There is growing realisation amongst local communities that the organizations and societies within which they live and work need to become more sustainable in order to secure their social, environmental and economic futures (Coyle 2011, Müller et al. 2011). The underlying motivations vary but are often traceable to an increased need for certainty or security. The search for solutions is in part practically orientated towards resilience to different forces of decline. Whilst sometimes manifested in individuals it is more often evident within local initiatives seeking common ground and related to perceived needs for local independence or increased self-determination (Musall & Kuik 2011, Seyfang & Haxeltine 2012). In our project and in this paper, our focus is on local initiatives as opposed to developments at regional or strategic scales. In the Northern Netherlands such local initiatives are often comprised of village residents or more heterogeneous groups from the wider rural community, with local initiatives co-existent in urban areas and cities. Local initiatives may focus on different sustainability issues (or a combination of them), such as transportation, energy, water, natural environment, food production, solid waste or the local economy (Coyle, 2011). However, many of these local initiatives focus on energy issues and solutions, while they might expand their interests to other issues after a prolonged existence. Therefore, in this paper we refer to these local or communal activities as Local Energy Initiatives (LEI’s) that are at the grassroots of sustainable transitions.
DOCUMENT
This study theorizes on the sociomateriality of food in authority-building processes of partial organizations by exploring alternative food networks (AFNs). Through the construction of arenas for food provisioning, AFNs represent grassroots collectives that deliberately differentiate their practices from mainstream forms of food provisioning. Based on a sequential mixed-methods analysis of 24 AFNs, where an inductive chronological analysis is followed by a qualitative comparative analysis (QCA), we found that the entanglements between participants’ food provisioning practices and food itself shape how authority emerges in AFNs. Food generates biological, physiological and social struggles for AFN participants who, in turn, respond by embracing or avoiding them. As an outcome, most AFNs tend to bureaucratize over time according to four identified patterns while a few idiosyncratically build a more shared basis of authority. We conclude that the sociomateriality of food plays an important yet indirect role in understanding why and how food provisioning arenas re-organize and forge their forms of authority over time. Pascucci, S., Dentoni, D., Clements, J., Poldner, K., & Gartner, W. B. (2021). Forging Forms of Authority through the Sociomateriality of Food in Partial Organizations. Organization Studies, 42(2), 301-326. https://doi.org/10.1177/0170840620980232
DOCUMENT
Welke rol kunnen ‘grassroots’ initiatieven spelen bij het tot stand brengen van de grondstoffentransitie? Idealiter voelen lokale gemeenschappen zich eigenaar van hun eigen materiaalkringloop en profiteren ze ervan door minder afval, betaalbare producten en zinvol werk. Stichting Stunt (sociale ondernemer in upcycling) experimenteert al enige jaren met hergebruiken van plastic afval en omwerken naar nieuwe producten die relatief gemakkelijk te maken zijn door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om een prominentere rol te kunnen spelen in de grondstoffentransitie, moeten leerwerkplaatsen en andere sociale ondernemingen de productie opschalen (in volume en naar meer hoogwaardige producten). Het doel van dit project is om inzicht te verkrijgen in hoe de belemmeringen die zij daarbij ervaren verminderd kunnen worden. De belemmeringen zijn o.a.: geen toegang tot goedkopere, robuuste machines voor upcycling; het productieproces is niet zomaar beheersbaar voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt; er zijn geschikte productontwerpen nodig. Hieruit volgt de vraag om een productconfigurator te maken. Dit heeft drie voordelen: -in de configurator kan een klant zelf een product configureren; -het genereren van de werkinstructies kan van daaruit worden geautomatiseerd; -de configurator kan direct feedback geven over de voetafdruk van het product en bv. de benodigde hoeveelheid afval. Stichting Stunt, The Upcycle en lectoraat Smart Sustainable Manufacturing van de Haagse Hogeschool willen samen een pilot uitvoeren om de haalbaarheid van dit principe te testen voor producten uit platen van gerecycled kunststof, omdat een robuuste platenpersmachine relatief gemakkelijk te ontwikkelen en bedienen is. Met behulp van de nieuwe tools kan het upcycle bedrijf aan de slag met: marktonderzoek, productontwerp en procesverbetering. De nieuwe tools zijn ook bruikbaar voor educatie, wat in de toekomst weer een belangrijke rol kan spelen bij het uitbouwen van een lokale upcycle community. Het project draagt hiermee bij aan optimaal hergebruik in lokale kringlopen.
Sinds de coronacrisis staat de modesector op z’n kop. De kwetsbaarheid en weeffouten van de globale mode-industrie zijn zichtbaarder dan ooit, en de maatschappelijke gevoeligheid voor de gebreken van het modesysteem lijkt toegenomen. We lijken in een nieuwe realiteit te leven: een digitale werkelijkheid met fysieke afstand; en een ongekende behoefte aan aanraking, menselijk contact, en persoonlijke verbinding. Modebedrijven en ontwerpers hebben in deze veranderende context nieuwe uitdagingen en urgente vragen: Hoe kunnen we deze situatie aangrijpen om alternatieve modepraktijken te ontwikkelen die ook op de lange termijn bijdragen aan een meer ethisch en duurzaam modesysteem? Om deze uitdagingen en vragen helder in kaart te brengen - en om daarmee de huidige situatie te benutten voor de transitie naar een duurzaam en solidair modesysteem - starten we een nieuw verkennend project. Deze veranderende context vraagt om een open, exploratieve, en speculatieve benadering, om richting te geven aan een helder toekomstperspectief om de noodzakelijke, maatschappelijke transformatie van modepraktijken te realiseren. We gaan uit van de vragen van designcollectieven en ontwerpend onderzoekers (creatief-MKB) die richting kunnen geven aan nieuwe concepten en praktijken die bijdragen aan een meer bewuste en ethische omgang met mode. Deze noodzaak tot systeemverandering was er al, maar deze vragen - met betrekking tot de sociaal-culturele en ethische kant van duurzame mode - zijn nu urgenter dan ooit. Dit KIEM-project ontwikkelt nieuwe kennis en inzichten m.b.t. de nieuwe uitdagingen en urgente vragen van het mode-MKB, en ontwikkelt d.m.v. design-gedreven onderzoek richtinggevende concepten, nieuwe verbeeldingen en mogelijke toekomstscenario’s voor duurzame, solidaire modepraktijken. Doelstelling van dit KIEM-project is concreet het ontwikkelen van de vraagarticulatie en netwerkvorming ten behoeve van een RAAK-MKB-aanvraag.