Hoofdstuk in Preventieve mediation . Waar mensen met elkaar omgaan, spelen machtsverhoudingen een rol. Machtsrelaties zijn complex, juist omdat macht niet iets is wat je bezit maar ontstaat door en in interactie met anderen. In deze bijdrage behandelen we macht in het kader van arbeidsmediations en staan we stil bij - het al dan niet gebruik van - verschillende machtsbronnen. Dit is interessant aangezien in arbeidsmediations naast formele macht (hiërarchische positie) vaak ook informele macht (emotionele macht) een rol speelt. Theoretische concepten worden toegelicht aan de hand van een korte casus en enkele voorbeelden. Tot slot wordt er gezocht naar interventies die kunnen bijdragen tot het hanteren van machtsrelaties binnen mediation
Waar mensen met elkaar omgaan, spelen machtsverhoudingen een rol. Machtsrelaties zijn complex, juist omdat macht niet iets is wat je bezit maar ontstaat door en in interactie met anderen. In deze bijdrage behandelen we macht in het kader van arbeidsmediations en staan we stil bij - het al dan niet gebruik van - verschillende machtsbronnen. Dit is interessant aangezien in arbeidsmediations naast formele macht (hiërarchische positie) vaak ook informele macht (emotionele macht) een rol speelt. Theoretische concepten worden toegelicht aan de hand van een korte casus en enkele voorbeelden. Tot slot wordt er gezocht naar interventies die kunnen bijdragen tot het hanteren van machtsrelaties binnen mediation. Opgenomen in de bundel Reflectie op Mediation, Maklu Uitgevers
Crying by healthcare professionals in the medical setting is a common but understudied phenomenon. We aimed to develop a questionnaire which measures the attitudes of parent towards crying pediatricians and pediatric nurses. We assessed reliability and validity in a group of parents of children who are living with, have died from or survived a life-limiting or life-threatening-condition. The development of the PACPN was based on modification of an existing questionnaire and expert input. In a cross-sectional-design, we assessed reliability and validity for both pediatricians and pediatric nurses. Dimensionality was assessed using principal component analysis (PCA). Cronbach’s alphas were calculated for each subscale. For construct validity, participants were asked to rate an additional question regarding the goal to measure parents’ attitudes towards crying pediatricians/pediatric nurses. We hypothesized that a higher score would have a strong positive correlation with the total score of the PACPN. At the end of the questionnaire, participants were asked to rate and comment the completeness. The developed 25-item questionnaire was completed by 116 parents. The PCA revealed two dimensions: (1) family’s circumstances; (2) personal circumstances of the pediatrician/pediatric nurse. Internal consistency was good (pediatricians,.81–.93; pediatric nurses,.83–.93). The hypothesis regarding construct validity was confirmed (Spearman’s rho =.71–.75). The completeness score was 7.7 (min–max 1–10, SD = 1.51). Conclusion: The PACPN showed good internal consistency and some degree of construct validity. We assume that by adding some items with nuance to the situation and the degree of crying the completeness of the questionnaire will improve. (Table presented.)
De thematafel Landbouw, Water, Voedsel (LWV) is gebouwd op het sterke fundament van drie CoE’s (CoE Groen, Delta Platform en Centre of Expertise Watertechnologie (CEW)), de daaraan verbonden lectorenplatforms, SPRONG-groepen en netwerken. De thematafel heeft er sterk aan bijgedragen dat vanuit de eigen kracht en identiteit van de CoE’s een gezamenlijke, interdisciplinaire waarde propositie is ontwikkeld die intern en extern is gelanceerd. Als gevolg van klimaatverandering worden we geconfronteerd met steeds extremere weersomstandigheden. Dat vergt extra inzet op waterbeheer, maar oplossingen schuilen ook in een andere inrichting van ons land. In onze samenwerking met nationale en regionale partijen constateren wij dat er in toenemende mate behoefte is aan kennis omtrent de vraag: ‘Hoe komen we tot uitvoering’ Onze visie is dat hogescholen bij uitstek de partij zijn om verder te komen met deze ‘Hoe komen we tot uitvoering’-vraag en dat we vanuit de thematafel vanuit gezamenlijkheid nog meer impact kunnen maken. Wij geloven dat we vanuit de kracht van de samenwerking binnen de thematafel beter in staat zijn om ook andere disciplines en partijen buiten onze eigen scope aan te laten sluiten die een waardevolle bijdragen kunnen leveren aan de opgaven. Doelen: - Het intensiveren, verbreden en verdiepen van bij de thematafel betrokken partijen en zichtbaar maken van de rol van praktijkgericht onderzoek, om vandaaruit consortia te kunnen vormen met benodigde kennis om de ‘hoe komen we tot uitvoering’- vraag te kunnen beantwoorden. - Het incorporeren van relevante Europese ontwikkelingen en kaders in het onderzoek. - Het zijn van volwaardig en gelijkwaardig partner in programmaontwikkeling en -uitvoering met nationale en regionale partijen. - Vergroten van de herkenning, erkenning en waardering van praktijkgericht onderzoek door de ontwikkeling en inzet van communicatiemiddelen. - Het realiseren van een continue projectenstroom vanuit een structureel en duurzaam samenspel van hogescholen onderling en met het speelveld.