Mensen voelen zich verbonden met hun omgeving. Vanuit dat perspectief handelen en reageren zij op wat er gebeurt in de omgeving. Dit praktisch werkboek is ontwikkeld voor lokale gemeenschappen, zij kunnen vanuit hun belangen en opgaven, met anderen, met praktische handvatten en voorbeelden aan de slag om lokaal gedragen erfgoed-sensitieve energieplannen te ontwikkelen.Het werkboek is onder embargo, het wordt gepubliceerd nadat de praktijkwaarde via pilotstudies is aangetoond. Beoogde start pilotstudies: najaar 2021.
The transformation from the current energy system to a decentralized renewable energy system requires the transformation of communities into energy neutral or even energy producing communities. Increasingly, citizens become 'prosumers' and pool their resources to start a local energy initiative. In this paper we present an in-depth study of networks that recently developed, which challenge the established way of centralized decision-making on energy resources. Many local communities are eager to promote sustainable energy production, to use local financial resources for the local community and to employ democratic governance of energy production and supply. Furthermore, we study how these co-operations are linked to local, regional and national networks for community energy. We use both Actor-Network Theory (ANT) and Social Movement Theory (SMT) to investigate the initiatives, as this allows a dynamic analysis of collective strategies. We discuss the obduracy of the energy system and how this system is challenged by new connections between communities and global networks and by new types of energy providers that are rooted in social networks. Furthermore, we draw attention to the way community energy networks provide a social innovation while realizing a decentralized and decarbonized energy system.
Dit document bevat een onderzoeksvoorstel aan het programma RAAK-PRO. Het doel van het voorstel is binnen het ‘ATELIER P2MP: Power tot Empower’ een aanpak te ontwikkelen waarmee lokale duurzame energie initiatieven samen met een expertgroep van bedrijven tot een volledige behoefte-identificatie, oplossingsontwerp en uitgewerkte business cases kunnen komen. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen MKB-bedrijven lokale duurzame energie-initiatieven versterken, zodat deze initiatieven verder kunnen professionaliseren en hun doelen kunnen verwezenlijken terwijl de transitie naar een participatiesamenleving kan worden versneld?Binnen deze onderzoeksvraag staat het mogelijk maken van lokale initiatieven met betrekking tot duurzaamheid centraal. Het realiseren van deze doelen kan worden ondersteund door de inbreng van kennis van bedrijven en experts.Binnen deze onderzoeksvraag kunnen drie deelvraagstukken worden onderscheiden:1. Hoe kan het proces van behoefte-indicatie en vraagformulering van een lokaal initiatief. verrijkt en versneld worden door de inbreng van MKB-bedrijven?2. Hoe zorg je ervoor dat concepten en ontwerpen die worden uitgedacht passen bij de behoeftes van deze specifieke lokale gemeenschap en wat is daarvoor nodig?3. Hoe kunnen de door de lokale gemeenschap gekozen concepten en ontwerpen worden doorontwikkeld tot een LDEI business case. Aan de hand van de ‘comperative case study’ methode (Yin 2004) worden verschillende eindresultaten beoogd:1. Een compleet geformuleerde behoefte en vraagstelling van het lokaal initiatief.2. Het in kaart in kaart brengen van het speelveld, de draagvlak en betrokkenheid.3. Een overzicht van het potentieel van verschillende bronnen van duurzame energie, inclusief een potentie van energiebesparing
De overgang naar een gasvrije gebouwde omgeving is een belangrijke doelstelling van de energietransitie. Daartoe wordt veel onderzoek gedaan naar het potentieel van lage-temperatuur verwarmingssystemen in bestaande woningen, zoals warmtepompen. Het zal echter nog even duren voordat alle bestaande CV-installaties zijn vervangen. Daarom blijven korte termijn besparingen door aanpassingen aan bestaande CV-installaties belangrijk, zoals door verlaging van de aanvoertemperatuur en waterzijdig inregelen. Veel verwarmingsinstallaties zijn namelijk overgedimensioneerd nadat veel woningen zijn nageïsoleerd. Echter kwantitatief inzicht in de daadwerkelijke besparingen die zonder comfortverlies te realiseren zijn ontbreekt nog. Ruwe schattingen variëren van 2 tot 7%. Daartoe zijn theoretische analyses niet voldoende en is empirisch onderzoek is noodzakelijk. Ook blijkt dat weinig woningeigenaren hiervan op de hoogte zijn en dat installateurs nog zelden deze diensten aanbieden of de klant hierop attenderen. Het energieadviesbureau Energiepaleis (MKB), TVVL (Kennisplatform installatietechniek), FedEC (beroepsvereniging energieadviseur) en MilieuCentraal (consumentenvoorlichting) hebben daarom de HvA gevraagd om onderzoek te doen ter onderbouwing van de kennisoverdracht naar de praktijk, de dienstverlening en verdienmodellen van installateurs en energie-adviseurs en ter versterking van de consumentenvoorlichting. Het laatste zal de vraag naar dienstverlening vergroten. De onderzoeksvragen zijn betrekking op: 1) kwantitatieve besparing; 2) comfortaspecten; 3) verdienmodellen voor dienstverlening; en 4) kennislacunes en hoe deze aan te pakken. Klankbordgroepen van installatiebedrijven en energie-adviseurs zullen betrokken worden bij uitvoering en resultaten van het onderzoek. TVVL en FedEC zullen haar kennis- en leerkanalen inzetten. Het KIEM onderzoek zal samenwerken met het lopende empirische onderzoek naar lage-temperatuur verwarmingssystemen. Dit onderzoek valt binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid: het betreft de ontsluiting van een significante energiebesparingsoptie; het versterkt de valorisatie van innovatie door het ondersteunen van nieuwe dienstverlening door de installatie- en adviessector; en tenslotte de beroepspraktijk en de consumentenorganisaties (de klanten) werken samen aan een gemeenschappelijke vraagstelling.
Dit lectoren platform heeft zich in de afgelopen 2 jaren succesvol ontwikkeld. Dit is een netwerk van de lectoraten Duurzame Energievoorziening (Saxion, Richard van Leeuwen), Delta Power (Hogeschool Zeeland, Jacob van Berkel), Duurzaam Bouwproces met BIM (Hogeschool Rotterdam, Christoph Maria Ravesloot), Energietransitie (Hanzehogeschool, Jan-jaap Aué), Smart Energy (Avans Hogeschool, Jack Doomernik), Meet- en Regeltechniek (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Aart-Jan de Graaf), Energietransitie (Hogeschool Windesheim, Jeike Wallinga) en Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE, Tinus Hammink). Het platform is 2 jaar actief. In de vorige periode is een onderzoeksagenda opgesteld met de volgende 5 programmalijnen: 1. 1. Kwantificeren: het effect op vraag en aanbod van technische oplossingen 2. 2. Systeembenadering in de praktijk: lokaal doen wat lokaal kan 3. 3. Systeembenadering in de praktijk: integraliteit bij grote spelers 4. 4. Integraliteit met andere disciplines: organisatorische en ICT-kant van de energietransitie samenbrengen met het technisch inzicht 5. 5. Systeembenadering in de aanpak: LEVE-visie uitdragen Zie tevens: https://specials.han.nl/sites/seece/actueel/documenten/LEVE-Onderzoeksagenda-2019.pdf Doel in het vervolg van het platform LEVE, LEVE II is: 1. 1. Agenda en visie uitvoeren met de nu deelnemende partijen; 2. 2. Verdiepen en verbreden van het lectoren netwerk (Windesheim is inmiddels aangesloten); 3. 3. Inrichten van een informatieplatform voor inzicht in kennisactiviteiten, resultaten en onderwijsmateriaal; 4. 4. Organiseren en uitdragen van de wervende doelstelling voor meerjarige programma’s (zoals nu de MMIP’s). In onze werkwijze stemmen we onze agenda en projecten af met een stakeholdergroep waarvoor elke hogeschool een “relatie” uitnodigt. Via de universiteiten en de TKI’s Nieuw Gas en Systeemintegratie toetsen we de relevantie van de vraagstukken die we oppakken. Dit plan is tevens verbonden en afgestemd met het lectorenplatform Urban Energy. Dit platform sluit aan op het thema Energie en Energievoorziening uit de strategische onderzoeksagenda van het hbo 2016-2020.
Dit is een netwerk bestaande uit de volgende lectoraten: Duurzame Energievoorziening (Saxion, Richard van Leeuwen), Delta Power (HZ, Jacob van Berkel), Duurzaam Bouwproces met BIM (HR, Christoph Maria Ravesloot), Energietransitie (Hanzehogeschool, Marten van der Laan), Smart Energy (Avans, Jack Doomernik), Meet- en Regeltechniek (HAN, vacant), Energietransitie (Windesheim, Jeike Wallinga), Energy in transition (Haagse Hogeschool, Sander Mertens), Energie & Innovatie (Renee Heller, HvA) en de CoE's SEECE (HAN, Tinus Hammink) en EnTranCe (Hanzehogeschool, Jan-jaap Aué) Het platform is langer actief en heeft een gemeenschappelijke onderzoeksagenda opgesteld met 5 programmalijnen: 1. Kwantificeren: het effect op vraag en aanbod van technische oplossingen 2. Systeembenadering in de praktijk: lokaal doen wat lokaal kan 3. Systeembenadering in de praktijk: integraliteit bij grote spelers 4. Integraliteit met andere disciplines: organisatorische en ICT-kant van de energietransitie samenbrengen met het technisch inzicht 5. Systeembenadering in de aanpak: LEVE-visie uitdragen Deze agenda heeft geleid tot een landelijk herkende positie, whitepapers en gezamenlijke projecten. Ook organiseren we jaarlijks een landelijk symposium, zijn er goede lopende contacten met de topsector Energie, de human capital agenda daarvan en de TKI's nieuw gas en systeemintegratie. Verder is LEVE aangesloten op de HBO brede thematafel Energie en Duurzaamheid en geeft vorm aan de agenda die daar HBO breed gevormd wordt. Doel in het vervolg van het platform is: 1. invulling geven aan de onderzoeks-agenda; 2. Verdiepen en verbreden van het lectoren netwerk. Zowel met nieuwe hogescholen als met (kenniskring)leden van de verschillende lectoraten ; 3. organiseren van LEVE brede kennisbijeenkomsten voor verankering vh netwerk; 4. meerjarige programma’s ontwikkelen . We stemmen onze agenda en projecten af met onze stakeholdergroep. Via NERA, de thematafel Energie en Duurzaamheid en de betrokken TKI’s toetsen we de relevantie van de vraagstukken die we oppakken. Dit plan wordt tevens verbonden en afgestemd met het lectorenplatform Urban Energy.