Research on the spatial variation in ‘populist’ and ‘anti-establishment’ voting focuses on the role of ‘left behind places’, where these parties are particularly successful in regions that have been left behind economically or culturally. Applying this perspective to the German case, this paper examines the spatial distribution of ‘populist’ and ‘anti-establishment’ voting. Using micro-data from the German Socio-Economic Panel (GSOEP) and official regional statistics at NUTS 3 level, we construct a multilevel model to investigates the roles of socio-economic and demographic contextual and individual level determinants with the intention to vote for AfD, die Linke, and radical right or ‘anti-establishment’ parties in general in the 2017 federal election. Specifically, we explore how social capital – encompassing interpersonal relations and civic engagement – affects the likelihood of voting for these parties. Although social capital is commonly thought of as a shielding effect against ‘populist’ and ‘anti-establishment’ voting and strengthening political representation, its influence on anti-establishment voting remains vague. Based on original survey data from 2017, the results show that indicators of interpersonal relations and civic engagement in networks of civil society, specific forms of social capital, seem to play an important role in affecting voting behaviour, revealing that civically involved individuals are more likely to support established democratic parties, rather than voting for a ‘populist’ or ‘anti-establishment’ party.
DOCUMENT
Deze managementsamenvatting omschrijft kort en bondig het onderzoek naar de woonomgeving van Houwerzijl. Deze samenvatting is bedoeld om de hoofdlijnen van het onderzoek weer te geven, voor het totale onderzoek wordt u doorverwezen naar het onderzoeksrapport ‘Wonen in Houwerzijl’.De doelstelling is het advies geven voor mogelijke aanpassingen ten aanzien van de leefomgeving. De probleemstelling en tevens de onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: ‘Wat vinden de inwoners van Houwerzijl van de kwaliteit van hun leefomgeving en hoe zien zij dit in 2020?’ Deze onderzoeksvraag is verder verdeeld in twee deelvragen, die de woonmotieven en de kwaliteit van de woningen onderzoeken.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan we aan de hand van tien casestudies en vijf interviews op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten de voorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volle overtuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hun verschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen. Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
LINK
In het voorjaar van 2011 heeft het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte een onderzoek uitgevoerd naar de leefomgeving van het dorp Niehove. Met behulp van dit onderzoek zal de vereniging Dorpsbelangen in Niehove een doel kunnen opstellen waar ze zich op kunnen gaan richten de komende jaren. Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen hoe de inwoners van Niehove hun leefomgeving waarderen. Hierbij is een onderzoeksvraag geformuleerd en deze luidt als volgt: Hoe waarderen de inwoners van Niehove hun leefomgeving?Bij deze centrale vraag gaat het om de volgende vier aspecten van de leefomgeving:WoonsituatieVoorzieningenSociale klimaatOrganiserend vermogen1. De inwoners van Niehove, blijkt uit het onderzoek, vinden hun dorp prettig om in te wonen. De belangrijkste reden om zich te vestigen in Niehove is de rust en de ruimte. Veel Niehoofsters geven aan de rest van hun leven in Niehove te willen blijven wonen.2. Het begrip voorzieningen betekent in dit onderzoek bijvoorbeeld de winkels, scholen en sport. In Niehove zijn weinig van deze voorzieningen aanwezig. Bij voorzieningen hoort ook het gevoel van veiligheid. De inwoners van Niehove zijn tevreden over de veiligheid in het dorp. De meningen zijn verdeeld over het onderhoud aan de wegen in en naar Niehove. Op dit gebied moeten dus verbeteringen plaatsvinden.3. Over het sociale klimaat zijn de meeste inwoners het wel eens. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten voldoende sociale contacten hebben binnen en buiten het dorp. Bovendien wordt er gesproken van een goede verstandhouding tussen de oude en nieuwe bewoners, een goede relatie met de buren en wordt de sociale controle als prettig ervaren. De inwoners van Niehove geven in de enquête aan graag buurt- of dorpsgenoten te willen helpen.4. In het dorp Niehove worden veel activiteiten georganiseerd. De populairste activiteiten zijn het paasvuur, de intocht en feest van sinterklaas, de paaswandeling en de sinterklaasbingo. Tevens is de jaarvergadering een belangrijke activiteit volgens de respondenten. Over de activiteiten voor de kinderen vindt 78,5% van de ouders dat er voldoende leuke activiteiten worden georganiseerd. Er zijn inwoners van Niehove die aangeven dat zij graag iets zouden willen beginnen op het gebied van duurzaamheid en het verkopen van streekproducten. Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
In dit rapport wordt ingegaan op het onderwerp groepswonen voor ouderen (50 plussers) in Noord-Nederland. Onder groepswonen voor ouderen wordt alle vormen van wonen verstaan, waarbij meerdere huishoudens een of meer gemeenschappelijke ruimtes gebruiken en beheren, waarbij het lidmaatschap vrijwillig is en de groep zelf beslist over de toelating van nieuwe leden. De focus van het onderzoek ligt op de locatie van de woongroepen, de ervaringen van bewoners in een woongroep en de criteria die worden gehandhaafd voor het selecteren van nieuwe bewoners. De gegevens van de woongroepen zijn weergegeven in een matrix. Hierbij is gelet op het aantal woningen in de woongroep, het aantal bewoners, de samenstelling, de ligging en de voorzieningen.Daarnaast is er ook een overzichtelijke adressenlijst van alle woongroepen in Noord-Nederland en deze zijn weer in een landkaart weergegeven.Doelstelling en Probleemstelling:Naar aanleiding van onvoldoende overzicht in de bekendheid van woongroepen, is het doel van dit onderzoek, een inzicht te geven in de locatie en de ervaringen van woongroepen in Noord-Nederland. Hier vloeit de probleemstelling uit voort. Deze is als volgt geformuleerd: Welke woongroepen voor ouderen zijn er in Noord-Nederland en hoe ervaren de bewoners het wonen in een woongroep? Door zoveel mogelijk bestaande gegevens uit eerdere onderzoeken en andere bronnen te gebruiken, wordt deze doelstelling bereikt.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
In het najaar van 2010 is door het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte (Hanzehogeschool Groningen) onderzoek gedaan naar de leefomgeving van het dorp Houwerzijl. Opdrachtgever voor het onderzoek was de gemeente De Marne en direct belanghebbende bij het onderzoek is de Vereniging Dorpsbelangen Houwerzijl. De Vereniging Dorpsbelangen Houwerzijl heeft het voornemen om een dorpsvisie voor Houwerzijl op te stellen. Hiervoor is het nodig om de mening van de inwoners over de leefomgeving van Houwerzijl te kennen.
DOCUMENT
Dit rapport is een voorstel voor het in kaart brengen van de mogelijkheden voor toeristische en recreatieve ontwikkelingen langs de Waddendijk. Een groeiende hoeveelheid initiatieven en plannen in dit gebied duidt op een behoefte aan vernieuwing, een vernieuwing die soms nodig wordt geacht om de gevolgen van bevolkingskrimp te verzachten en de leefbaarheid te vergroten, soms door de economische potentie die letterlijk aan dit gebied voorbijgaat omdat alle bezoekers naar de eilanden varen, soms ook gewoon door trots op het gebied en de overtuiging dat de cultuur en het landschap van de Waddenkust ook voor bezoekers een verrijkende ervaring kunnen betekenen.
DOCUMENT
Enkele Makkingaasters hebben Stichting Lokaal Ideaal Makkinga (SLIM) opgericht om antwoorden te vinden op de effecten van de wereldwijde transitievraagstukken. Door SLIM wordt een drie jaar lopende Veerkrachtsindex (VIX) ingezet om draagvlakken voor ‘’lokale duurzame initiatieven’’ te meten. Dit onderzoek geeft een beeld van in welke mate er sprake is van draagvlak voor samenwerking, gericht op een duurzaam en een leefbaar Makkinga. Het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling Noorderruimte werkt samen met SLIM om de VIX te realiseren. Het Kenniscentrum heeft belang bij een duidelijk beeld van de veerkracht van Noord Nederland, waardoor lokale initiatieven beter kunnen worden ondersteund onder andere door de kennisuitwisseling en de deskundigheid te bevorderen. Om het draagvlak vast te stellen wordt de volgende centrale vraag beantwoord:‘Wat is de beleving van Makkingaasters bij het begrip ‘duurzaamheid’ alsmede hun persoonlijke rol daarin en wat is de bereidheid om meer actief bij te dragen aan een duurzaam en leefbaar Makkinga met betrekking tot energie, voedsel en arbeid en welk advies kan worden gegeven aan de opdrachtgever gelet op de gevonden resultaten?'
DOCUMENT