Boekbespreking De kunst van het hoofdrekenen van Willem Bouman
DOCUMENT
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Wat wensen wij te bereiken met de Lichamelijke Opvoeding, en welke effecten bereiken wij daad- werkelijk? Om duidelijk te maken aan politici, beleidsmakers en schooldirecties waarom het bewegingsonderwijs een belangrijke plaats ver- dient in het onderwijs, moet je dit scherp kunnen neerzetten. Een oproep tot meer evidence based practice, uitgesproken tijdens de keynote van de Thomas Oriëntatiedag 2008.
DOCUMENT
In de maatschappij worden steeds hogere eisen gesteld aan vaardigheden van burgers op het gebied van geletterdheid. Voor een grote groep mensen vormen taal, lezen en schrijven een struikelblok voor hun functioneren in de maatschappij. Laaggeletterdheid staat steeds vaker op de agenda. Jongeren zijn binnen het thema laaggeletterdheid een nog onderbelichte doelgroep. Echter, hoe eerder laaggeletterdheid wordt gesignaleerd, hoe eerder er ook aan vaardigheden kan worden gewerkt om een opleiding te kunnen volgen of de arbeidsmarkt te betreden. Breed verspreide kennis over de wijze waarop laaggeletterdheid onder jongeren kan worden gesignaleerd is er tot op heden nog niet. Ook over de wijze waarop jongeren kunnen worden toegeleid naar een aanbod om taalvaardigheden te versterken is nog weinig kennis voor handen. In dit onderzoek zijn de ervaringen onderzocht van een Utrechtse regio die zich al geruime tijd met het thema ‘laaggeletterdheid onder jongeren’ bezig houdt. Belicht is hoe twee lokale partners (een jongerenloket en een ROC) binnen deze regio hebben gezocht naar valide en praktisch werkbare instrumenten om laaggeletterdheid te signaleren en tot een aanbod voor jongeren te komen dat taalvaardigheden versterkt. Daarbij is gekeken naar aanwezige kennis over het thema, praktische uitvoerbaarheid van gehanteerde screeningsinstrumenten en samenwerking en afstemming tussen partijen.
DOCUMENT
Het doel van dit pilotonderzoek is om een beschrijving te geven van de neuropsychologische en LVB-kenmerken van jongvolwassen reclassanten. Daarnaast wordt, op basis daarvan, een aanzet geboden tot handvatten voor de bejegening en behandeling in de reclasseringspraktijk en voor vervolgonderzoek. Hieruit volgen de onderzoeksvragen: 1 Hoe ziet de groep onder reclasseringstoezicht-gestelde jongvolwassenen er uit betreffende LVB-kenmerken als intellectuele en adaptieve beperkingen? 2 Hoe ziet de groep onder reclasseringstoezicht-gestelde jongvolwassenen er uit betreffende neuropsychologische kenmerken? 3 Welke handvatten voor de praktijk en adviezen voor onderzoek kunnen worden geformuleerd op basis van de bevindingen uit vraag 1 en 2?
MULTIFILE
Deze notitie verkent de relatie tussen internet en vrijwilligerswerk in Nederland. De aard van vrijwilligerwerk is het afgelopen decennium grondig gewijzigd, naar meer vrijblijvende en functionele inzet. Een snelle en flexibele koppeling van vraag en aanbod aan vrijwilligers via nieuwe media ligt dan ook voor de hand. Een deel vrijwilligerswerk kan zelfs volledig digitaal, bv. het vertaalwerk van vrijwilligers van het Nederlandse Platform Ouderen en Europa.
DOCUMENT
Het huidige financieelmonetair systeem is structureel instabiel en valt ten prooi aan overregulering. Daarnaast werkt het duurzaam heidsambities zoals de energie transitie tegen. De opkomst van digitale technologieën als internet, blockchain, smart contracts en big data maken het mogelijk om het systeem fundamenteel anders in te richten. Een publiek digitaal geldstelsel vormt een antwoord op de belangrijkste problemen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijnjeroenvanderlinden/
DOCUMENT