Stel je voor dat de producten van vandaag, de grondstoffen zijn van morgen…Niets weggooien. Dat is commercieel zinvol! Bar goud, toch?!
LINK
Bij de planning en bouw van passiefhuizen moeten de gebruikers, planners en uitvoerders zich diepgaand inwerken in een complex en veelzijdig onderwerp. Alleen wanneer rekening wordt gehouden met een groot aantal factoren, die soms ook nog eens tegenstrijdig zijn, zal een project op de lange duur succesvol zijn. De volgende passiefhuisleeswijzer is vooral bedoeld voor bouwers/gebruikers, die het thema nog niet in alle finesses kennen.
MULTIFILE
Materialen zijn de bouwstenen van innovatie. Om tot innovaties te komen is kennis over welke nieuwe materialen en technologieën er bestaan een voorwaarde. Voor veel kleinere bedrijven is het lastig om alle nieuwe ontwikkelingen te volgen. Bovendien is alleen weten dat ze bestaan niet genoeg. De stap van weten naar daadwerkelijk toepassen blijkt voor veel ontwerpers en ontwikkelende mkb-bedrijven een lastige stap. Wanneer is een nieuw materiaal interessant? Dat heeft niet alleen te maken met feitelijke kennis over de eigenschappen van het materiaal, maar ook met creativiteit en voorstellingsvermogen: welke vernieuwende functies en mogelijkheden voor de klant kan ik er mee realiseren. Door middel van eerdere (RAAK)programma’s zoals Materialen in Ontwerp 1 en 2 was er binnen het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie door het lectoraat Industrial Design in samenwerking met het lectoraat Smart Functional Materials ervaring opgedaan met het vergaren en ter beschikking stellen van materiaalkennis. Doel van het IMPT is niet alleen kennis over materialen ter beschikking van bedrijven te stellen, maar ook om de vertaalslag van ‘weten’ naar ‘toepassing’ te maken. De vragen die productontwikkelaars hadden bij nieuwe materialen en hun toepassingen hebben een belangrijke rol gespeeld bij het toegepaste onderzoek dat door Saxion in het kader van het IMPT is uitgevoerd. Door docent-onderzoekers, stagiair(e)s en afstudeerders zijn materialen in kaart gebracht, is aanvullend vraaggericht toegepast onderzoek gedaan en zijn de onderzoeksresultaten in datasheets beschikbaar gemaakt. Op deze manier komt waardevolle kennis van nieuwe materialen en technieken ook in het onderwijs terecht. Deze uitgave beschrijft het IMPT-project en de resultaten die het project heeft opgeleverd.
MULTIFILE
Veel van de isolatiematerialen die we momenteel gebruiken, zoals glaswol en steenwol, hebben een behoorlijke impact op het milieu en zijn niet circulair. Gelukkig zijn er alternatieven die beter zijn voor de natuur, zoals isolatie gemaakt van biobased materialen zoals houtvezels en hennepvezels. Deze materialen zijn hernieuwbaar en hebben vrijwel geen nadelige effecten op het milieu, zijn gunstig voor een gezond binnenklimaat in een woning, terwijl ze nog steeds goede isolerende eigenschappen hebben. De ambitie van de rijksoverheid is dat in 2030 minstens 30% van de nieuwbouwwoningen uit minimaal 30% van deze biobased materialen bestaan. Hetzelfde percentage geldt als doelstelling voor isolatiemaatregelen voor verduurzaming en voor de gebruikte materialen voor utiliteitsbouw. Een nieuwe ontwikkeling is het gebruik van mycelium, schimmels die zorgen voor de groei van een materiaal wat ingezet kan worden als isolatie. Mycelium heeft isolerende en akoestische eigenschappen, is waterafstotend en brandwerend. Mycelium panelen op de huidige markt worden belemmerd in hun ontwikkeling doordat ze in mallen worden gegroeid, hierdoor kunnen er geen grotere diktes bereikt worden in verband met de benodigde groeiomstandigheden van mycelium. Dit leidt tot verminderde isolerende eigenschappen. Door geavanceerde 3D-printtechnieken te gebruiken waarbij er complexe vormen geprint kunnen worden die de groei van mycelium bevorderen ook op grotere diktes, willen we in dit 1-jarige KIEM project onderzoeken hoe we een innovatief mycelium isolatiemateriaal kunnen ontwikkelen, geschikt voor 3D printers, dat nog beter past bij de behoeften vanuit de markt. De resultaten van deze studie kunnen aantonen dat de toepassing van biobased isolatiematerialen en geavanceerde productiemethoden niet alleen leiden tot een efficiëntere isolatie van gebouwen, maar ook de milieueffecten vermindert en nieuwe mogelijkheden biedt voor diverse en grootschalige toepassingen.
Van “wereldkampioen drugs” tot “narcostaat”, een greep uit de recente betitelingen van ons land als het gaat om de drugshandel. Nederlandse criminelen behoren wat betreft de productie van synthetische drugs tot de mondiale top. Een narcostaat wordt vooral gekenmerkt door een bloeiende, parallelle (synthetische) drugseconomie gepaard gaande met corruptie, infiltratie van de gevestigde orde en straffeloosheid. Het heeft ver strekkende gevolgen, veel verder dan alleen de schade voor de eindgebruiker, met recente voorbeelden als de moorden op de advocaat, de broer en de adviseur van de kroongetuige in het strafproces rondom hoofdverdachte R. Taghi, een recordaantal drugsuithalers in de afgelopen maand in de Rotterdamse haven waarbij tonnen aan cocaïne werd gevonden met een straatwaarde van meer dan 300 miljoen euro. De zogeheten “Enschedese kwartetmoord” laat zien hoe ook de handel in hennep tot extreem gewelddadige escalaties in Nederland leidt. Naast dat er door hennepkwekerijen jaarlijks 200 miljoen euro illegaal aan energie wordt afgetapt, leidt dit jaarlijks minimaal tot 65 woningbranden. Met de ontwikkeling van zogeheten e-nose technologie, te vergelijken met een elektronische speurhond, is de afgelopen jaren door enkele samenwerkende projectpartners een oplossing ontwikkeld voor de detectie van gevaarlijke stoffen. In eerste verkenningen is aangetoond dat deze technologie, in potentie, ook ingezet kan worden voor het opsporen van drugslaboratoria en kwekerijen. Naast dat dit doorontwikkeling vergt van elektrochemische sensoren en applicatietechnologie, is er in de praktijk vraag naar onderzoek inzake juridische kaders, de ontwikkeling van handelingskaders en werkinstructies en ontwikkeling van training en opleiding voor de inbedding binnen relevantie publieke organisaties. Een consortium bestaande uit hogeschool Saxion, publieke organisaties (waaronder Politie, OM, NVWA en Veiligheidsregio Twente) en private partijen wil deze (door)ontwikkeling gezamenlijk oppakken. De nieuwe werkmethoden zullen niet alleen in het laboratorium, maar ook in de opsporingspraktijk worden getest en gevalideerd.