Groepswerk met jongeren is effectiever dan een-op-een begeleiding. Maar ondanks een lange traditie in het werken met groepen jongeren, is de systematische methodiekontwikkeling tot nu toe beperkt gebleven. Het vertalen van de theorie met betrekking tot groepswerk en groepsdynamica naar praktische handelingskennis voor het begeleiden van groepen jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 23 jaar blijkt lastiger dan gedacht.
LINK
Vaker individuele hulpvragen verbinden met collectieve wijkvoorzieningen, is het devies voor buurt- en wijkteams. Dat is zeker zinvol, maar er zijn nog meer smaken bij collectieve hulpverlening dan ‘de buurt’. Een pleidooi voor differentiatie, kennisontwikkeling en training in groepswerk.
LINK
Divorce is a common and complex phenomenon with high social impact, especially when it involves pervasive conflict. This chapter discusses an analytic content-based framework for gaining an in-depth understanding of divorce. It considers seven inter- related dimensions: time, conflict, relationships, violence, systems, cooperation and communication. Each dimension can be further related to the exacerbating factors of addiction and psychiatric illness. This analytical method points the way to de- escalating domestic conflict and sometimes intimate violence after divorce by listen- ing to and properly interpreting the voices of children and parents. Partner violence and controlling behaviour before, during and after divorce can arise from the struggle of one partner to attack and diminish the other, or by both partners contending for power as the family breaks up. The resulting conflict can disrupt the parental partner- ship in ways that traumatize them and interfere with their children’s right to grow up in safe surroundings, nurtured and guided by both parents. Social professionals who respond effectively are able to look beyond stereotypes to sense the unique and subtle patterns underlying the intense and persistent discord characteristic of high-conflict divorce. Only when the particular aspects of those patterns are understood and prop- erly addressed can (co-) parenting be restored to assure the children of post-divorce safety and well-being.
DOCUMENT
Homebase is een verkennend onderzoek naar interventies ter preventie van jeugdcriminaliteit. Met deze verkenning willen wij bijdragen aan een stevige theoretische en praktijkgerichte basis voor beleidsontwikkelingen, en daarmee voor een preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit die de veerkracht van jongeren voorop stelt. Met als doel bijdragen aan preventie van jonge aanwas in de jeugdcriminaliteit en perspectief bieden aan groepen jongeren die opgroeien in kwetsbare en risicovolle omstandigheden. Wat hebben jongeren in de wijk nodig om hun veerkracht en sociale identiteit te versterken, en perspectief te krijgen op een kansrijke en betekenisvolle ontwikkeling buiten de criminaliteit? Op welke manier kan hieraan ondersteuning geboden worden? Het lectoraat Jeugd en Samenleving heeft in samenwerking met het lectoraat Aanpak Jeugdcriminaliteit van Hogeschool Leiden en lectoraat Youth Spot van Hogeschool van Amsterdam verkennend onderzoek gedaan in opdracht van de Directie Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken.
DOCUMENT
Op donderdagmiddag 16 december presenteerde Pieter van der Hoeven, associate lector Finance & Accounancy bij het Business Research Centre (BRC), de ervaringen uit de kenniswerkplaats Duurzame financiering. De afgelopen vijf jaar deed hij daar samen met tien collega's, onderzoekers en docenten, en met tweehonderd studenten onderzoek voor ruim vijftig ondernemers naar manieren om geld te verdienen in de duurzame economie. Aan de hand van enkele aansprekende voorbeelden benoemt hij de moeilijkheden en mogelijkheden. In het algemeen ziet Pieter dat er veel interesse is voor de toenemende verdienkansen bij duurzame innovaties. Helaas zijn de financiële risico's vaak groter ten opzichte van minder duurzame alternatieven. Ondernemers die enthousiast zijn over verduurzaming en ervan overtuigd zijn dat hun innovatie zich in principe terugverdient, zijn soms niet bedacht op die extra risico's. Dan krijgen zij hun ideeën helaas toch niet gefinancierd. Hogescholen kunnen samen met studenten voorkomen dat zulke kansen bij duurzame innovaties gemist worden.
DOCUMENT
Onderwijsmateriaal (vragen en opdrachten) behorend bij 'De brede basis van het sociaal werk'.
DOCUMENT
Een visie op onderwijs is een visie op leren en dus een visie op de student. Het is belangrijk dat onze visie aansluit bij onze studenten; dat onze studenten weten wat van hen verwacht wordt als ze bij ons gaan studeren, en dat wij op onze beurt aan hun verwachtingen voldoen. Alleen dan kan ons onderwijs de natuurlijke leerbehoefte en motivatie van studenten ondersteunen. En alleen dan kunnen we hen begeleiden en faciliteren om maximale leeropbrengsten te behalen.
DOCUMENT
In summarizing the research on collaborative learning, the quest for the holy grail of effective collaborative learning has not yet ended. The use of the GLAID framework tool for the design of collaborative learning in higher education may contribute to better aligned designs and hereby contribute to more effective collaborative learning. The GLAID framework may help monitor, evaluate and redesign projects and group assignments. We know that the perception of the quality of the task, and the extent to which students feel engaged, influences the perception of students of how much they learn from a GLA. However, perceptions alone are only an indication of what is learned. A next step is to study exactly what those learning outcomes are. This leads to a more difficult question: how can we measure the learning outcomes? Although a variety of research underlines the large potential of collaboration for learning outcomes, the exact learning outcomes of team learning can only be partly foretold. During collaborative learning students could partly achieve the same or similar learning outcomes, but as each individual learning internalizes what is learned from the collaborative learning by his/her given prior experiences and knowledge, the learning outcomes of collaborative learning are probabilistic (Strijbos, 2011), and therefore attaining specific learning outcomes is likely but not guaranteed. If learning outcomes are different per individual and are probabilistic, how can we measure those learning outcomes? Wenger, Trayner, & De Laat (2011) regard the outcomes of learning communities as value creations that have an individual outcome and a group outcome. This value creation induced by collaborative learning consists, for example, of changed behaviour in the working environment as well as the production of useful products or artefacts. Tillema (2006) also describes that communities of inquiry can lead to the design of conceptual artefacts: products that are useful for a professional working environment.
DOCUMENT