Er zijn verschillende manieren waarop je als soort een goed plaagdierkunt zijn. Eén manier is je snel aanpassen aan veranderende omstandigheden, zoals binnen gebouwen. Dan kun je het leven van mensen al gauw zuur maken. Als er een groep dieren is met een groot aanpassingsvermogen, dan zijn dat de mieren wel. Ze zitten onder de stoeptegels, in houten balken van het dak of de vloer of maken nesten in isolatiematerialen die evolutionair gezien nog maar nét bestaan. Moet je je voorstellen wat ze kunnen als ze langer de tijd hebben gehad om zich aan te passenaan hun omgeving…
MULTIFILE
In dit rapport ronden de lectoraten Maatschappelijke Veiligheid van Hogeschool Saxion en Cybercrime & Cybersecurity van de Haagse Hogeschool het RAAK-publiek project ‘Cyberweerbaarheid: Een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime’ af. Samen met onze consortiumpartners richtten de lectoraten zich in dit twee jaar durende project op de hoofdvraag ‘Met welke interventies kunnen ambtenaren openbare orde en veiligheid de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven binnen hun gemeente vergroten?’. Duidelijk was dat cybercriminaliteitlle doelgroepen in de samenleving een actuele en urgente dreiging vormt. Allereerst werden daarom door het consortium de doelgroepen en specifieke delicten geselecteerd waarop – op basis van literatuur en interviews met experts die met de doelgroepen werken – met voorrang moest worden geïnvesteerd op de cyberweerbaarheid. Dit heeft geresulteerd in de keuze voor drie doelgroepen: jongeren voor phishing, misbruik van seksueel beeldmateriaal en geldezelen; ouderen voor digitale oplichting (waaronder phishing) en mkb’ers voor phishing en ransomware. Voor elk van deze doelgroepen is verdiepend onderzoek naar de weerbaarheid tegen de geselecteerde delicten uitgevoerd op basis van representatief vragenlijstonderzoek en verdiepende interviews onder leden van de gekozen doelgroepen. Tevens is daarbij onderzocht wat de verklarende variabelen zijn voor zelfbeschermend gedrag. Aan de hand van deze brede kennisbasis zijn door de onderzoekers van de hogescholen, in nauwe samenwerking met de consortiumpartners uit de praktijk, vier interventies ontwikkeld en geëvalueerd: 1. ‘Doorsturen doe je niet!’ om jongeren weerbaarder te maken tegen misbruik van seksueel beeldmateriaal; 2. Instagram-campagne om jongeren weerbaarder te maken tegen geldezelen; 3. Laat je geen h@ck zetten! om ouderen weerbaarder te maken tegen digitale oplichting; 4. MKB Cyber Buddy’s om mkb’ers weerbaarder te maken tegen ransomware. De interventies ter preventie van slachtofferschap van phishing konden, met het oog op de beschikbare tijd en capaciteit, helaas niet binnen de spanne van dit project worden ontwikkeld. In overleg met het consortium is besloten deze vier interventies te ontwikkelen en na implementatie te evalueren. De interventies die ontwikkeld zijn binnen dit project onderscheiden zich van bestaande interventies omdat de door ons ontwikkelde interventies evidence-based zijn. Daarmee vormen deze interventies een belangrijke bouwsteen in de landelijke beweging naar een evidence-based aanpak van cyberweerbaarheid. Inmiddels zijn de samenwerkende lectoraten van dit project door de Citydeal Lokale Cyberweerbaarheid gevraagd om te helpen met het verder uitrollen van deze evidence-based aanpak door alle beschikbare interventies buiten dit project van een procesevaluatie en effectevaluatie te voorzien. Dit wordt opgepakt vanuit het consortium bij de recent toegekende SPRONG-subsidie, waarmee de samenwerkende lectoraten met hun praktijkpartners uit dit RAAK-publiek project een duurzame bijdrage blijven leveren aan het evidence-based werken aan de cyberweerbaarheid van de Ne - derlandse samenleving. Daarbij blijft de kracht van maatwerk risicocommunicatie binnen be - staande, lokale netwerken een cruciale pijler in de aanpak van het grenzeloze vraagstuk van cybercriminaliteit. Helaas is de noodzaak voor die aanpak groter en actueler dan ooit.
DOCUMENT
Background: Recently, research focus has shifted to the combination of all 24-h movement behaviors (physical activity, sedentary behavior and sleep) instead of each behavior separately. Yet, no reliable and valid proxy-report tools exist to assess all these behaviors in 0–4-year-old children. By involving end-users (parents) and key stakeholders (researchers, professionals working with young children), this mixed-methods study aimed to 1) develop a mobile application (app)-based proxy-report tool to assess 24-h movement behaviors in 0–4-year-olds, and 2) examine its content validity. Methods: First, we used concept mapping to identify activities 0–4-year-olds engage in. Parents (n = 58) and professionals working with young children (n = 21) generated a list of activities, sorted related activities, and rated the frequency children perform these activities. Second, using multidimensional scaling and cluster analysis, we created activity categories based on the sorted activities of the participants. Third, we developed the My Little Moves app in collaboration with a software developer. Finally, we examined the content validity of the app with parents (n = 14) and researchers (n = 6) using focus groups and individual interviews. Results: The app has a time-use format in which parents proxy-report the activities of their child, using eight activity categories: personal care, eating/drinking, active transport, passive transport, playing, screen use, sitting/lying calmly, and sleeping. Categories are clarified by providing examples of children’s activities. Additionally, 1–4 follow-up questions collect information on intensity (e.g., active or calm), posture, and/or context (e.g., location) of the activity. Parents and researchers considered filling in the app as feasible, taking 10–30 min per day. The activity categories were considered comprehensive, but alternative examples for several activity categories were suggested to increase the comprehensibility and relevance. Some follow-up questions were considered less relevant. These suggestions were adopted in the second version of the My Little Moves app. Conclusions: Involving end-users and key stakeholders in the development of the My Little Moves app resulted in a tailored tool to assess 24-h movement behaviors in 0–4-year-olds with adequate content validity. Future studies are needed to evaluate other measurement properties of the app.
MULTIFILE