Rapport, geschreven in opdracht van de Commissie Internationaal van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Het rapport beoogt door middel van onderzoek een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het plan van de NVMW om haar internationale activiteiten te revitaliseren. Het onderzoek “Internationalisering van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers” is een onderdeel van het gelijknamige project, dat in 2004 is geïnitieerd door de Commissie Internationaal van de NVMW. De commissie gaf opdracht tot het verrichten van onderzoek, dat antwoord moest geven op de vraag: Wat zijn voor de beroepsvereniging en de maatschappelijk werkers die ze vertegenwoordigt de mogelijkheden om zich te internationaliseren? Het onderzoek is opgezet vanuit drie uitgangspunten. 1. Ten eerste wordt ervan uitgegaan, dat internationalisering van het maatschappelijk werk implicaties heeft voor het beroepsprofiel van het maatschappelijk werk. 2. Verder wordt uitgegaan van de veronderstelling, dat netwerkvorming de beste strategie is voor internationalisering van het maatschappelijk werk. 3. Tenslotte wordt aangenomen dat internationalisering begint in en vanuit de micro-omgeving van het organisatienetwerk van de vereniging. 1. Door middel van deskresearch en interviews met experts is kwalitatief onderzoek verricht naar de internationale ontwikkeling van het beroep. Het domein van maatschappelijk werk wordt in verschillende landen verschillend bepaald. Het Nederlandse maatschappelijk werk is een deelverzameling van wat in veel landen “social work” heet, een brede professie die min of meer alles omvat wat in Nederland valt onder het beroependomein van het sociaal agogisch werk. In internationale verhoudingen zal het Nederlandse maatschappelijk werk zich tot deze brede definitie van de professie moeten verhouden. 2. Er is ook kwalitatief onderzoek verricht naar internationale netwerkvorming als strategie voor de internationalisering van de NVMW. Het voorstel is gedaan om internationale uitwisseling tussen maatschappelijk werkers te ondersteunen, zowel in het binnenlands als in het buitenlands netwerk van de vereniging, zowel langs de gouvernementele als de niet-gouvernementele weg. Dit is verder uitgewerkt in vijf thema’s, die verschillende aspecten van internationale uitwisseling belichten: academiesering van het maatschappelijk werk, euregionale samenwerking tussen hogescholen, Europees sociaal beleid, grensoverschrijdende hulp en internationalisering van de website. 3. Tenslotte is kwantitatief onderzoek gedaan onder de leden van de vereniging waarbij hun mening over de internationalisering van de NVMW is gepeild. Uit de resultaten komt het volgende beeld naar voren. Ruim een derde van de leden die hebben gereageerd heeft een beroepspraktijk met een internationale context. Meer dan de helft daarvan heeft door directe ervaring of opleiding met internationale aspecten van het beroep te maken gehad. De meeste leden willen dat de NVMW internationaal actief is. Velen willen daar zelf actief aan deelnemen. Niet iedereen vindt het belangrijk om zelf internationale ervaring op te doen, wel om kennis te verwerven.
DOCUMENT
De digitale wereld is niet meer weg te denken in de wereld van onze kinderen. Welke kansen biedt de digitale wereld voor LO? Welke behoefte is er in het werkveld? Wat werkt wel en niet? Op het Instituut voor Sportstudies aan de Hanzehogeschool in Groningen verkennen sportstudenten en bachelor techniekstudenten samen met het werkveld de digitale mogelijkheden voor LO. Wouter de Groot vertelt over hun multidisciplinaire aanpak.
DOCUMENT
This document presents the findings of a study into methods that can help counterterrorism professionals make decisions about ethical problems. The study was commissioned by the Research and Documentation Centre (Wetenschappelijk Onderzoeken Documentatiecentrum, WODC) of the Dutch Ministry of Security and Justice (Ministerie van Veiligheid en Justitie), on behalf of the National Coordinator for Counterterrorism and Security (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid,NCTV). The research team at RAND Europe was complemented by applied ethics expert Anke van Gorp from the Research Centre for Social Innovation (Kenniscentrum Sociale Innovatie) at Hogeschool Utrecht. The study provides an inventory of methods to support ethical decision-making in counterterrorism, drawing on the experience of other public sectors – healthcare, social work, policing and intelligence – and multiple countries, primarily the Netherlands and the United Kingdom
DOCUMENT