Dit artikel beschrijft de bevindingen uit een explorerend literatuuronderzoek naar de grammaticale ontwikkeling van Nederlandstalige kinderen tussen 7 en 10 jaar met en zonder een taalontwikkelingsstoornis (TOS). De resultaten worden ook in een klinische context geplaatst, met als doel logopedisten te ondersteunen in de behandeling van grammaticale problemen bij kinderen met TOS in deze leeftijdsgroep. Grammaticale problemen zijn een kernprobleem van kinderen metTOSen behandeling van deze grammaticale problemen is daarmee een kerntaak van de logopedist. De verwervingsvolgorde van grammaticale structuren bij Nederlandstalige kinderen met een normale taalontwikkeling is redelijk duidelijk tot een leeftijd van 5 á 6 jaar. Voor oudere kinderen is dit veel minder het geval. Deze informatie is echter wel van belang om passende grammaticale behandeldoelen te kunnen selecteren en prioriteren.
Background: Children with difficulties in listening and understanding speech despite normal peripheral hearing, can be diagnosed with the diagnosis Auditory Processing Disorder (A). However, there are doubts about the validity of this diagnosis. The aim of this study was to examine the relation between the listening difficulties of children between 8 and 12 years with suspected A and the attention, working memory, nonverbal intelligence and communication abilities of these children.Material and methods: In this case-control study we examined 10 children who reported listening difficulties in spite of normal peripheral hearing (3 referred by speech-language pathologist in the Northern Netherlands, 6 by an audiological center in the Southern Netherlands and one by parental concern) and 21 typically developing children (recruitment through word of mouth and by the website Taalexpert.nl), ages 8;0 to 12;0 years. The parents of all children completed three questionnaires about history, behavioral symptoms of ADHD, and communication skills (Children’s Communication Checklist). Teachers of the children completed the Children’s Auditory Processing Performance Scale (CHAPPS). Children were assessed for auditory processing abilities (speech-in-noise, filtered speech, binaural fusion, dichotic listening), nonverbal intelligence (Raven’s Coloured Progressive Matrices), and working memory (Clinical Evaluation of Language Fundamentals). Auditory and visual attention was studied with four behavioral tests of the WAFF battery of the Vienna Test System (Schuhfried).Results: Preliminary analysis shows no differences between groups on the auditory processing tests and nonverbal intelligence quotient. Children in the experimental group have poorer communication performance (parent report), poorer listening skills (teacher report), and poorer working memory and attention skills (behavioral tests).Conclusions: The results of this study showed that there is a difference between children with listening complaints and typically developing children, but that the problems are not specific to the auditory modality. There seems to be no evidence for the validity of an auditory deficit.
(Inter)nationaal is er discussie over de vraag of auditieve verwerkingsproblemen (AVP) gezien moeten worden als een unieke klinische diagnose en over de meest geschikte diagnostisering en verwijzing van kinderen in deze doelgroep. Binnen de Nederlandse Audiologische Centra (AC) wordt mede hierdoor verschillend omgegaan met kinderen met zogenaamde onverklaarde luisterproblemen.Het doel van het huidige document is om professionals handvatten te bieden bij het identificeren, diagnosticeren en behandelen van kinderen met luisterproblemen. Het ‘Dutch Position Statement Kinderen met Luisterproblemen’ is ontwikkeld op basis van het huidige wetenschappelijke bewijs omtrent luisterproblemen en op basis van bijeenkomsten gehouden met professionals. Over de volgende 9 statements is consensus bereikt onder professionals van de Nederlandse Audiologische Centra:Definitie:(1) De doelgroep ‘kinderen met luisterproblemen’ is geen unieke en aantoonbare klinische entiteit.(2) De problemen van kinderen met luisterproblemen zijn multimodaal.(3) De symptomen die kinderen met luisterproblemen vertonen kunnen ook voorkomen bij kinderen met andere ontwikkelingsstoornissen, zoals AD(H)D, TOS, dyslexie en leerstoornissen.Signalering en verwijzing:(4) Na signalering van luisterproblemen kan worden doorverwezen naar een multidisciplinair centrum.Diagnostiek:(5) Bij het diagnosticeren van een kind met luisterproblemen zijn minimaal een klinisch- fysicus audioloog, logopedist en gedragswetenschapper betrokken.(6) Luisterproblemen worden in eerste instantie in kaart gebracht met behulp van een anamnese (hulpvraag centraal) en indien beschikbaar een gevalideerde vragenlijst.(7) Bij kinderen met luisterproblemen wordt naast het toon- en spraakaudiogram altijd een spraak-in-ruis test afgenomen.(8) De diagnostische procedure bij luisterproblemen start vanuit een breed ontwikkelingsperspectief.Behandeling:(9) Bij kinderen met luisterproblemen is de interventie gericht op de hulpvraag en staat het handelingsgericht werken centraal.Dit document informeert professionals in Nederland, die te maken hebben met kinderen die worden aangemeld met klachten met betrekking tot het luisteren bij een goed perifeer gehoor over het huidige beschikbare bewijs en over het gezamenlijke standpunt hierover in Nederland.