappenplan voor winkeliers, twee vakpublicaties, een academisch working paper, bijeenkomsten om het consortium uit te breiden, een eindpresentatie aan het consortium en geïnteresseerden, en een RAAK-mkb opzet.
Technologiebedrijven Kega en Utilicht en retailer Hunkemöller hebben een vraag over ‘experience passen’ bij het lectoraat Crossmedia van de Hogeschool van Amsterdam neergelegd. Kega, Utilicht en Hunkemöller zijn bezig met het ontwikkelen van een ‘experience paskamer’, waardoor het passen van lingerie aangenamer en efficiënter moet worden voor de klant. De vraag die ze bij het lectoraat Crossmedia hebben neergelegd, wat tevens de praktijkvraag van deze aanvraag is, luidt: ‘Is er bij klanten behoefte aan technologieën in de paskamer die het passen kunnen vergemakkelijken en verbeteren en zo ja, om welke technologieën gaat het?’ Het lectoraat, waarvan één van de onderzoekslijnen retail en winkelbeleving is, wil deze vraag gezamenlijk met partners Kega, Hunkemöller en Utilicht beantwoorden. Middels een specifieke casus (experience paskamers) zal er in kaart gebracht worden welke behoeften klanten van lingeriewinkels hebben omtrent passen, welke technologie deze behoefte kan vervullen en hoe deze de algehele winkelbeleving beïnvloedt. Tevens is een doel van deze samenwerking om te verkennen hoe dit onderzoek opgeschaald kan worden. Daarom zal er gewerkt worden aan het bouwen van een consortium bestaande uit zowel meer technologiebedrijven als andere retailers en kennispartijen, om het vraagstuk omtrent winkelbeleving -en dan met name beleving tijdens het passen- tegemoet te komen. Het project beoogt de volgende uitkomsten: • Schematisch overzicht van behoeftes van consumenten omtrent passen in de winkel, gelinkt aan bijpassende technologieën die mogelijk inspelen op deze behoeftes. • Instrument in de vorm van een gevalideerde vragenlijst die meet in hoeverre een technologie binnen de retail ‘probable’ en ‘pleasurable’ is. • Publicatie in vakmedia over de uitkomsten van dit onderzoek: o Welke behoeftes consumenten hebben wat betreft passen in een lingerie-winkel o Mogelijke invloed van verschillende paskamer-technologieën op winkelbeleving van de consument o Kans dat consumenten technologieën in de paskamer daadwerkelijk zullen gebruiken • Concepten voor prototype nieuwe technologie omtrent passen. • Kennisdisseminatie en vraagarticulatie sessies met meerdere retailers, technologiebedrijven en kennispartijen. • Interne vooraanmelding HvA Raak MKB, consortiumvorming en gezamenlijk projectvoorstel dat als input voor een Raak MKB aanvraag dient.