Het lectoraat Management van Cultuurverandering, een onderzoeksgroep van de Hogeschool van Amsterdam, legt zich onder andere toe op theorievorming rond organisatieculturen. Onderdeel daarvan is onderzoek doen naar mindsets. De fundamentele ideeën hierover kunnen ook voor andere doeleinden gebruikt worden. Daarom dit stuk, het is een uitkomst van een denkexperiment. Google investeert in de ontwikkeling van mensachtige robots, humanoids. Echt op mensen gelijkende machines die geschikt zijn functies te vervullen in ons sociale leven. Google heeft besloten meerdere bedrijven voor dit doel op te kopen en een onderzoeksgroep hiervoor op te richten. In deze tekst wordt uiteengezet hoe de mentale structuur van een humanoid eruit kan zien. Mindsets gebruikt in de theorievorming van het lectoraat kunnen misschien dienst doen als mentaal besturingssysteem van humanoid gedrag.
DOCUMENT
From the pubisher's website: This paper aims to chart the (moral) values from a robotic industry's perspective regarding the introduction of robots in education. To our knowledge, no studies thus far have addressed this perspective in considering the moral values within this robotic domain. However, their values could conflict with the values upheld by other relevant stakeholders, such as the values of teachers, parents or children. Hence, it is crucial to take the various perspectives of relevant stakeholder's moral values into account. For this study, multiple focus group sessions (n=3) were conducted in The Netherlands with representatives (n=13) of robotic companies on their views of robots in primary education. Their perceptions in terms of opportunities and concerns, were then linked to business values reported in the extant literature. Results show that out of 26 business values, mainly six business values appeared relevant for robot tutors: 1) profitability, 2) productivity, 3 & 4) innovation and creativity, 5) competitiveness, and 6) risk orientation organization. https://doi.org/10.1109/DEVLRN.2019.8850726
DOCUMENT
While social robots bring new opportunities for education, they also come with moral challenges. Therefore, there is a need for moral guidelines for the responsible implementation of these robots. When developing such guidelines, it is important to include different stakeholder perspectives. Existing (qualitative) studies regarding these perspectives however mainly focus on single stakeholders. In this exploratory study, we examine and compare the attitudes of multiple stakeholders on the use of social robots in primary education, using a novel questionnaire that covers various aspects of moral issues mentioned in earlier studies. Furthermore, we also group the stakeholders based on similarities in attitudes and examine which socio-demographic characteristics influence these attitude types. Based on the results, we identify five distinct attitude profiles and show that the probability of belonging to a specific profile is affected by such characteristics as stakeholder type, age, education and income. Our results also indicate that social robots have the potential to be implemented in education in a morally responsible way that takes into account the attitudes of various stakeholders, although there are multiple moral issues that need to be addressed first. Finally, we present seven (practical) implications for a responsible application of social robots in education following from our results. These implications provide valuable insights into how social robots should be implemented
MULTIFILE
In dit projectvoorstel richten wij ons op de mogelijkheden om humanoïde robots meer interacties met klanten aan te laten gaan. Een groeiend aantal dienstverlenende organisaties zet humanoïde robots in voor klantontvangst. Ontwikkelingen op het gebied van speech- en voicetechnologie, sensorische technologie, en machine learning hebben er voor gezorgd dat klanten deze vorm van dienstverlening waarderen. Tegelijkertijd blijkt dat veel klanten nog drempelvrees hebben om de interactie met een robot aan te gaan. Hierdoor wordt de potentie van humanoïde robots om een belangrijke rol in de dienstverlening te spelen onderbenut. Zowel voor leveranciers van robottoepassingen als voor organisaties die robots voor klantontvangst inzetten, is dit een gemiste kans. De grote vraag is hoe humanoïde robots meer interactie met klanten tot stand kunnen brengen? Het mkb technologiebedrijf Welbo en de dienstverlenende organisaties gemeente Woerden, Cupola XS, en The Next Web hebben de HvA verzocht om nieuwe toegepaste kennis te ontwikkelen over strategieën die robots kunnen inzetten om meer interacties met klanten te initiëren. Dit project geeft opvolging aan dit verzoek door een antwoord te geven op de volgende centrale onderzoeksvraag: Wat is de invloed van de vier openingsstrategieën aankijken, beweging, taalgebruik, en voortbeweging op het initiëren van robot-klant interacties in de praktijk, en hoe kunnen combinaties van deze strategieën het beste worden verwerkt tot richtlijnen voor een script om meer robot-klantinteracties met verschillende typen klanten tot stand te brengen? De Hogeschool van Amsterdam wil deze vraag samen met de consortiumpartners beantwoorden door een reeks van veldonderzoeken te doen. Het project maakt deel uit van een langdurig onderzoeksprogramma naar service robotica. Het project kent de volgende deliverables: twee vakpublicaties, academisch conference paper, richtlijnen voor een script om meer robot-klant interacties tot stand te brengen, eindpresentatie aan geïnteresseerde organisaties en studenten, en een RAAK-PRO vooraanvraag.
Dit projectvoorstel richt zich op de mogelijkheden om met humanoïde service robots klanten in winkels op persoonlijk wijze te bedienen. De twee mkb-retailers Modehuis Blok en Berden Mode & Wonen hebben bij ons de vraag neergelegd of wij willen uitzoeken hoe service robots zouden kunnen worden ingezet om gepersonaliseerde service robot-klant interacties mogelijk te maken. Dankzij hun kunstmatige intelligentie hebben service robots de potentie om op autonome wijze met klanten te interacteren, data te verzamelen en te analyseren, te leren, en zich aan te passen. Dit biedt nieuwe kansen om persoonlijk met klanten om te gaan en om service business modellen te innoveren. Toegepaste kennis op dit gebied ontbreekt echter vooralsnog. Dit project zorgt op dit gebied voor een bijdrage door een antwoord te geven op de volgende centrale onderzoeksvraag: Welke klanten maken met wat voor beweegredenen gebruik van een service robot in de winkel die ze persoonlijk bedient, wat zijn de vereisten om dergelijke service robot-klant interacties mogelijk te maken, en hoe vertalen de klantbehoeften en vereisten zich in richtlijnen voor een ontwerp van gepersonaliseerde service robot-klant interacties? Het Centre for Market Insights van de Hogeschool van Amsterdam, de Social AI Group van de Vrije Universiteit Amsterdam, en TMO Fashion Business School willen deze vraag samen met de twee retailers beantwoorden. Daartoe zetten zij een combinatie van scenario onderzoek, personas onderzoek, mock-up onderzoek, en een Restricted Wizzard-of-Oz studie in. De opgedane kennis is van waarde voor de retail en fungeert voor het consortium tegelijkertijd als een eerste stap van een langdurig onderzoeksprogramma. Het project leidt tot de volgende uitkomsten: richtlijnen voor het ontwerp van gepersonaliseerde service robot-klant interacties, twee vakpublicaties, een methodieksectie van een academische publicatie, eindpresentatie aan modewinkeliers en studenten, en een eerste opzet voor een RAAK-mkb aanvraag.