Het hoger economisch onderwijs is de grootste sector in het hbo met 176.000 studenten. De sectorraad HEO streeft naar een ecologisch en sociaal volhoudbare economie, maar constateert dat traditioneel economisch denken nog sterk aanwezig is. Het Lectorenplatform Vernieuwing Economieonderwijs pleit voor onderwijsvernieuwing, genaamd Plek der Moeite, waarbij complexiteit en dilemma's centraal staan. Dit platform onderzoekt hoe onderwijs kan worden vernieuwd om duurzame en inclusieve economische modellen te ontwikkelen. Het onderzoek richt zich op drie niveaus: inhoudelijke vernieuwing, onderwijskundige en didactische aspecten, en veranderkundige onderzoek naar onderwijsinnovatie. Het doel is om mensen en systemen mee te krijgen in deze vernieuwing. De inspanningen hebben geleid tot het boekje "Hulp bij Moeite", dat inspiratie en praktische tips biedt voor het businessonderwijs.
MULTIFILE
De onafhankelijke commissie ‘positionering hoger beroepsonderwijs’ heeft het rapport ‘Focus op professie’ aangeboden aan het bestuur van de Vereniging Hogescholen. Het rapport vormt belangrijke input voor de standpuntbepaling van de Vereniging Hogescholen ten aanzien van de toekomst van het hoger beroepsonderwijs, mede in het licht van de toekomstverkenning van het hoger onderwijs die minister Dijkgraaf van OCW in gang heeft gezet.
LINK
Learning Analytics en bias – Learning analytics richt zich op het meten en analyseren van studentgegevens om onderwijs te verbeteren. Bakker onderscheidt hierin verschillende niveaus, zoals student analytics en institutional analytics, en focust op inclusion analytics, waarin gekeken wordt naar kansengelijkheid. Bias – systematische vooroordelen in data – kan vooroordelen in algoritmen versterken en zo kansenongelijkheid veroorzaken. De onderzoeksmethode maakt gebruik van het 4/5-criterium, waarbij fairness in uitkomsten gemeten wordt door te kijken of de kansen voor de beschermde groep minstens 80% zijn van die van de bevoorrechte groep.Onderzoeksaanpak – Bakker gebruikt machine learning om retentie na het eerste studiejaar te voorspellen en onderzoekt vervolgens verschillen tussen groepen studenten, zoals mbo-en vwo-studenten. Hij volgt drie stappen: (1) Data voorbereiden en modellen bouwen: Data worden opgesplitst en opgeschoond om accurate voorspelmodellen te maken. (2) Variabelen analyseren: Invloed van kenmerken op uitkomsten wordt beoordeeld voor verschillende groepen. (3) Fairness berekenen: Het 4/5-criterium wordt toegepast op metrics zoals accuraatheid en statistische gelijkheid om bias en ongelijkheden te identificeren. Resultaten, aanbevelingen en vervolgonderzoek – Uit het onderzoek blijkt dat kansengelijkheid bij veel opleidingen ontbreekt, met name voor mannen en mbo-studenten, die een hogere kans op uitval hebben. Bakker adviseert sensitieve kenmerken zoals migratieachtergrond mee te nemen in analyses op basis van informed consent. Daarnaast pleit hij voor meer flexibiliteit in het beleid, geïnspireerd door maatregelen tijdens de coronacrisis, die een positief effect hadden op studiesucces.Toekomstvisie – Bakker benadrukt dat niet elke ongelijkheid het gevolg is van discriminatie en roept op tot data-informed interventies om sociale rechtvaardigheid in het onderwijs te bevorderen. Zijn methode wordt open access beschikbaar gesteld, zodat ook andere instellingen deze kunnen toepassen en kansengelijkheid systematisch en bewust kunnen onderzoeken.
DOCUMENT
Er wordt te weinig aan ICT gedaan in het onderwijs, schreef Marcel Creemers in september in Automatisering Gids. Er dreigt een tekort aan mensen die een brug kunnen slaan tussen business en IT. Maar dat wil niet zeggen dat de docenten stilzitten, zegt Piet Alblas. Samen met het bedrijfsleven hebben hogescholen tal van netwerken in het leven geroepen om kennis te delen. Dat is niet voldoende maar wel een belangrijk begin.
DOCUMENT
Via 29 interviews met werkgevers in het eigen achterland meer kennis over de arbeidsmarktontwikkeling in de afzetmarkt van het Instituut voor Rechtenstudies en de werkgelegenheidskansen voor SIRE alumni te krijgen.
DOCUMENT
Kernproblemen in de aansluiting met het hoger beroepsonderwijs zijn de weinig flexibele overgang vanuit voortgezet en middelbaar beroepsberoepsonderwijs en de uitval en vertraging in de propedeuse. Vanaf 2002 werkt Fontys Hogescholen aan een goede doorstroom en aansluiting, die aanhaakt bij de innovaties in het hbo en mbo. De ontwikkeling van de Fontys Competentie Wijzer (FCW) is een belangrijk initiatief hierbij. De FCW is ontwikkeld als instrument voor de student in het middelbaar beroepsonderwijs om te onderzoeken of een vervolgstudie in het hbo iets voor hem is. De FCW is een selfassessment waarin de student zijn loopbaanoriëntatie, studie-interesses, algemene en sectorspecifieke hbo-begincompetenties, leerstrategieën, studiegedrag en ontwikkelpunten zichtbaar maakt. Het invullen van de (digitale) vragenlijst kost ongeveer één uur tijd en de resultaten komen direct beschikbaar. De mbo-student kan met de resultaten een beter onderbouwde keuze maken voor eventuele doorstroom. Ook vormen ze een prima uitgangspunt om te gaan werken aan minder sterke punten. Dit voornemen van de student kan input zijn bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Kortom, de FCW is een instrument om beter regie te kunnen voeren over de eigen studieloopbaan en daardoor kansrijker door te stromen naar en te studeren in het hbo. Wil de FCW succesvol zijn, dan is inbedding in de studieloopbaanbegeleiding voorwaardelijk. Vanuit de ervaringen met de FCW voor het mbo zijn de FCW voor het voortgezet onderwijs (havo) ontwikkeld alsmede de Fontys Propedeuse Wijzer (FPW).
DOCUMENT
Deze lectorale rede gaat in op het belang van een pedagogisch perspectief in het hoger onderwijs. Het behandelt het onderwerp Studentsucces vanuit verschillende aspecten, en zoomt daarbij in op werkzame elementen en belangrijke aandachtspunten.
MULTIFILE
Vastgoed biedt onderdak aan activiteiten in de samenleving; aan wonen, werken, winkelen, zorgen, leren, ontspannen en ontmoeten. De manier waarop we invulling geven aan die activiteiten is voortdurend in beweging. Dit vormt een uitdaging voor het vastgoed, want stenen zijn van nature traag.De spanning tussen de dynamiek van maatschappelijke processen en het betrekkelijk statische karakter van het vastgoed wordt versterkt door de grote opgaven waar we als samenleving voor staan. Klimaatadaptatie, energietransitie, leefbaarheid, gezondheid en circulariteit: het zijn opgaven die stuk voor stuk raken aan de kwaliteit van onze leefomgeving. Maar óók aan de kwaliteit van de onderliggende systemen die deze ruimte produceren. En juist op dat punt is de vastgoedwereld aan zet.In deze lectorale rede roept Bart de Zwart, lector Vastgoed aan de Hanzehogeschool Groningen, op tot een andere manier van denken over en denken in het vastgoed. In die nieuwe denkwijze staan niet de stenen maar de mensen centraal. Het gaat dan onder meer over de vraag hoe we de bestaande voorraad duurzaam kunnen (her)gebruiken, hoe we kunnen inzetten op meervoudige waardencreatie voor gebruikers en de omgeving, en hoe we aandacht geven aan inclusiviteit en ethiek. Op die manier kan vastgoed als vakgebied niet alleen meebewegen met ontwikkelingen, maar onderdeel worden van de verandering.
DOCUMENT