Theatervoorstelling ‘Angry Young Men’ is een hip-hop voorstelling van theaterorganisatie WAT WE DOEN. De voorstelling vertelt het verhaal van twee jongens die opgroeien in een wereld waarin ze hun plek niet kunnen vinden. Die op straat hangen. Ze dromen van geld en aanzien, als het moet via de criminaliteit. Aan de hand van gesprekken (een combinatie van rap en spel) met hun moeders en verschillende professionals (docenten, jongerenwerkers, therapeuten, wetenschappers en politieagenten) kijkt het publiek terug op de levens van de jongens: de ene jongen komt om het leven bij een schietpartij. De andere jongen zit vast voor diezelfde schietpartij. Dader en slachtoffer. Ze proberen uit vinden of hun levens anders hadden kunnen lopen. En wie had het dan anders moeten doen?
DOCUMENT
In 1524 publiceert Jan van Doesborch een bundel met refereynen. Een ervan gaat over een schetenwedstrijd tussen begijnen. Dit refereyn heb ik op 16e-eeuwse wijze voorgedragen op 21e-eeuwse muziek: http://itunes.apple.com/nl/album/wie-heeft-de-prijs-gewonnen-1/id512331302?i=512331322&ign-mpt=uo%3D4
DOCUMENT
Kindheid van denken is speels maar ook ernstig. Ze gaat uit van diepgaande ontvankelijkheid voor dat wat niet ‘gehoord’ wordt. Daarmee betreft ze iets ‘onbestemds’, iets dat niet alleen in de kindertijd maar ook in de volwassenheid schuilgaat. ‘Kindheid’, in het Frans enfance, komt van het Latijn in-fantia, letterlijk: ‘niet-sprekendheid’. Onze manier van denken en spreken, al onze tweedelingen en ordeningen, worden altijd ook bestookt door die kindheid. Door wat slechts gevoeld, maar niet gezegd of gehoord kan worden. De sprakeloosheid. Van het gevoel zelf, dat slechts gevoeld kan worden. Vanuit het differentiefilosofische perspectief schiet de mens met zijn tweedelingen en ordeningen altijd te kort. En ‘kindheid van denken’, te beginnen met ons besef ervan, creëert ruimte voor het aanvoelen van en inspelen op nieuwe mogelijkheden. Een dergelijke ontvankelijkheid voor het nieuwe, buiten allerlei bestaande kaders, of er dwars doorheen, is in de kunsten cruciaal. Een pleidooi voor meer ‘kindheid van denken’, voorbij alle denken in tweedelingen, betekent daarom ook altijd een pleidooi voor de veelheid en het experiment.
DOCUMENT
Het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap van Hogeschool Inholland heeft in de eerste helft van 2013 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het mediagebruik en de informatiebehoefte van bezoekers van rock- en poppodia in Nederland. Vragenlijstonderzoek laat zien dat er significante (zij het zwakke) verbanden bestaan tussen genrevoorkeur (smaak) en de vorm die hun informatiebehoefte heeft. Het onderzoek is niet representatief, onder andere omdat een groot deel van de respondenten uit Noord- en Zuid-Holland komt en jongeren oververtegenwoordigd zijn. In dit onderzoek is vooral gekeken naar het (mogelijke) belang van sociale media voor informatieverstrekking door poppodia. Het wordt duidelijk dat sociale media goed kunnen worden ingezet in relatie tot genrevoorkeuren, al is ook duidelijk dat naast Facebook de podiumwebsite een veel genoemde plek is waar informatie over optredens zal worden gezocht. Rockers bezoeken vaak concerten en zoeken actief, via verschillende media, naar informatie over wie waar speelt. Liefhebbers van elektronische dansmuziek willen geïnformeerd worden via Facebook terwijl de urban- en bass-scene graag (ook) nog papieren flyers en posters gebruiken om zich te laten informeren Het zijn vooral vrouwen die van pop en singersongwriters houden en een opvallend groot deel van deze groep is actief op Twitter. Tot slot is er een groep die meer gebruikt maakt van traditionele media zoals radio en de krant. Dit zijn voornamelijk mensen die iets ouder zijn en luisteren naar onder andere jazz, wereldmuziek, klassieke muziek en blues. Ondanks dat deze verbanden zwak zijn, raden wij directeuren van poppodia aan om in hun marketingcommunicatie rekening te houden met een gesegmenteerd publiek. Het onderzoek werd gefinancierd uit een SIA-Raak subsidie (Podium voor de Podiumdirecteuren 2011-2013).
DOCUMENT
LINK
Inleiding voor de bundel Het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap heeft in de periode 2011-2013 onderzoek gedaan naar poppodia en theaters in een samenwerking met de Inholland lectoraten City Marketing en Leisure Management en Media Business en met de brancheverenigingen Vereniging Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en de Vereniging van Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). Hierbij waren docenten en studenten van diverse opleidingen betrokken (o.a. VTM, Com, MEM & IMM) en het project werd gefinancierd uit een SIA-Raak subsidie (Podium voor de Podiumdirecteuren 2011-2013). Doel van het onderzoek was om de podia te ondersteunen in hun voortdurende vraag naar het verhogen van het culturele en financiële rendement, daarbij de nadruk leggend op de return on investment, in het bijzonder via vernieuwende wegen en middelen. Een van de eindproducten van dit onderzoeksproject is een website, www.podiumpower.nl , die in samenwerking met de Waag Society en het studenten leerwerkbedrijf GNR8 is ontworpen. Inleiding Podiumdirecteuren zitten in een lastig parket: door bezuinigingen en de economische crisis is een daling te zien in de inkomsten van poppodia in Nederland. Overheden snijden in subsidies terwijl tegelijkertijd de publieksinkomsten dalen (VNPF, 2013). Drie lectoraten van Inholland hebben onderzoek uitgevoerd met als doel advies te geven aan podiumdirecteuren over de toegevoegde sociaal-culturele waarde van cultuurcentra voor de podiumkunsten waardoor ze hun podia (waaronder theaters, concertzalen en poppodia) effectiever kunnen verankeren. De podiumdirecteuren zullen in hun exploitatie recht moeten doen aan commerciële eisen, zonder in te leveren op hun artistieke en culturele visie en missie. Dit gezamenlijke onderzoekproject is opgesplitst in meerdere deelonderzoeken. Zo is er onder andere onderzoek gedaan naar marketing accountability, cultuureducatie, nieuwe businessmodellen, publieksegmentatie en sociale media. In dit artikel wordt een kwantitatief deelonderzoek beschreven waarin wij gericht hebben op de vraag of er een samenhang is tussen enerzijds de voorkeuren van bezoekers van poppodia met betrekking tot de frequentie van podiumbezoek, mediagebruik, activiteit op sociale mediaplatforms en informatiebehoefte en anderzijds de voorkeur voor een bepaald muziekgenre. Waarmee moeten podiumdirecteuren rekening houden als ze sociale media willen inzetten als onderdeel van het strategisch marketingcommunicatiebeleid van hun poppodium? Het publiek is de belangrijkste stakeholder voor de inkomsten van poppodia, maar er is natuurlijk niet één publiek. Met name regionale poppodia bedienen een breed gemêleerd publiek: van tieners tot vijftigers, van houseliefhebbers tot rockers, van bezoekers die zelf actief op zoek gaan naar informatie tot mensen die wachten tot informatie naar hen toe komt en van vaste bezoekers die geregeld het podium bezoeken tot incidentele bezoekers die slechts af en toe, of zelfs maar één keer het podium bezoeken (zie ook Hermes en Borghuis, 2013).
DOCUMENT
It is argued that pop music has long been locked up in the exploitation phase. Boring, more boring and even more boring seems to be the motto, and only extreme, as now boring monotonous hip hop from Chicago / London - called drill - in which "respect" is enforced by the real killing in quarrels between rival gangs, explores the border. For the rest, contemporary pop music is exploitation, until we learn to listen differently to the many talents that remain undiminished and we grant them the adventure of musical or scientific exploration.
MULTIFILE
Wearable inertial sensors (WIS) facilitate the preservation of the athlete-environment relationship by allowing measurement outside the laboratory. WIS systems should be validated for team sports movements before they are used in sports performance and injury prevention research. The aim of the present study was to investigate the concurrent validity of a wearable inertial sensor system in quantifying joint kinematics during team sport movements. Ten recreationally active participants performed change-of-direction (single-leg deceleration and sidestep cut) and jump-landing (single-leg hop, single-leg crossover hop, and double-leg vertical jump) tasks while motion was recorded by nine inertial sensors (Noraxon MyoMotion, Noraxon USA Inc.) and eight motion capture cameras (Vicon Motion Systems Ltd). Validity of lower-extremity joint kinematics was assessed using measures of agreement (cross-correlation: XCORR) and error (root mean square deviation; and amplitude difference). Excellent agreement (XCORR >0.88) was found for sagittal plane kinematics in all joints and tasks. Highly variable agreement was found for frontal and transverse plane kinematics at the hip and ankle. Errors were relatively high in all planes. In conclusion, the WIS system provides valid estimates of sagittal plane joint kinematics in team sport movements. However, researchers should correct for offsets when comparing absolute joint angles between systems.
DOCUMENT
Meet the club-goer. Today he woke up thinking that, compared to the typical weight of his miseries, the day feels quite light. Upon waking up, he suddenly decided to go to the club tonight. Prior to this happening, he makes a pact with himself to do his duties: deliver to society and eat his meals. Perhaps even go for a little run? The thought of running charms him immediately, and the next thing we see is him running. As he runs by the secondhand shop, his thoughts begin shuffling the colors of classic logos: Hip-Hop, happy meals, all MTV channel extensions, Vans shoes purchased every six months. Although he is not a big fan of retromanic gestures, the club-goer wouldn’t mind wearing a logo – or two – in the club tonight. Just like before, he could commemorate his teenage years with someone who would empathize with the logo.
MULTIFILE
Education plays a major role in this paradox: the cultural diversity that is increased by immigration is eliminated by successful education: education aims to maximise the opportunities for every child within the emerging global culture and thus reduce cultural diversity. The road from the Enlightenment that would bring us a better world is increasingly proving to be a dead end, especially with regard to the climate and the depletion of the resources the planet can provide (ecology). Just now that a global culture has emerged into which all those other cultures are assimilated, the question is whether cultures that deal more sustainably with ecology and have problems accommodating to global culture, should not be given more voice in the transition to a more sustainable global culture. It is argued that in popular music forms an example in which successful productions have a multitude of cultural styles, from world music to hip-hop to rock. In fact, almost everyone from various cultural backgrounds can relate to a certain style. Pop music therefore does not necessarily work as an institution that reduces diversity. Education does just that, unconsciously, and often with extensive inclusion programs. She could learn from pop music!
MULTIFILE