Financiële problematiek onder forensische cliënten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Cliënten zelf én forensisch sociaal professionals die hen begeleiden ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Vanuit gemeenten wordt nog relatief weinig aandacht besteed aan deze problematiek voor deze specifieke doelgroep en gemeentelijk beleid verschilt dan ook sterk. Hoe kunnen gemeenten beleid rond financiële problemen onder forensische cliënten intern regisseren en bovendien afstemmen op andere gemeenten?
DOCUMENT
Korte interviews met deskundigen over de kracht van simulaties en gaming voor openbaar bestuur en gemeentelijk beleid. Voorwoord van Annemarie Jorritsma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
DOCUMENT
Sinds enige jaren gaan veel van de discussies en gesprekken in de sociale sector over de nieuwe wet op maatschappelijke ondersteuning, de Wmo. Die vervangt onder meer de Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Het is goed dat substantiële delen van beleid af en toe groot onderhoud krijgen, gelet op het gecombineerde effect van een zich steeds ontwikkelende maatschappij, voortschrijdend inzicht in welk beleid effectief is en verschuivende voorkeuren in de samenleving. Nieuw beleid brengt ook onzekerheid en onwennigheid met zich mee. Het vraagt verandering en aanpassing. Niet altijd is bij de goedkeuring van nieuw beleid meteen duidelijk hoe de uitvoering gaat verlopen, hoe één en ander er bij de implementatie van het beleid uit gaat zien. Over de invoering van de Wmo is al veel gezegd en geschreven. In deze publicatie trachten we de consequenties van de Wmo in beeld te brengen vanuit het perspectief van de professionals uit de sociale sector. Welke sociale interventies moeten ze uit hun gereedschapsbak verwijderen, welke nieuwe instrumenten komen erbij, welke nieuwe kwaliteiten moet de professional in huis hebben?
DOCUMENT
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
Stichting van Schulden naar Kansen (VSNK) heeft in 2015 (toen nog onder de noemer van de Delta Lloyd Foundation) het actieprogramma Van Schulden naar Kansen gelanceerd. In 2016 heeft Aegon zich hierbij aangesloten. De ambitie van het programma was om in vijf jaar tijd (2016-2020) in doelgebieden waar veel mensen van een laag inkomen leven de financiële zelfredzaamheid van 15% van de desbetreffende huishoudens te vergroten door armoede als gevolg van schulden terug te dringen. Het ging om doelgebieden in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Groningen, Leeuwarden, Rotterdam en Zwolle.Om de effecten van het VSNK-programma te monitoren deed het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam naast onderzoek op projectniveau en deelnemersniveau ook onderzoek op doelgebiedenniveau. Dit Doelgebiedenonderzoek diende als referentiekader voor de resultaten op project- en deelnemersniveau zodat deze zo goed mogelijk konden worden geduid. Met medewerking van verschillende groepen crediteuren hebben we tussen 2016 en 2020 de stand van zaken in kaart gebracht voor wat betreft betalingsachterstanden in de doelgebieden van Van Schulden naar Kansen. Om na te gaan welke inspanningen er naast het programma Van Schulden naar Kansen nog meer werden verricht om armoede (en schulden) te reduceren, volgden we ook in grote lijnen het beleid van deze crediteuren en het gemeentelijk beleid in de doelgebieden. In dit eindrapport gaan we nader in op de ontwikkelingen die we de afgelopen jaren per sector hebben gezien op basis van de resultaten van het Doelgebiedenonderzoek. We zoomen in op ontwikkelingen in betalingsachterstanden bij verschillende crediteuren en op hun debiteurenbeleid Daarnaast bespreken we de verschillen en overeenkomsten tussen gemeenten voor wat betreft huishoudens met een minimuminkomen, hun armoede- en schuldenbeleid en hun investeringen in armoedebestrijding. Tenslotte bespreken we de overkoepelende conclusies die op basis van de beschikbare gegevens getrokken kunnen worden.
DOCUMENT
Dit artikel bevat de resultaten van het onderzoek Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2015. Het onderzoek is uitgevoerd door het lectoraat Maatschappelijk Vastgoed van het Kenniscentrum NoorderRuimte, Hanzehogeschool Groningen.Voor de zevende keer hebben Nederlandse gemeenten de vragenlijst Barometer Maatschappelijk Vastgoed ingevuld. 227 respondenten (51%) hebben de vragenlijst geopend en 173 gemeenten (39%) hebben de lijst vervolgens geheel of gedeeltelijk ingevuld waardoor de respons op vraagniveau kan verschillen. Dit staat per vraag aangegeven.
DOCUMENT
Er is een nieuw hoera-begrip in beleidsland, te weten actief burgerschap. Het begrip is bezig een steile klim aan populariteit te maken en duikt na jarenlange afwezigheid terug in steeds meer beleidsstukken, nieuwsmedia en onderzoeksrapporten op. Het is het nieuwste medicijn om maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. In internationale context gaat het dan om citizenship , in Nederlandstalig gebied om burgerschap, eigen verantwoordelijkheid of normen en waarden. Actief burgerschap is evenwel geen nieuwe uitvinding, maar duikt met enige regelmaat op in het denken over publieke dienstverlening. Bovendien leidt het frequente gebruik van de term niet automatisch tot duidelijkheid over wat er precies mee bedoeld wordt, noch tot een consensus over de wenselijkheid er een aangrijpingspunt voor beleid in te vinden. Er is sprake is sterke taalvervuiling en enige milieuzorg is dringend nodig. Nu de bandbreedte van lokaal beleid sterk toeneemt, is een consensus over inhoud en relevantie van burgerschap wenselijk. Deze publicatie vouwt het begrip actief burgerschap open en belicht de verschillende dimensies en aanknopingspunten voor beleid, met name het grotestedenbeleid in Eindhoven.
DOCUMENT
Met de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zal lokaal sociaal beleid aan kracht winnen. Deze tekst gebruikt een metafoor uit de kunst om de visie achter de WMO te duiden.
DOCUMENT
Het huidige college van B&W en de gemeenteraad hebben aan het begin van hun regeerperiode een sociale agenda 2003-2006 voor Eindhoven opgesteld. Preventie en participatie zijn de kernbegrippen uit die nota. In maart 2006 zijn er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. Uit de huidige sociale agenda is het Sociaal Debat Eindhoven ontstaan. In de driehoek van overheid (gemeente Eindhoven), kennisinstelling (Fontys Hogeschool Sociale Studies) en werkveld (Loket W) praten de verschillende professionele kernpartners uit het maatschappelijk middenveld al enkele jaren met elkaar over actuele thema's uit de sociale agenda. De resultaten van het Sociaal Debat Eindhoven willen we met deze publicatie naar buiten brengen, om daarmee het debat te verbreden. Lokaal beleid gaat er, zeker in de sociale infrastructuur, weer meer toe doen. Landelijke ontwikkelingen als de Wet Werk en Bijstand of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning betekenen een decentralisering van beleid en meer ruimte voor lokaal (sociaal) beleid. Het is ook om die reden dat we deze publicatie verluchten met artikelen uit het Eindhovens Dagblad. Niet alleen de lokale politiek wordt belangrijker, ook de lokale media.
DOCUMENT
Kwetsen en mensenrechten schenden zoals het kabinet dat doet, botst met alle professionele waarden van het sociaal werk, schrijft docent-onderzoeker Jeroen Boekhoven. Niet de individuele sociaal werker, maar de beroepsgroep als geheel moet stelling nemen, meent hij.
LINK