Een hoog cholesterol wordt vaak door specialisten gezien als een extra risicofactor bij hart- en vaatziekten. dr.Hartenbach laat op basis van wetenschappelijk onderzoek hele andere feiten zien. Hoog bejaarde mensen met een hoog cholesterol leven juist langer.
DOCUMENT
Talloze studies tonen aan dat een fysiek actieve leefstijl bloeddruk, cholesterol en gewicht verlaagt, botten en spieren versterkt en het risico van hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type II vermindert. Bewegen kan dus worden gezien als een medicijn wat voor iedereen toegankelijk is.
DOCUMENT
Background To improve the quality of exercise-based cardiac rehabilitation (CR) in patients with coronary heart disease (CHD) the CR guideline from the Dutch Royal Society for Physiotherapists (KNGF) has been updated. This guideline can be considered an addition to the 2011 Dutch Multidisciplinary CR guideline, as it includes several novel topics. Methods A systematic literature search was performed to formulate conclusions on the efficacy of exercise-based interventions during all CR phases in patients with CHD. Evidence was graded (1–4) according the Dutch evidence-based guideline development (EBRO) criteria. In case of insufficient scientific evidence, recommendations were based on expert opinion. This guideline comprised a structured approach including assessment, treatment and evaluation. Results Recommendations for exercise-based CR were formulated covering the following topics: preoperative physiotherapy, mobilisation during the clinical phase, aerobic exercise, strength training, and relaxation therapy during the outpatient rehabilitation phase, and adoption and monitoring of a physically active lifestyle after outpatient rehabilitation. Conclusions There is strong evidence for the effectiveness of exercise-based CR during all phases of CR. The implementation of this guideline in clinical practice needs further evaluation as well as the maintenance of an active lifestyle after supervised rehabilitation. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/tinusjongert/
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
Bijna de helft van de Nederlandse volwassenen voelt zich eenzaam. Tussen 2012 en 2022 is het percentage dat zich matig of sterk eenzaam voelt toegenomen van 39% naar 49%. Het percentage volwassenen dat zich sterk eenzaam voelt, nam toe van 8 naar 14% (VZinfo, 2023). De inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan het verlichten van gevoelens van eenzaamheid. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen welke kenmerken van de openbare ruimte het sterkst samenhangen met gevoelens van eenzaamheid onder jongvolwassenen.
LINK
De toeristisch-recreatieve sector is in belangrijke mate afhankelijk van externe factoren waar zij zelf geen invloed op kan uitoefenen maar wel mee geconfronteerd wordt. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om bevolkingskrimp, vergrijzing, ontgroening, technologische ontwikkelingen, de economische recessie, de veranderende interesses van toeristen e.d. Door deze externe factoren te analyseren ontstaat er zicht op relevante bewegingen die de sector een toekomstbestendige koers bieden. Er is de behoefte ontstaan om nader onderzoek te doen naar de innovatiekracht van Overijssel in totaliteit en gekoppeld aan de regio’s die vanuit marketing perspectief zijn benoemd te weten: • Waterrijk Weerribben Wieden: ongerept en eigenzinnig. • IJsseldelta: Hanzesteden, water, cultuur, polder. • Vechtdal Overijssel: rust en ruimte. • Salland: natuurlijk gastvrij. • Twente: Landgoed van Nederland. Het European Tourism Futures Institute is gevraagd dit onderzoek uit te voeren met behulp van een scenariostudie. Scenario’s verkleinen de afstand tot de dynamische markt en leveren inspiratie om innovatieve initiatieven te ontplooien. Scenario’s zoals die door het ETFI worden ontwikkeld zijn geen voorspellingen die voortkomen uit trendanalyses, maar levendige beschrijvingen van hoe de toekomst, in dit geval van toeristisch Overijssel, er uit zou kunnen zien.
DOCUMENT
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT
Wat is de kracht van sport?’ Dat was de uitdagende, prikkelende vraag die wij aan 25 studenten hebben voorgelegd. Het beantwoorden van deze vraag bleek een complexe en soms frustrerende exercitie. Tijdens de zoektocht naar het antwoord moest steeds de balans tussen breedte en diepte van de vraag in de gaten gehouden worden. Daarnaast bleken de studenten soms onzeker over wat zij, als ‘slechts’ studenten, konden bijdragen aan het beantwoorden van deze moeilijke vraag waar vele wetenschappers zich op stuk hebben gebeten. Naar onze mening is de bijdrage van deze studenten heel groot. Zij hebben een compleet en actueel beeld gegeven van hun perceptie over de kracht van sport.
DOCUMENT
Tijdens psychologiecolleges krijgen studenten een foto voor hun neus. De vraag is, wat zie je. Wat blijkt: de ene student ziet meteen een jonge vrouw, de andere een heks. Wie heeft gelijk? Pas na lang kijken zien beide studenten zowel een een jonge vrouw als een heks. Een goede manier om studenten er van bewust te maken dat een bepaalde manier van kijken bepaald wat je ziet.
DOCUMENT
De fysiotherapeut en diëtist hebben een centrale rol in de behandeling van kwetsbare veelal ondervoede ouderen. De beweegrichtlijn (wekelijks 150 minuten bewegen + 2 keer krachttraining) geeft richting aan een mogelijk behandelprogramma, maar is gebaseerd op een homogene gezonde populatie. De oudere populatie kenmerkt zich door grote individuele gezondheidsverschillen. Er is grote variatie in fysieke- (bv: lage spierkracht, disbalans), mentale- (bv: beweegangst, cognitief vermogen) en voedingstoestand (bv: ondervoeding), evenals in co-morbiditeit (bv: sarcopenie, diabetes, hartziekten). Deze heterogeniteit maakt het voor de professional onmogelijk om een evidence-based en op maat gemaakt beweegprogramma uit te voeren, met als gevolg een minder effectieve en/of duurdere behandeling en meer zorg afhankelijke ouderen met een lagere kwaliteit van leven. Praktijkvragen zijn bijvoorbeeld: Hoe belastbaar is een 79 jarige vrouw met diabetes en lage spierkracht die net gevallen is? Kan een ondervoede man van 85 jaar wel trainen? En met welke belasting? Wat is de optimale belasting voor iemand die wel goed gevoed is? Met het huidige project onderzoeken we welke trainingsbelasting het meest effectief is voor het fysiek functioneren en zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen. Hierbij beantwoorden we de volgende subvragen: 1. Wat is de meest effectieve trainingsbelasting in de dagelijkse praktijk voor fysiek functioneren en zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen? 2. Wat is bij een adequate eiwitinname de meest effectieve trainingsbelasting voor fysiek functioneren en zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen? 3. Welke persoonskarakteristieken hebben invloed op de trainingsbelasting bij kwetsbare ouderen? De uitkomst van dit project is een evidence-based en op maat gemaakte trainingsrichtlijn voor de heterogene oudere populatie. De fysiotherapeut en diëtist krijgen hiermee inzichten en tools voor een effectieve trainingsvorm op maat, rekening houdend met de fysieke, mentale, ondervoede/gevoede en/of zieke situatie. Doel is het fysiek functioneren en zelfredzaamheid van oudere populatie te verbeteren.