In de periode 2014-2015 organiseerde de Amsterdamse Wmo-werkplaats een aantal netwerkbijeenkomsten onder de naam: ‘Leren in Gezelschap’. Alle bijeenkomsten gingen over thema’s rond ervaringsdeskundigheid en/of herstel en herstelondersteuning en vonden plaats bij diverse Amsterdamse partners die op dit vlak expertise hebben opgebouwd. Met verschillende betrokkenen waaronder professionals, ervaringsdeskundigen, cliënten, docenten, onderzoekers en studenten, werd bij iedere bijeenkomst een prangende kwestie opgepakt en uitgewerkt. De schrijvers willen met dit verslag andere geïnteresseerden uitnodigen om op deze wijze verder samen vorm te geven aan het lerend netwerk en deze thema’s verder uit te diepen.
DOCUMENT
Een belangrijk deel van onze interesse in de wereld om ons heen is gericht op dieren. Niet alleen voor de voedselproductie of het transport, maar ook vanwege onze empathie voor hen en onze fascinatie voor wat ze voor ons in veel andere rollen(kunnen) betekenen. Paarden, honden, katten en andere gezelschapsdieren maar ook veel landbouwhuisdieren worden als metgezel behandeld en met genegenheid verzorgd. Deze belangstelling voor de band tussen mens en dier is sinds eind vorige eeuw enorm toegenomen door onder andere de berichtgeving in de populaire pers over de positieve impact van dieren op het leven van mensen. Hierdoor is de nieuwsgierigheid van professionals en de samenleving gewekt om deze unieke relatie tussen mens en dier tot meerwaarde te brengen. Met de toenemende inzet van dieren in ons leven, rijst vanzelfsprekend de vraag of die mens-dier interactie wederzijds positief uitpakt. In 2019 is de zienswijze Dierbare Hulpverleners: welzijn voor mens en dier? van De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) (Raad voor Dierenaangelegenheden, 2019) verschenen waarbij de vraag gesteld werd of, en op welke wijze, dieren bij interventies op verantwoorde wijze kunnen worden ingezet. Zowel in de dagelijkse omgang met, als de inzet van dieren, maar zeker ook in de wetenschappelijke literatuur, is veel vaker aandacht voor hoe dieren de kwaliteit van leven van de mens kunnen bevorderen in vergelijking met hoe de mens de kwaliteit van leven van dieren zouden kunnen verbeteren. Alhoewel deze thematiek het meest herkenbaar is bij sectoren waar dieren ingezet worden bij dierondersteunde interventies (zoals therapie) of hulp (blindengeleidehonden), moet het effect van de mens-dier interactie op het dier veel breder gezien worden. Ook bij de inzet van dieren in opsporing, beveiliging, sport, recreatie en vermaak is er sprake van een intensieve interactie tussen mens en dier. In sommige gevallen is de mens in het partnerschap met het dier zelfs geheel of gedeeltelijk afhankelijk van het dier. De mens-dier interactie is ook (indirect) zichtbaar in het management, en dan met name in de houderij en fokkerij van dieren. Daar waar mensen beslissen over huisvesting, voeding en fokdoelen van dieren, kan de kwaliteit van leven van dieren in gevaar komen wanneer onvoldoende rekening wordt gehouden met de behoeften en aanpassingsmogelijkheden van het dier. Gek genoeg is onderzoek naar het effect van de mens-dier interactie pas aan het einde van de vorige eeuw als een onderzoeksgebied opgekomen. Sindsdien is het onderzoek explosief gegroeid met multidisciplinaire onderzoeksgroepen over de hele wereld. Ook in Nederland wordt voornamelijk op universiteiten onderzoek gedaan naar de interactie tussen dieren, mensen en maatschappij. De thematiek wordt vanuit verschillende disciplines benaderd, waaronder ook vanuit het diergedrag en dierenwelzijn. Op het hbo wordt onderzoek gedaan naar diergedrag, dierenwelzijn en diermanagement; het effect van de mens-dier interactie op het dier heeft daar echter nog een ondergeschikte rol. Het lectoraat Human-Animal Interactions draagt bij aan het verder ontrafelen van wat zich af speelt in de mens-dier interactie en vooral ook wat het voor het dier betekent. De focus ligt bij twee diersoorten: paarden en honden. In de publicatie wordt verder ingegaan op hoede mens-dier interactie tot stand komt, hoe dierenwelzijn een rol speelt in de mens-dier interactie en in welke sectoren mensen met paarden en honden samenwerken.
DOCUMENT
Hyodol is een slimme sociale robot uit Zuid Korea, bedoeld voor ouderen met dementie. De robot is een sociaal maatje dat ondersteuning biedt in dagstructuur maar ook via sensoren data ophaalt. Door middel van een dashboard en een smartphone applicatie kunnen zorgverleners en mantelzorgers inzicht krijgen in het gebruik van de robot, berichten versturen en functies gepersonaliseerd instellen.
DOCUMENT
De term rechts inde poltiek laat een positief sentiment ten aanzien van linkse onderwerpen (m.n. de sociale agenda) zien en scoort over de hele linie positief. Journalisten kiezen meer voor extra-aandacht dankzij vooropplaatsing van de term rechts* sinds de verkiezingen van 2010 dan van het begrip links*. Ten slotte denkt het publiek vaker (2,75 keer) bij links* aan politiek (slecht imago), hobby's (wereldvreemd) en kerk (sektarisch gezelschap) dan bij het rechtse gedachtegoed aan negatieve connotaties (politiek, anti-islam, egoïsme).
LINK
Een reclasseringswerker heeft te maken met een bont gezelschap mensen dat met politie en justitie in aanraking is gekomen. Het gaat om mensen die verdacht of veroordeeld zijn voor een strafbaar feit. Delicten die gaan van winkeldiefstal tot moord en van huiselijk geweld tot een gewelddadige overval. De reclassering pendelt tussen advies, hulp en controle op straffen. De afgelopen decennia volgen diverse ontwikkelingen in het reclasseringswerk elkaar in hoog tempo op. Van een ‘zachte’ procesmatige benadering naar productgericht en methodisch werken en meer aandacht voor recidivevermindering. Op dit moment maakt sturing van bovenaf plaats voor meer eigen verantwoordelijkheid. De focus ligt op ‘betekenisvol reclasseren’ met de ene keer het accent meer op hulp, de andere keer meer op controle. In Hé reclassering is het allemaal te lezen.
MULTIFILE
‘Wat kunnen burgerschap en kunsteducatie voor elkaar betekenen?’ ‘Welke voorbeelden kennen we?’ ‘Welke kansen kunnen we grijpen?’ ‘Welke wrijvingen zien we?’ ‘Waar droom je van?’Deze vragen stonden centraal op de Hanze Kunsteducatie werkveldbijeenkomst over kunsteducatie & burgerschap van 12 april 2023. Het programma bestond uit drie beknopte inleidingen op het thema, een maaltijd, twee rondes van tafelgesprekken, een terugkoppeling, muzikale improvisaties, spoken poetry en een afsluitende borrel. Het gezelschap bestond deze avond uit (kunst)vakdocenten, lerarenopleiders, studenten, onderzoekers, educatief medewerkers, museumeducatoren en andere belangstellenden.
DOCUMENT
Gemeente Zandvoort en de organisatie van de Dutch Grand Prix (DGP) hebben Breda University of Applied Sciences (BUas) gevraagd om de economische, sociale en maatschappelijke impact van het evenement Dutch Grand Prix 2023 en haar side events (onder de noemer Zandvoort Racefestival) te onderzoeken.Het onderzoek is uitgevoerd middels online en/of face-to-face afgenomen gestructureerde vragenlijsten onder 726 bezoekers van het circuit, 286 bezoekers aan het dorp Zandvoort, 108 ondernemers van Zandvoort en 3418 bewoners van Zandvoort (736), Bloemendaal (37), Haarlem (2322), Haarlemmermeer (162), Heemstede (59) en Noordwijk (102). Daarnaast is aanvullende informatie opgevraagd bij de organisatie van de Dutch Grand Prix, Stichting Zandvoort Beyond, Zandvoort Marketing en Gemeente Zandvoort.Voor het berekenen van de economische impact is gebruik gemaakt van de richtlijnen zoals deze opgesteld zijn door de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Er is inzicht verkregen in de additionele bestedingen van DGP-bezoekers en de DGP-organisatie.In de berekening van economische impact is niet gecorrigeerd voor verdringingseffecten. Sponsoractivaties (zoals afhuur van gelegenheden in Zandvoort, inhuur personeel, verzorgen eten en drinken voor genodigden) zijn niet in kaart gebracht. Bestedingen van bezoekers die niet het circuit maar wel het dorp hebben bezocht tijdens het raceweekend zijn eveneens niet meegenomen in de berekening van de economische impact. Het winstcijfer van de DGP-organisatie wordt niet gedeeld en is ook niet meegenomen in de berekening van de economische impact.
DOCUMENT
De bedragen die ondernemingen betalen voor de officikle sponsoring rechten van mondiale topsportevenementen zijn in een relatief korte periode explosief gegroeid. Deze groei is voor een belangrijk deel te wijten aan het toenemend belang van sponsoring van belangrijke topsportevenementen en het beperkte aanbod van deze evenementen. Tal van ondernemingen die niet tot dit selecte gezelschap behoren zien echter ook de communicatiemogelijkheden van deze evenementen. Dit betekent dat ondernemingen manieren zijn gaan bedenken om toch vooral de suggestie te wekken dat er een sponsorrelatie bestaat met deze evenementen. Deze methoden zijn ook bekend als ambush marketing.
DOCUMENT
Toen in mei 2016 de Nederlandse Sportraad (NSR) werd geïnstalleerd, waren we toch wel een beetje verrast. Hun eerste grote opdracht zou worden een analyse van (grote) sportevenementen in Nederland. En hoewel dit diverse gezelschap met o.a. een sportbestuurder, astronaut, ex-topsporters, burgemeester en journalist waarschijnlijk wel met een frisse blik naar sportevenementen zou kunnen kijken, was de aanwezigheid van slechts één expert op het gebied van evenementen - Duncan Stutterheim, organisator van dance-events - misschien wel wat mager. Daarbij was door de minister ook net het netwerk ‘De kracht van sportevenementen’ in het leven geroepen en erg duidelijk hoe beide groepen elkaar gingen versterken was het nog niet.
LINK
Hoe rekbaar, en soms verwarrend het begrip bron is, wordt duidelijk bij het lezen van de verschillende artikelen en essays in dit Cahier. Het is ook dit keer een rijk geschakeerd gezelschap van alumni, docenten en studenten dat de bladzijden vult en vormgeeft.
LINK