Dr. Anke de Veer, onderzoeker bij het NIVEL, won de Jaarprijs Palliatieve Zorg – Impact 2017 voor het project ‘Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn’. het NIVEL voerde dit project uit in samenwerking met de Hogeschool Inholland, VUmc / GGZ-inGeest en de Parnassia Groep. Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn is niet veel anders dan ‘gewone’ palliatieve zorg. Er zijn echter wel specifieke aandachtspunten. In dit artikel beschrijven we deze aandachtspunten, die zijn ontleend aan een recent ontwikkelde handreiking Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn.
Er zijn in dit onderzoeksproject drie onderzoeksvragen geformuleerd: • Wat is de aard en de omvang van onveiligheid in de thuiszorg onder medewerkers van Carinova in de divisie Verpleging & Verzorging? • Wat is de aard en de bron van onveiligheidsgevoelens bij thuiszorgmedewerkers in de divisie Verpleging & Verzorging van Carinova? • Welke maatregelen sluiten aan op de waargenomen onveiligheid en onveiligheidsgevoelens van medewerkers in de divisie Verpleging & Verzorging van Carinova? Zowel de fysieke als de sociale veiligheid in de thuiszorg is in vergelijking met de zorgsector niet ongunstig; alleen de fysieke belasting is relatief ongunstig. In vergelijking met beroepsgroepen in andere sectoren is de sociale onveiligheid groter in de thuiszorg, maar doorgaans lager dan in de overige zorgsector. Het geeft voldoende aanleiding om aandacht te schenken aan de manier waarop sociale veiligheid kan worden verbeterd.
MULTIFILE
Voor u ligt de wetenschappelijke onderbouwing van de Richtlijn Somatische screening bij patiënten met een ernstige psychische aandoening (2015). Het doel van deze richtlijn is om met name verpleegkundigen te ondersteunen bij de algemene somatische screening van patiënten in de ggz met een ernstige psychische aandoening (EPA) en de te ondernemen vervolgactiviteiten. Somatische screening is zowel klinisch als maatschappelijk zeer relevant, omdat de gezondheidsproblemen van deze patiënten groot zijn en het zorgaanbod er maar beperkt op aansluit. De richtlijn is ontwikkeld voor beroepsgroepen die zorg verlenen aan mensen met een ernstige psychische aandoening: verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (SPV’en), consultatief-psychiatrisch verpleegkundigen, psychologen, psychiaters, klinisch geriaters, artsen somatisch werkzaam in de ggz, internisten in de ggz, huisartsen, POH-ggz, physician assistants in de ggz, psychomotorisch therapeuten, fysiotherapeuten, diëtisten, sociotherapeuten, ergotherapeuten en ggz-agogen. Dit rapport biedt achtergrondinformatie voor alle zorgprofessionals, zorgmanagers, kwaliteitsmedewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij de algemene somatische zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoening en die meer willen weten over de totstandkoming van deze richtlijn. In deze onderbouwing is beschikbare wetenschappelijke kennis samengevat en wordt aangegeven welke overige overwegingen, onder meer vanuit praktijkkennis en voorkeuren vanuit patiënten- en familieperspectief, van belang waren bij het formuleren van de richtlijnaanbevelingen. Deze richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijke evidentie, grijze literatuur, de praktijkkennis van professionals en voorkeuren vanuit patiënten- en familieperspectief. Het ontwikkeltraject bestond uit een knelpuntanalyse, een systematische inventarisatie van bestaande richtlijnen, een veldinventarisatie van beschikbare interventies, een transparant literatuuronderzoek, diverse commentaarrondes onder de werkgroep- en klankbordgroepleden en een praktijktoets. Bij de richtlijn werden een indicatorenset en een stroomschema ontwikkeld. De indicatoren worden beschreven in dit rapport. De richtlijn zelf is apart uitgegeven (Meeuwissen et al., 2015a).
MULTIFILE
Agressie is een groot probleem in de zorg. Onderzoek van TNO wees uit dat de helft van het personeel in de verpleging te maken heeft met agressie. Het is een belangrijke oorzaak van verzuim onder zorgprofessionals. Door professionals in de zorg wordt een situatie waarin een cliënt agressief gedrag vertoont als stressvol ervaren. De zorgverlener schrikt van het gedrag van de cliënt, kan te maken krijgen met zijn eigen, soms heftige, emoties en dit zit het effectief en persoonsgericht handelen op dat moment in de weg. Zorginstellingen zijn op zoek naar methoden waarmee ze hun professionals beter kunnen voorbereiden (trainen) op omgaan met agressief gedrag. Zorgopleidingen bereiden hun studenten weliswaar voor op dit soort situaties door ze te beschrijven, filmpjes te laten zien of soms te oefenen met trainingsacteurs, maar studenten geven aan dat deze ervaringen niet realistisch zijn, en daarom niet de gewenste beleving en emotie opwekken, hetgeen wel essentieel is in het leerproces. Virtual Reality biedt de mogelijkheid om een fictieve situatie te beleven alsof je er echt bij bent en kan daarom een goed hulpmiddel zijn om (aankomend) professionals te leren om te gaan met stressvolle situaties, zoals een agressieve cliënt. Binnen Fontys is een eerste prototype van een VR toepassing ontwikkeld waarin de gebruiker in de rol van een zorgverlener te maken krijgt met een cliënt die verbaal agressief geweld vertoont. Het doel van dit project is het ruwe VR-prototype te ontwikkelen tot een versie die gebruikt kan worden voor evaluatiedoeleinden, uit te voeren met studenten van Fontys zorgopleidingen en startende zorgprofessionals van GGzE.