Eind vorig jaar promoveerde Frank van Eekeren op een proefschrift met als titel ‘De Waardenvolle Club’. Dat is een club die - ideaal gesproken - als dienstverlenende organisatie verschillende waarden creëert: sportieve, culturele, commerciële én publieke waarden. In de kern gaat de dissertatie van Van Eekeren over de vraag hoe voetbalorganisaties de creatie van publieke waarden kunnen besturen en organiseren. Daarbij valt te denken aan waarden als diversiteit, veiligheid, gelijkwaardigheid en maatschappelijke cohesie. In dit artikel wordt de wetenschapsvisie in deze dissertatie onderzocht.
LINK
Het Nederlands Jeugdinstituut is gevraagd goede en minder goede voorbeelden van feitenonderzoek te beschrijven, naar aanleiding van het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen, dat de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis in 2018 opstelden. De onderzoekers spraken daarvoor met professionals, cliënten en beleidsmakers van organisaties uit de jeugdbeschermingsketen. Het feitenonderzoek in de jeugdbescherming vraagt om verbeteringen en daar zijn mogelijkheden voor, blijkt uit de studie. Daarbij is het belangrijk dat professionals en cliënten samenwerken op basis van zo veel mogelijk gelijkwaardigheid, ondanks het gedwongen karakter van die samenwerking.
MULTIFILE
"In Rotterdam staat het streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen hoog op de agenda. De kansenongelijkheid in het onderwijs groeit en daar wil de gemeente iets tegen doen, samen met onderwijsinstellingen en ouders. De aanpak richt zich onder meer op kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs. De gemeente wil in het onderwijs kansengelijkheid bevorderen en segregatie verminderen. Daarom verdient het nader onderzoek hoe aanmelden en inschrijven op basisscholen verloopt, aldus de gemeente. In 2022 kreeg het Kenniscentrum Gemengde Scholen de opdracht van de gemeente voor een onderzoek naar bovengenoemde vragen over de toegang tot basisscholen in Rotterdam. Dit onderzoek is kwalitatief van aard en gericht op zowel het beleid als de praktijk van het proces van aanmelden, toelaten, inschrijven en plaatsen van leerlingen. Het doel is om te achterhalen of alle ouders in de praktijk dezelfde kansen hebben om hun kind op de school van hun voorkeur geplaatst te krijgen. Zo’n gelijk speelveld draagt bij aan de kansengelijkheid voor alle kinderen en kan, in combinatie met specifieke voorrangsregels, ook de segregatie verminderen."
Goede gezondheidszorg vandaag vraagt om andere keuzes dan voorheen. Niet alles wat medisch mogelijk is, is altijd wenselijk. Zorg kan beter aansluiten op doelen van patiënten wanneer in samenspraak met henzelf en naasten keuzes worden gemaakt om tot passende zorg te komen. Dit vraagt een transitie naar een andere werkwijze van samenwerkende professionals. Interprofessionele samenwerking houdt in dat, anders dan in samenwerking waarin afgestemd wordt over de patiënt, de door de patiënt geformuleerde doelen uitgangspunt zijn. Artsen en verpleegkundigen in een ziekenhuiscontext werken intensief samen, hetgeen werkplezier en behoud van professionals beïnvloedt. In het Alrijne ziekenhuis Leiderdorp en het Medisch Centrum Leeuwarden blijken er kansen te zijn om deze samenwerking te versterken. Factoren als psychologische veiligheid, leiderschap vanuit deskundigheid, gelijkwaardigheid versus handhaven van hiërarchische verhoudingen, onduidelijkheid over interprofessioneel samenwerken en beeldvorming over elkaars beroep, spelen een rol. In dit project wordt vanuit een ontwerpgerichte en waarderende onderzoekbenadering gezocht naar succesfactoren van interprofessionele samenwerking. Deze worden gebruikt om tot een innovatieve tool te komen, zoals een ‘microlearning’ module, waartoe ontwerpers van Primio® als changemakers zijn betrokken. Deze tool is inpasbaar op samenwerkingsmomenten in de dagelijkse praktijk en stimuleert een reflectieve dialoog tussen beide disciplines om de samenwerking bespreekbaar te maken. Daarbij is activatie van ervaringskennis van professionals zelf het uitgangspunt. Deze wordt gecombineerd met recente kennis over interprofessioneel samenwerken die in de tool beschikbaar is. Het project draagt daarmee bij aan passende zorg voor patiënten en verbetering van werkplezier van professionals. Zo wordt de noodzakelijke transitie in de Nederlandse gezondheidszorg in respons op de toenemende vergrijzing en het daarmee samenhangende arbeidsmarktvraagstuk in onze samenleving geadresseerd.
Ons RAAK publiek project (RAAK.PUB06.025) richt zich op de werkwijze van stadslabs. In steden ontstaan steeds vaker coalities waarin wijkprofessionals samen met burgers, onderzoekers en lokale ondernemers werken aan innovatieve lokale oplossingen. Onder wijkprofessionals worden professionals verstaan die op strategisch (beleid) en/ of operationeel (frontlijnwerkers) niveau vanuit de gemeente of maatschappelijke organisaties aan de stad werken. De centrale onderzoeksvraag van het RAAK publiek onderzoekstraject, uitgevoerd door de HHS, HvA, HU en InHolland. is: Op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat ze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? COVID-19 heeft het werken binnen stadslabs bemoeilijkt, doordat bijeenkomsten niet meer in de fysiek ruimte kunnen plaatsvinden. Daarmee zijn stadslabsessies, waar alle stakeholders van een stadslab voor kennis- en ideeën uitwisseling samenkomen, weggevallen. Ook is een deel van de informele feedback, onderzoekers die in de wijk live met bewoners en gemeente in gesprek gaan, weggevallen. Tot slot is het nog moeilijker geworden om de minder goed bereikbare groepen te benaderen, waar onderzoekers voorheen gericht de wijk in konden gaan om met bijvoorbeeld bewoners uit sociale huurwoningen te spreken. Daarom vraagt de Haagse Hogeschool de RAAK Impuls aan: met de aanschaf van de online tool Panel, ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, kan het consortium een platform bieden waarop alle stakeholders interactief met het stadslab aan de slag kunnen. De tool is gebaseerd op een wetenschappelijke methode en biedt tevens een omgeving waarin alle stakeholders gelijkwaardig zijn, doordat deelnemers de informatie zelf kunnen analyseren. Dit principe van gelijkwaardigheid is de grondslag voor de stadlabs en past daarom goed bij het digitaal voortzetten van de stadslabs in tijden van de pandemie. Tot slot kunnen de onderzoekers gezamenlijk in de tool werken, waardoor analyse transparant is en zo de kwaliteit van het onderzoek goed gewaarborgd blijft.
Op een waardige manier deelnemen aan en deel zijn van het maatschappelijk leven is niet altijd even makkelijk als je een beperking hebt. Het onderzoek van Jeroen Knevel is erop gericht bij te dragen aan de levenskwaliteit van mensen die belemmeringen ervaren. Zijn onderzoek doet hij samen met de praktijk en laat hij in allerlei creatieve en speelse vormen terugkomen in het onderwijs. Doel Het onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan kennis over theorie en praktijk van sociale inclusie bij mensen met een verstandelijke beperking. We willen we de kennis vergroten die sociaal werkers in de VG-sector nodig hebben om de inclusie van personen met een verstandelijke beperking te bevorderen. Resultaten Proefschrift op basis van artikelen. Verder artikelen, hoofdstukken, lezingen, workshops en cursussen. Bijvoorbeeld: Knevel, J. & Wilken J.P. (2019). Sociale inclusie. In J.P. Wilken & D. den Hollander (Eds.), Handboek Steunend Relationeel Handelen. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Knevel, J. (2019). Inclusiegericht sociaal werk. Workshop op Landelijk congres Zoek ‘t uit! Praktijk en wetenschap dichter bij elkaar. Utrecht. 31 januari 2019. Knevel, J. (2019). Over inclusie. Presentatie Amersfoort’ bij Samenwerkend Netwerk (Indebuurt033). 4 april 2019. Knevel, J. (2019). Over inclusie. Lezing MEE Rotterdam, 27 juni 2019. Knevel, J. (2018). Module 2: Inclusief project. Minor Gehandicaptenzorg: inclusiegericht samenwerken met jeugd en volwassenen met een verstandelijke beperking. Utrecht: 3 september 2018 - 31 januari 2019. Inclusiegericht werken en inclusief samenwerken staat centraal in deze module. Knevel, J. (sinds 2017). Sociaal werk en mensenrechten. College 2e jaars opleiding Sociaal Werk, wekplaats Sociale Rechtvaardigheid. Utrecht. Knevel, J. (sinds 2017). (On)rechtvaardigheid en (on)gelijkwaardigheid. Colleges 2e jaars voltijd- en deeltijdopleiding Sociaal Werk, wekplaats Sociale Rechtvaardigheid. Utrecht. Podcast Lessen uit #HUonderzoek Looptijd 01 maart 2018 - 01 maart 2022 Aanpak Enkele vragen die centraal staan in dit onderzoek: Hoe kan sociaal werk in de verstandelijk gehandicaptenzorg begrepen worden vanuit het perspectief van inclusie en mensenrechten? En enkele kleinere vragen zoals: Inclusiegericht werken: hoe doe je dat in de praktijk? Wat doe je dan? Wat doe je dan niet? En waarom dan wel of niet? Wat voor effect(en) heeft inclusiegericht werken voor: Mensen met een verstandelijke beperking? Professionals die werken vanuit de VGZ (begeleiders, coaches, participatiecoaches) En waaraan merk je dat er effect is? Verschillende vormen van dataverzameling worden ingezet. Literatuurstudie; Vier ontwikkelwerkplaatsen in Amsterdam Noord, Amersfoort Vathorst, Wageningen en Utrecht; Interviews; Inclusief karakter; Afstudeerkring. Dit houdt in: Er wordt samen gewerkt aan een sociaal vraagstuk. In dit geval ‘inclusie’ in relatie tot mensen met een verstandelijke beperking. Er is sprake van een netwerkstructuur van praktijkorganisaties, lectoraten, docent-onderzoekers die zich verbinden aan het vraagstuk. Er is sprake van een langlopende kennisagenda. Er is sprake van jaarlijkse opdrachten voor studenten die daar op kunnen ‘solliciteren’. Studenten kunnen mailen met jeroen.knevel@hu.nl. Er kan sprake zijn van taakgroepen van studenten die opdrachten uitwerken; elke student voert een deelaspect van de opdracht (individuele toetsing) uit. De ontwikkelwerkplaats is een plek waar data worden verzameld en waar nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld. Allerlei activiteiten ondersteunen dat proces. Er worden gesprekken gevoerd. En discussies. Bijvoorbeeld over de persoonlijke betekenis van inclusie. Er worden ervaringen gedeeld en verzameld, en uiteindelijk geclusterd. Er worden pitches gegeven. Er worden doelen geformuleerd door deelnemers van de ontwikkelwerkplaats. Er worden factoren benoemd die werken en die niet werken in het inclusiegericht werken. Er wordt een analyse gemaakt van alle verzamelde ervaringen.