Ageing is an important factor that affects visual functioning. In the Netherlands the average age in healthcare facilities is on increase. The current study is a preliminary literature review regarding the influence of light on the visual functioning of the aging workforce and their related tasks.
DOCUMENT
Het creëren van een 'healing environment' (helende omgeving) strekt aanmerkelijk verder dan het simpelweg opleuken van een ruimte. De omgeving moet de zintuigen van een patiënt of bewoner op een positieve manier prikkelen. Een aangenaam, veilig en geborgen gevoel helpt spanning en pijn verminderen, bevordert welbevinden en bespoedigt herstel. Bovendien biedt een healing environment een plezierige en inspirerende werkomgeving.
DOCUMENT
De Stichting Innovatie Alliantie stimuleert de uitwisseling van kennis tussen professionals uit de publieke sector en hogescholen door middel van RAAK-projecten. Deze projecten kunnen de uitkomst bieden die professionals uit de publieke sector nodig hebben. Bij de hogescholen is immers de kennis en menskracht aanwezig voor onderzoek en uitvoering van de meest uiteenlopende projecten op het gebied van innovatie en ontwikkeling. De vraag van de professional uit het veld staat in de RAAKprojecten altijd centraal, in nauwe samenwerking gaan professional en hogeschool aan de slag om antwoorden te vinden.
DOCUMENT
De Technische uitvinder Tesla heeft 700 patenten op zijn naam staan als hij overlijdt. Zijn uitvindingen hebben de wereld in de 20e eeuw volledig veranderd. Zijn wisselstroom generator hebben heel de VS van elektriciteit voorzien. Radioverkeer , remote control werd mogelijk dankzij Tesla. Volgens Tesla zou onbeperkte energie mogelijk zijn via vacuümenergie of nulpuntsenergie.
LINK
Herken je het ook, bij je ouders, bij cliënten op werk of wellicht ook bij jezelf? Opstaan uit de stoel wordt moeilijker, traplopen gaat haast niet meer of de deksel van de jampot openmaken blijkt onmogelijk? Het goede nieuws is dat je met veel bewegen en goede voeding veel langer sterk kunt blijven.
LINK
De onderzoeksvraag die centraal stond was: Welke specifieke uitdagingen of factoren beïnvloeden de ervaren seniorvriendelijkheid van thuiswonende ouderen in de wijk Leidschenveen-Ypenburg van de gemeente Den Haag? Dit naar aanleiding van de eerste stadsmeting in 2020 waaruit bleek dat de wijk Leidschenveen-Ypenburg het laagst scoorde op seniorvriendelijkheid vergeleken met de andere wijken binnen de gemeente Den Haag (van Hoof et al., 2022). De ervaren seniorvriendelijkheid wordt zowel positief als negatief beïnvloed door vier thema’s: steun van het sociale netwerk, fysieke beperkingen, financiële situatie en copingstrategieën.
MULTIFILE
Er is behoefte aan meer kennis en ondersteuning bij het implementeren van effectieve valpreventieinterventies in de wijk, waar ouderen zelfstandig thuis wonen. Omdat vallen een multifactorieel probleem is en er vele soorten valpreventie-interventies bestaan, is interprofessionele samenwerking gewenst. Door literatuuronderzoek en in focusgroep-bijeenkomsten met verschillende professionals is onderzocht wat bevorderende en belemmerende factoren zijn bij succesvolle interprofessionele samenwerking op het gebied van valpreventie, en welke strategieën effectief zijn. De belangrijkste conclusie is, dat voor het bevorderen van interprofessionele samenwerking coördinatie, communicatie en informatie cruciale factoren zijn. Daarnaast is ook uitwisseling van evidence based kennis en samenwerking met andere stakeholders belangrijk.
DOCUMENT
Een belangrijk deel van onze interesse in de wereld om ons heen is gericht op dieren. Niet alleen voor de voedselproductie of het transport, maar ook vanwege onze empathie voor hen en onze fascinatie voor wat ze voor ons in veel andere rollen(kunnen) betekenen. Paarden, honden, katten en andere gezelschapsdieren maar ook veel landbouwhuisdieren worden als metgezel behandeld en met genegenheid verzorgd. Deze belangstelling voor de band tussen mens en dier is sinds eind vorige eeuw enorm toegenomen door onder andere de berichtgeving in de populaire pers over de positieve impact van dieren op het leven van mensen. Hierdoor is de nieuwsgierigheid van professionals en de samenleving gewekt om deze unieke relatie tussen mens en dier tot meerwaarde te brengen. Met de toenemende inzet van dieren in ons leven, rijst vanzelfsprekend de vraag of die mens-dier interactie wederzijds positief uitpakt. In 2019 is de zienswijze Dierbare Hulpverleners: welzijn voor mens en dier? van De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) (Raad voor Dierenaangelegenheden, 2019) verschenen waarbij de vraag gesteld werd of, en op welke wijze, dieren bij interventies op verantwoorde wijze kunnen worden ingezet. Zowel in de dagelijkse omgang met, als de inzet van dieren, maar zeker ook in de wetenschappelijke literatuur, is veel vaker aandacht voor hoe dieren de kwaliteit van leven van de mens kunnen bevorderen in vergelijking met hoe de mens de kwaliteit van leven van dieren zouden kunnen verbeteren. Alhoewel deze thematiek het meest herkenbaar is bij sectoren waar dieren ingezet worden bij dierondersteunde interventies (zoals therapie) of hulp (blindengeleidehonden), moet het effect van de mens-dier interactie op het dier veel breder gezien worden. Ook bij de inzet van dieren in opsporing, beveiliging, sport, recreatie en vermaak is er sprake van een intensieve interactie tussen mens en dier. In sommige gevallen is de mens in het partnerschap met het dier zelfs geheel of gedeeltelijk afhankelijk van het dier. De mens-dier interactie is ook (indirect) zichtbaar in het management, en dan met name in de houderij en fokkerij van dieren. Daar waar mensen beslissen over huisvesting, voeding en fokdoelen van dieren, kan de kwaliteit van leven van dieren in gevaar komen wanneer onvoldoende rekening wordt gehouden met de behoeften en aanpassingsmogelijkheden van het dier. Gek genoeg is onderzoek naar het effect van de mens-dier interactie pas aan het einde van de vorige eeuw als een onderzoeksgebied opgekomen. Sindsdien is het onderzoek explosief gegroeid met multidisciplinaire onderzoeksgroepen over de hele wereld. Ook in Nederland wordt voornamelijk op universiteiten onderzoek gedaan naar de interactie tussen dieren, mensen en maatschappij. De thematiek wordt vanuit verschillende disciplines benaderd, waaronder ook vanuit het diergedrag en dierenwelzijn. Op het hbo wordt onderzoek gedaan naar diergedrag, dierenwelzijn en diermanagement; het effect van de mens-dier interactie op het dier heeft daar echter nog een ondergeschikte rol. Het lectoraat Human-Animal Interactions draagt bij aan het verder ontrafelen van wat zich af speelt in de mens-dier interactie en vooral ook wat het voor het dier betekent. De focus ligt bij twee diersoorten: paarden en honden. In de publicatie wordt verder ingegaan op hoede mens-dier interactie tot stand komt, hoe dierenwelzijn een rol speelt in de mens-dier interactie en in welke sectoren mensen met paarden en honden samenwerken.
DOCUMENT
Een van de instrumenten voor de bepaling van de kwaliteit en van de aanwezigheid van opgetreden schade vormt het niet-destructief onderzoek (NDO), waarvan vele uitvoeringsvormen zijn ontwikkeld en waaraan binnen de kaders van de wetgeving en de in gebruik zijnde Codes zowel aan de apparatuur als aan de bediening eisen worden gesteld. Zo moeten ook de uitvoerders van NDO in de praktijk gecertificeerd zijn.
DOCUMENT
Mbo-scholen worstelen met de strikte scheiding tussen onderwijs en examinering. Docenten krijgen daardoor moeilijk zicht op de ontwikkeling van hun studenten richting de examinering. Zij zetten formatieve evaluatie-activiteiten (FE-activiteiten) in, maar niet om doelgericht zicht te krijgen op die ontwikkeling. Uit Gulikers & Baartman (2017) blijkt dat 'learning progressions' (leerpaden) kunnen helpen om FE-activiteiten meer doelgericht en onderling samenhangend te maken. Het doel van dit onderzoek was daarom: (1) een learning progression maken, (2) bijpassende FE-activiteiten maken met de learning progression als kapstok. Vier mbo-teams hebben aan de hand van verschillende ontwerpactiviteiten een learning progression gemaakt, FE-activiteiten ontworpen en deze uitgevoerd. In het onderzoek zijn deze ontwerp- en experimenteeractiviteiten geëvalueerd, wat betreft hun bijdrage aan het inzicht van mbo-docenten in het leerpad van hun studenten en het kunnen ontwerpen en inzetten van meer doelgerichte FE-activiteiten. Het innemen van het studentperspectief bleek cruciaal. De mbo-docenten rapporteerden inzichten en geleerde lessen over vakoverstijgend kijken in langere leerlijnen, inzicht in een kernaspect van hun beroep en hoe studenten zich ontwikkelen, en FE-activiteiten die meer doelgericht 'vangen' waar studenten staan hun ontwikkeling op dat kernaspect.
DOCUMENT