De klimaatverandering was de afgelopen zomer met zijn heftige hittegolven wederom voelbaar. Warmterecords werden verbroken en stedelingen zochten massaal verkoeling buiten de stad. Volgens het Koninklijke Nederlandse Meteorologisch Instituut (KNMI) zullen hittegolven komende jaren vaker voorkomen en heviger zijn. Dit geeft een belangrijke aanleiding om de gehele inrichting van onze steden te herzien. Immers, we willen onze steden ook bij hoge temperaturen leefbaar houden.
MULTIFILE
Bij hittegolven wachten ouderen vaak lijdzaam af tot de hitte komt. In dit onderzoek is nagegaan of drie dagen acclimatisatie aan hitte bij oudere vrouwen helpt als voorbereiding voor als hitte toeslaat. Een groep jonge vrouwen heeft als controlegroep gefungeerd. Uit het onderzoek is gebleken dat drie dagen te kort is om fysiologische veranderingen te bewerkstelligen. De oudere vrouwen kunnen aanzienlijk minder zweten dan jonge vrouwen en dit is een nadeel in de hitte.
DOCUMENT
'Nederland bereidt zich voor op de gevolgen van klimaatverandering en past de leefomgeving hierop aan. Met een stijgende temperatuur krijgen we extremere regenbuien, hittegolven, langere droge periodes met bodemdaling, terwijl de zeespiegel juist stijgt. Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid in steden, de gezondheid van mensen en de economie, dus zoeken overheden, ondernemers en kennisinstellingen naar nieuwe praktische toepasbare oplossingen om de stad toekomstbestendig te maken en de leefbaarheid te verbeteren. Hierbij is samenwerken en beproefde innovatie van groot belang en kunnen klimaatproeftuinen een grote rol spelen. '
LINK
Uit recente KNMI-scenario’s blijkt dat door klimaatverandering de temperatuur blijft stijgen. Hevige regenbuien, meer tropische dagen en hittegolven zijn het gevolg. Er krijgen meer mensen last van het stedelijk hitte-eiland effect (UHI-effect), met als gevolg een bedreiging voor de gezondheid, verlaging arbeidsproductiviteit, welzijn en zelfs een risico op verhoogde sterfte. Het aanleggen van groene daken en gevels zijn, naast het planten van bomen en struiken, maatregelen om het UHI-effect te verminderen. Modelmatig kan het UHI-effect op straatniveau al bepaald worden, echter de bijdrage van groene daken en gevels wordt daar nog niet in meegenomen. Het practoraat ‘water en bodem’ van Yuverta, aangevuld met de expertise van het practoraat ‘groene leefbare stad’ van Yuverta en het lectoraat Klimaatrobuuste landschappen van HAS green academy doen in deze samenwerking, onderzoek naar het daadwerkelijke effect van groene daken en gevels op het UHI-effect op straatniveau in de stad. Er worden drie fieldlabs ingericht met sensoren op groene daken en gevels en op straatniveau, en vergeleken met nabijgelegen traditionele grijze daken en gevels. Hiermee wil GroenDakCoach antwoord geven op de steeds vaker gestelde vraag hoe groot de bijdrage van groene daken en gevels is in het verminderen van het UHI-effect op straat. Tygron wil met dit onderzoek dat haar digital twin-software, inclusief UHI-model nog beter toepasbaar is voor overheden en adviesbureaus bij ontwikkelingen rondom de (her-)inrichting van de openbare ruimte met klimaatadaptieve maatregelen. De resultaten worden via een digital twin hittestress-demonstrator gedeeld en besproken met de betrokken gemeenten van de fieldlabs, zodat deze kennis ingezet kan worden bij haar klimaatadaptatie-beleid. Daarnaast wordt de demonstrator ingezet bij participatie¬bijeenkomsten om de toegevoegde waarde en mogelijkheden van klimaatadaptieve maatregelen, zoals groene daken en gevels, inzichtelijk te maken en zo tot de gewenste gedragsverandering te komen.
Klimaatverandering zorgt ervoor dat onze steden steeds vaker last hebben van extreme neerslag, hittegolven en extreme droogte. Tijdens zomers met hoge temperaturen is het moeilijk om prettig te leven in de stad. Het kan in steden ’s nachts tot 7 graden warmer worden dan op het platteland. De hitte veroorzaakt problemen zoals uitzettende brugdelen, blauwalg in zwemwater en kans op oververhitting van het publiek tijdens grote evenementen. Wat kunnen gemeenten doen om ervoor te zorgen dat de stad bestand is tegen hitte?Om deze vraag te beantwoorden ontwikkelt de Hogeschool van Amsterdam binnen het project “Hittebestendige stad” hulpmiddelen voor gemeenten om de hitteproblemen in kaart te brengen, en zoekt naar manieren om de problemen te verminderen. Door de stad anders in te richten kunnen hitteproblemen beperkt worden. De projectgroep wil uiteindelijk met de gemeenten een aantal richtlijnen opstellen voor het voldoende hittebestendig inrichten van de stad.Gemeenten kunnen met behulp van een mindmap op een rij zetten welke hitteproblemen er zijn in de stad als geheel. De mindmap hierboven is ontwikkeld door de HvA. Om preciezer in kaart te brengen welke hitteproblemen in welk deel van de stad voorkomen, zijn hittekaarten nuttig. Een hittekaart is een plattegrond van de stad of een wijk waarop bijvoorbeeld wordt aangegeven hoe warm het er op een hete dag wordt. Gecombineerd met bijvoorbeeld de locaties van veel ouderen of veel voetgangers geeft die inzicht in waar de gemeenten extra aandacht aan hitte wil geven en welke wijken extra zorg nodig is.Maatregelen: wat werkt?Maar hoe maak je een wijk of straat hittebestendig? Welke maatregelen werken het best, en zijn haalbaar? Niet elke winkelstraat heeft bijvoorbeeld ruimte voor bomen om het winkelend publiek schaduw te geven. Werken groene daken dan goed, of helpt het als er met koelere materialen dan steen en asfalt wordt gewerkt? De projectgroep onderzoekt met behulp van simulaties welke maatregelen het best werken.Voorkomen is beterDoor tijdens het ontwerpen van een nieuwe wijk al rekening te houden met mogelijke hitteproblemen, kan worden voorkomen dat deze problemen ontstaan. De projectgroep organiseert symposia waar ze verschillende denkrichtingen bespreken met gemeenten, om uiteindelijk een aantal ontwerprichtlijnen te kunnen publiceren die door alle gemeenten kunnen worden gebruikt.
Ons klimaat verandert en is in Nederland met name zichtbaar in de vorm van 1) extreme neerslag, 2) langere periodes van droogte en 3) langere en extremere hittegolven. Nederlandse gemeenten hebben de ambitie gesteld om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn ingericht. Veel publieke partijen worstelen met deze opgave. Tijdens de vraagarticulatie stakeholders in drie adaptatieregio’s gaven publieke partijen geven aan meer inzicht nodig te hebben in de succes- en faalfactoren van klimaatadaptatie in de praktijk. Denk hierbij aan meer inzichten in: 1) de effectiviteit van genomen maatregelen, 2) waar klimaatadaptieve maatregelen nodig zijn, 3) doelstellingen haalbaar zijn en 4) welke actoren nodig zijn om doelstellingen te halen. Het project de Benchmarking Klimaatadaptatie heeft de ambitie gemeentelijke professionals te ondersteunen door een haalbare praktische invulling te geven aan de doelen voor klimaatadaptatie. Het doel van dit project is om inzichten en tools te ontwikkelen om het proces van klimaatadaptatie bij de gemeenten efficiënter en toekomstgerichter te laten verlopen. Hierbij staat het ontwikkelen van een roadmap en dashboard die inzicht geven in doelstellingen, voortgang en haalbaarheid van klimaatadaptatieplannen centraal. Op basis van de vraagarticulatie en ‘state-of-the-art’ kennis op het gebied van klimaatadaptatie is de volgende hoofdvraag geformuleerd:Op welke wijze kunnen we gemeenten, middels praktijkgericht onderzoek en dashboard-ontwikkeling, helpen een beter inzicht te krijgen in hun doelen op het gebied van klimaatbestendig en waterrobuust, de huidige stand van zaken wat betreft implementatie van maatregelen in de praktijk, en programmering richting 2050.Het project benchmarking klimaatadaptatie in de praktijk gaat middels een mixed-methods approach, bestaande uit onder andere interviews, workshops en GIS-modellen de staat van klimaatadaptatie in een aantal regio’s in kaart brengen. Om zo een gemeenschappelijke punt aan de horizon te zetten en de ambitie van een klimaat- en waterrobuust Nederland te vertalen naar een duidelijk uitvoeringsplan.