Onderzoek naar de werking van de methodiek 'Estafettegezin', waarbij een gezin met ervaring (het estafettegezin) ‘het stokje doorgeeft’ aan een gezin dat nog aan de start van een hulpverleningsproces staat (het startgezin). In februari 2014 hebben acht gezinnen (vier koppels) in een pilot, waarin voor het eerst met de methodiek Estafettegezin gewerkt werd, deelgenomen. De gezinnen zijn aan elkaar gekoppeld op basis van vergelijkbare problematiek en/of vergelijkbare doelen. Het onderzoek is met name gericht op werkzame elementen in de methodiek. De werkzame elementen blijken: Herkenbaarheid; wederkerigheid; eigen regie; een nieuwe manier van leren en de combinatie met professionele hulp.
DOCUMENT
Steeds meer overheden rekenen voor hun criminaliteitsbestrijding op jongerenwerkers. Daarbij is niet altijd even duidelijk wat ze kunnen verwachten. We vroegen jongerenwerkers en stakeholders in Nederland naar hun huidige en gewenste rol in de preventie van jonge aanwas 1. En hoe samenwerking op dit thema kan worden versterkt. Wat blijkt? Jongerenwerk draait om het winnen en behouden van vertrouwen met jongeren 2. Tegelijk vraagt samenwerking in de preventie van jeugdcriminaliteit om professioneel vertrouwen tussen partners. Beide vormen van vertrouwen komen onder druk door kort termijn beleidsdoelen. Het is dus belangrijk dat alle betrokkenen en beslissers deze ‘dubbele’ vertrouwensband beschermen
DOCUMENT
In dit onderzoek bekijken we of de keuze voor bepaalde zorgmotieven samenhangt met ervaren stress en vreugde van mantelzorgers en met hun achtergrondkenmerken. Motieven die gericht zijn op gevoelens van verantwoordelijkheid voor de zorgontvanger en waarin de relatie met de zorgontvanger hoog gewaardeerd wordt, worden vaker door mantelzorgers als eerste gekozen dan motieven die zijn afgeleid van plichtgevoelens, individuele verlangens of een algemeen gevoel van geluk. Twee groepen mantelzorgers kunnen van elkaar worden onderscheiden, een groep met gemengde zorgmotieven en een groep met motieven gericht op wederkerige en gelijkwaardige relaties. De laatste groep bestaat vooral uit vrouwen die voor een partner of een kind zorgen. De eerste groep ervaart een sterke mate van stress. Op basis van de resultaten wordt een systeemgerichte aanpak voorgesteld bij het ondersteunen van mantelzorgers, gericht op de relatie tussen de mantelzorger en de zorgontvanger.
DOCUMENT
Lectorale rede, in verkorte vorm uitgesproken op 27 januari 2011 bij de installatie tot lector Samenlevingsvraagstukken aan de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle. Volgens de auteur is de professionele dienstverlening in zorg en welzijn op zoek naar amateurs. In de eerste plaats is er weer veel meer oog gekomen dan in voorbije decennia voor het feit dat zorg en welzijn zijn aangewezen op de eigen kracht van mensen en de ondersteuning van hen door mensen in hun onmiddellijke omgeving. Vervolgens zoekt de sector van zorg en welzijn naar professionals die in hun hart amateurs – liefhebbers – zijn: mensen die houden van hun vak en handelen vanuit een warme persoonlijke betrokkenheid bij de mensen die op ondersteuning zijn aangewezen.
DOCUMENT
De overwaarde van de woning kan niet meer worden gebruikt voor het aflossen van de lening waarmee de overbruggingsrente is voldaan. Veel mensen beseffen dit niet. Dit heeft echter wel gevolgen voor het netto besteedbaar inkomen.
DOCUMENT
Deel 1 van het project Studeren zonder financiële zorgen. Hebben hbo-studenten financiële zorgen en heeft dit impact op hun studie? Deze vraag staat centraal in dit onderzoek. Door middel van een online enquête zijn studenten van vijf hogescholen bevraagd (n=4.901). Bijna de helft van de studenten heeft een lening en/of collegegeldkrediet bij DUO. Ruim een kwart van deze groep ervaart vaak zorgen over de eigen studieschuld (28%). De helft van de groep met een lening en/of collegegeldkrediet ervaart soms zorgen (49%). Een derde van de studenten kan geen schatting geven van de hoogte van de eigen studieschuld is (34%). Twee op de tien studenten (21%) geeft aan moeilijk rond te komen en 39% geeft aan niet makkelijk, maar ook niet moeilijk rond te komen. Moeilijk rondkomen heeft vooral te maken met de hoge studiekosten en de beperkte inkomsten.
DOCUMENT
In dit artikel wordt ingegaan op de aftrek van de afsluitprovisie. Mensen die samen een lening afsluiten moeten eerst individueel bepalen hoeveel aftrek zij hebben en pas daarna kunnen zij als fiscaal partner het saldo van belastbaar inkomen uit eigen woning vrij toerekenen
DOCUMENT
Mensen willen meedoen en niet aan de kant blijven staan. Velen hebben best ideeën om mee te doen. Om die ideeën te verwezenlijken is naast kennis, informatie enruimte om te ondernemen ook geld nodig. Juist aan de onderkant van de samenleving wil men kunnen lenen, verzekeringen kunnen afsluiten, de mogelijkheid hebben om geld over te maken en om spaargeld weg te kunnen zetten. Tegen redelijke prijzen en graag vlakbij. Steeds meer mensen grijpen die kansen om mee te doen die door microfinancieringsinstellingen mogelijk gemaakt worden. Een netwerk van gespecialiseerde organisaties verstrekt heden ten dagen in veel landen allerlei diensten, variërend van microleningen (microkrediet), microverzekeringen, microsparen tot micropensioenen. Al die diensten worden op een andere manier aangeboden dan banken gewend waren te doen. Een nieuwe manier is ontstaan om met geld om te gaan en mensen met geld in aanraking te brengen. Een netwerk van nieuwe organisaties is tot ontwikkeling gekomen en dat stelsel is zichtbaar geworden. Die zichtbaarheid leidt ook tot vragen. Eerst werd alleen het succes van microkrediet en microfinanciering belicht, maar de kritiek volgde snel. Worden de juiste mensen wel bereikt? Waarom zijn de rentes zo hoog? Wie profiteert eigenlijk? Waarom worden private investeerders door de programma's aangetrokken? En waarom worden ideële organisaties verkocht aan privé-investeerders? Het succes van microkrediet kreeg de aandacht die zij verdiende. Microfinanciering komt nu onder kritiek. En er wordt nu over financial inclusion gesproken. Om mee te praten en een mening te vormen, moet men wel weten wat microkrediet of microfinanciering nu eigenlijk inhoudt. Wat wordt eronder verstaan? Waar heeft men het over? Dit boek is een vervolg op "Microfinanciering dat kennen...". Het maakt 'de wereld van microfinanciering' toegankelijk en kan tot verrassende inzichten leiden. Het is bedoeld voor iedereen die mee wil praten over microkrediet, microfinanciering en financial inclusion. En voor iedereen die bereid is vragen te stellen en naar antwoorden op zoek te gaan. Wij behandelen in dit boek onderwerpen die vaak aan de orde komen in het debat, maar geven geen pasklare antwoorden. Wij hopen dat het boek uitdaagt om actief naar antwoorden op zoek te gaan. En dat de gebruiker antwoorden vindt die tot een nog effectievere inzet van microfinanciering leiden. De mensen die van microfinanciering gebruik maken en zo mee kunnen doen in de samenleving hebben daar recht op.
DOCUMENT
Ook 'eeuwigdurende' obligaties worden in de regel afgelost.
LINK
Op het evenement Meedoen Geld(t)?, in 2016 georganiseerd door het lectoraat Financial Inclusion and New Entrepreneurship (FINE) van De Haagse Hogeschool, is een boekje uitgedeeld met een algemeen overzicht van een aantal (nieuwe) vormen van financiering voor het midden- en kleinbedrijf en zelfstandigen in Nederland. De deelnemers stelden het op prijs om een breder overzicht te krijgen van de diverse – bestaande en opkomende – vormen van formele en informele maar ook alternatieve en nieuwe vormen van financiering voor het MKB, of voor de zelfstandige zonder of met personeel (ZZP/ ZMP) , en nietgeregistreerde ondernemende mensen. Studenten hebben regelmatig laten blijken dat zij zich willen oriënteren op de nieuwe, alternatieve vormen van financiering en de implicaties daarvan op bedrijven. Dit overzicht geeft hen maar ook docenten én (startende) ondernemers informatie over het bestaan, de mogelijkheden en werkwijze van verschillende bestaande en opkomende financieringsinstrumenten en spelers in de markt. Deze handleiding stelt de student in staat zich een beeld te vormen van de diverse financieringsmogelijkheden voor het MKB of voor de ZZP’er of ZMP’er. Kennis nemen van de verschillende vormen is de eerste stap naar het ontwikkelen van een systeem waarin de MKB’er of ZZP’er/ ZMP’er de juiste mix van financiering kan verkrijgen. Als de student later misschien zelf aan de slag wil gaan in een onderneming, heeft hij of zij baat bij een bredere kijk op financieringsmogelijkheden. En als de student komt te werken bij financiële dienstverleners of adviesbureaus is het belangrijk dat hij of zij goed in staat is om samenwerking met anderen te zoeken. Op die manier kunnen ondernemers de juiste mix van financiële diensten ontvangen. Het boek is mede gebaseerd op ons onderzoek in 2017 naar de ontwikkelingen bij de bestaande banken in Nederland, geleid door Richard van der Linde. Ook is dankbaar gebruikgemaakt van de uitkomsten van deelonderzoeken die zijn uitgevoerd door studenten aan de HHs over de geschiedenis van banken in Nederland (Fabian van Hagen) en hun dienstverlening (Zulikha Hesam).
DOCUMENT