Purpose – This paper aims to explore the influence of Facility management (FM) on detainee behaviour and responsiveness. The expected outcome of this research is that FM can contribute to the re-socialization by actively using facility design and detainee activities to positively influence their social behaviour.Design / methodology / approach – This current explorative study has been qualitative in nature, including desk research, literature study in relation to healing environment, walk through, observations and interviews with prison managers and facility staff. For this study, a comparison has been made between two correctional institutions. One correctional institution is situated in a rural setting with a building design dating from the early 20th century. The second building is located in an urban area and dates back to the 1990s.Findings - This study shows that there is little to no sources found which describes how FM can actually contribute and add value to rehabilitation of detainees. From the literature study, the observations and exploratory interviews, the conclusion is that FM influences the behaviour of people. Further research could contribute to this emerging area in FM.Practical implications – At this moment the Custodial Institution - Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) - is developing a master plan which will lead to a reassessment of the housing policy within DJI. Initially, DJI will have to formulate a new definition of the minimum level of humane detention in relation to FM.Originality / value – This study may support DJI in the upcoming organizational change. It will provide DJI with the opportunity to perform additional research in order to deliver to society evidence on the influence and impact of FM on detainees.
DOCUMENT
“Gedetineerden van de PI Norgerhaven hebben de eerste hop op het terrein achter de gevangenis geoogst. De hop wordt gebruikt voor een nieuw biertje van brouwerij Maallust uit Veenhuizen (Drenthe, 2018)”.De gevangenis-hop is een prachtig resultaat van een succesvolle samenwerking tussen het Lectoraat Duurzaam Coöperatief ondernemen (FEM), de Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Brouwerij Maallust en de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen (PI). In opdracht van de PI en Brouwerij Maallust heeft Hanzestudent bedrijfseconomie, Romar Salomons, voor zijn afstudeeronderzoek gewerkt aan een kostendekkend sociaal inclusief business model voor de productie van hop door de gedetineerden van de PI voor de naastgelegen Brouwerij Maallust.
DOCUMENT
“Ik ben benieuwd hoelang het zal duren voor men ook kan schrijven: er is een tijd geweest dat men voor een pedofiel contact de gevangenis in ging. Iemand om die reden in voorarrest houden en een gevangenisstraf opleggen berust naar mijn overtuiging op een afschuwelijke vergissing, die rechtstreeks voortvloeit uit een taboe. Niet de rechter, maar de wetgever en dus wij allen blijven daar debet aan. Graag voeg ik mij bij mevrouw Mr. H. Singer-Dekker, waar zij schrijft dat ook zedendelinquenten vermoedelijk steeds meer gezien worden als mensen aan wie schuld ontbrak en die alleen behandeling behoeven.” 2 Wie het hier te bespreken onderzoek Gevangene van het verleden leest, weet dat de bovenstaande voorspelling (of is het hoop?) uit een publicatie uit 1970 maar zeer ten dele is uitgekomen. Behandeling en begeleiding in een justitieel kader zijn zeker gangbare reacties op gedrag van zedendelinquenten. Maar dat zedendelinquenten in onze tijd worden gezien als mensen aan wie geen schuld is toe te rekenen of die niet in de gevangenis terecht behoren te komen en slechts behandeling behoeven, is zeker niet gangbaar geworden. Integendeel, in het hier beschreven rapport wordt, in navolging van de Engelse criminoloog Stanley Cohen, in verband met zedendelinquenten geschreven in termen als ‘folk devils’ en ‘moral panic’. Deze begrippen zijn met name aan de orde als een ex-zedendelinquent vanuit de gevangenis of de TBS terugkeert in de samenleving. Het gaat daarbij niet om stigmatiserende begrippen maar om een analyse van de huidige situatie. Volgens Cohen, stellen de onderzoekers, worden politici, beleidsmakers, bestuurders, burgers, enzovoort soms door paniek bevangen wanneer zij worden geconfronteerd met regelovertredingen van personen, zoals voetbalvandalen, drugsgebruikers, pedofielen of straatrovers, die zij als een ernstige bedreiging zien voor de samenleving (p. 28).
LINK
Er is veel geschreven over de rol van sport in het bevorderen van sociaal, psycho‐ logisch en fysiek welbevinden van mensen. Deze literatuur is echter grotendeels gericht op het sociaal domein en daarbinnen veel op jonge mensen, maar weinig op contexten binnen een justitieel kader, bijvoorbeeld de gevangenis of reclasse‐ ring. De wetenschappelijke aandacht voor de meerwaarde van sport en bewegen voor delinquenten is beperkt. In een lopend onderzoeksproject onderzoeken wij de belangrijkste factoren om sport in te zetten ter bevordering van participatie van mensen in een kwetsbare positie (in detentie, de reclassering en de maatschappelijke opvang). Daarbinnen is een literatuurstudie uitgevoerd naar de meerwaarde van sport en bewegen, specifiek voor delinquenten. Dit betreft dus personen die binnen een justitieel kader sport- en beweegactiviteiten ondernemen of binnen een sportcontext re-integreren (denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk op een sportclub in de laatste fase van detentie). In dit artikel wordt antwoord gegeven op de vraag: wat is in de literatuur bekend over de meerwaarde van sport en bewegen voor het reintegreren van delinquenten?
DOCUMENT
Gedetineerden en medewerkers zitten dicht op elkaar. Ook het communicatieve contact tussen hen is begrensd; de medewerkers hebben duidelijke instructies hoe zich te verhouden tot de ingeslotenen. Toch ligt juist in dat contact de grote uitdaging en opgave voor het werk van de penitentiair inrichtingswerkers. Hoe kan de beperkte communicatieve speelruimte een bijdrage leveren aan de terugkeer van de mensen die veroordeeld zijn voor een delict? Wat vraagt dit van de koers van de afdeling als geheel, van de bejegening van ingeslotenen en van de interacties tussen de medewerkers onderling? In dit artikel schetsen we de aanleiding tot de vraag naar advies bij de koersbepaling op een afdeling van een penitentiaire inrichting. Als begeleidingskundig onderzoekers hebben we deze vraag opgepakt als een handelingsonderzoek samen met betrokkenen.
DOCUMENT
Sommige mensen hebben psychiatrische of ernstige psychische problemen én leveren gevaar op voor anderen. Het betreft bijvoorbeeld mensen die lijden aan schizofrenie of een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die anderen schade berokkenen, leed veroorzaken of strafbare feiten plegen. Goed omgaan met deze mensen is een moeilijke opgave. Ze maken deel uit van twee werelden. Die van de zorg en die van justitie, die zich in de praktijk moeizaam tot elkaar verhouden. Allereerst kampt een aanzienlijk deel van de gedetineerden in Nederlandse gevangenissen met psychi(atri)sche problemen, die niet altijd behandeld worden. Ten tweede zijn de recidivecijfers hoog. Binnen vier jaar na ontslag uit de gevangenis is 66% opnieuw veroordeeld voor een misdrijf. Ten derde en in samenhang daarmee zijn er knelpunten in het begeleiden van (ex-)gedetineerden bij hun terugkeer naar de maatschappij. Als beter en langer nazorg zou worden verleend, zou het risico op terugval kunnen worden verkleind. Tot slot komen psychiatrische patiënten die overlast veroorzaken niet altijd tijdig in beeld bij de hulpverlening. Daardoor kunnen zij terechtkomen in situaties waarin zij delicten plegen die mogelijk hadden kunnen worden voorkomen. De vraagstelling van het advies luidt: hoe kunnen we beter omgaan met delictplegers met psychi(atri)sche problemen?
DOCUMENT
Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van kinderen met een ouder in detentieEn dit doen we al sinds 2013. Al onze kennis en praktijkervaringen hebben we samengebracht op dit platform. Gratis voor iedereen om te gebruiken, binnen én buiten de gevangenis.
LINK
In Nederland hebben zo’n 25.000 kinderen een ouder in de gevangenis. In de Penitentiaire Inrichting (PI) Veenhuizen, locatie Esserheem is een speciale afdeling voor vaders in detentie: de Vadervleugel. De Innovatiewerkplaats ‘Gezinsbenadering in Penitentiaire Inrichtingen’ van de Hanzehogeschool doet er sinds 2018 onderzoek. Een kijkje achter de tralies.
LINK
ADHD is steeds meer een containerbegrip aan het worden. Aandachtsproblemen zeer erg a-specifiek; bij problemen zijn veel mensen nou eenmaal snel afgeleid en ongeconcentreerd. Het is dan ook niet zo gek dat mensen in de gevangenis, die zowel vroeger als nu te maken hebben (gehad) met verre van ideale omstandigheden een ADHD classificatie zouden kunnen krijgen. Dat betekent natuurlijk niet dat al hun vroegere problemen te wijten zijn aan hun aandachtsproblemen. Door zo simpel te denken gaan we hard richting bijgeloof.
LINK
Topartikelen 2015. Dit is de vijfde bundel in de reeks Topartikelen met de winnende artikelen van de jaarlijkse artikelwedstrijd. De eerste en tweede prijs gaan dit jaar naar artikelen van studenten van de opleiding MWD. Eline Bröker: Samen kom je er wel. Eline schrijft over het Skejby halfway house; een initiatief uit Denemarken. In dit huis wonen exdelinquenten en studenten onder één dak. Het is uniek in zijn soort en met opmerkelijke resultaten: het recidive percentage ligt ruim 20% lager dan bij halfway huizen waar alleen delinquenten wonen. Marlieke Moors: Rouw mag er zijn. Marlieke gaat in haar artikel in op verouderde rouwmodellen en schetst de laatste ont - wikkelingen op dit gebied. De verouderde modellen gaan ervan uit dat rouw volgens bepaalde criteria verloopt en dat verlies uiteindelijk ‘verwerkt’ wordt. Deze modellen hebben een universeel en normatief karakter gekregen. Marlieke toont aan, met behulp van het nieuwe integratieve rouwmodel, dat het niet om verwerken van verlies gaat, maar juist om het integreren van verlies in iemands leven.
DOCUMENT