Vocational education and training (VET) plays a central role in preparing young people for work, developing adequate skills and responding to the labour-market needs of the economy. The transition learners are required to make from education to the workplace is a complex, and often problematic, process (Tynjälä, Välimaa, & Sarja, 2003). Studies show a gap between what is learned and what is required of competent professionals in an ever more complex world (Baartman & De Bruijn, 2011). The integration of students? learning experiences across academic and practice settings is currently of considerable interest within the educational sectors in a number of countries (Billett, 2011), among which the Netherlands. The last decade Dutch VET institutes haven been experimenting to design learning environments that cross the traditional school boundaries into working life. Zitter (2010) introduced the term hybrid learning environments . "A learning environment can be considered as a hybrid learning environment? When different formal and informal elements are woven together into coherent programmes of learning and into single learning environments, rather than a programme that combines different components with the aim of offering a more enticing menu of learning for the students" (Zitter & Hoeve, 2012 in OECD, 2013, pp. 138).
This is the last of a series of posts that belong to a research aimed at automated production of an audiobook within the Hybrid Publishing Work!ow.
Over the past two months, the Going Hybrid Publishing group has convened for two days of design sprints. The discussions we had during these sprints were informed by our previous state-of-the-art analysis and survey of relevant tools and practices. This blog post is a recap of two design sprint days, sharing both process and outcomes.
LINK
Als gevolg van de energietransitie wordt het steeds moeilijker om energieaanbod en -vraag op elkaar af te stemmen en ontstaan problemen op het elektriciteitsnet. Energieopslag biedt een oplossing: duurzame energie wordt opgeslagen op momenten dat er aanbod en weinig energievraag is en beschikbaar gesteld wanneer er weinig aanbod en veel vraag is. Lokale opslag biedt een kans om lokale uitval van het elektriciteitsnet te voorkomen en geeft meerwaarde aan duurzame energie. Opslag in waterstof is uitermate geschikt voor zowel toepassingen op MW-schaal (windparken), voor seizoensopslag en voor toepassingen waar distributie relevant is. De wens van bedrijventerreinen om te verduurzamen biedt een kans om gericht aan oplossingen voor lokale energieopslag in waterstof en bijbehorende toepassingen te werken. In dit project werkt de HAN samen met MKB-bedrijven, Saxion, TU Delft, lokale overheden en een aantal overige partners aan het ontwikkelen en optimaliseren van een energieopslagsysteem gebaseerd op waterstof en bijbehorende waterstoftoepassingen op en voor bedrijventerrein IPKW in Arnhem. Beschikbare windenergie van in aanbouw zijnde turbines langs de Rijn bij IPKW vormen de aanleiding voor het ontwerpen, modelleren, construeren en testen van een (geschaald) energieopslagsysteem gebaseerd op de productie, en opslag van waterstof. Specifieke toepassingen op het industriepark worden geïnventariseerd, en waar mogelijk gerealiseerd en gemonitord, voor met name lokaal bedrijfstransport en elektriciteitslevering. Scenario’s voor ontwikkeling en toepassing van de technologie ontwikkeld en haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Kennis en expertise worden ontwikkeld om het proces van optimale implementatie van waterstof voor energieopslag in een energieketen met specifieke toepassingen op een bedrijventerrein te ondersteunen. Met dit project bouwen wij voort op de vele eerdere waterstofprojecten die bij de HAN zijn uitgevoerd en maken we gebruik van ons recent gerealiseerde shared facility HAN Waterstoflab op IPKW.
In het beroepsonderwijs leren studenten op school en in de beroepspraktijk. Leeromgevingen op de grens van school en werk helpen studenten om beide contexten met elkaar te verbinden. Hoe kunnen we deze leeromgevingen typeren en hoe kunnen we verschillende types vormgeven?Doel We willen met dit onderzoek inzicht krijgen in de verschillende leeromgevingen op de grens van school en beroepspraktijk en hoe ze worden vormgegeven. Hiermee kunnen we het bestaande onderwijs beter verklaren en vergelijkbare vormen ontwikkelen en onderzoeken. We richten ons op: Kenmerken van leeromgevingen op de grens van school en beroepspraktijk. Beschrijvingen van onderwijsvormen (mbo/hbo). Een typologie waarmee leeromgevingen kunnen worden ingedeeld Handvatten voor het ontwerpen van leeromgevingen in nauwe samenwerking tussen onderwijs en beroepspraktijk. Resultaten Wetenschappelijke opbrengsten Presentaties op de Onderwijs Research Dagen (ORD) en op internationale wetenschappelijke conferenties. Vier wetenschappelijke artikelen in internationale tijdschriften. Proefschrift met titel 'Ontwerpen van leeromgevingen op de grens van school en werk' (verdediging 18 juni 2021). Praktijkgerichte opbrengsten Workshops en presentaties over het analyseren en (her)ontwerpen van leeromgevingen op de grens van school en beroepspraktijk. Een ontwerpraamwerk voor het ontwerpen van leeromgevingen in nauwe samenspraak tussen samenwerkingspartners. Een format voor het systematisch beschrijven van leeromgevingen in het beroepsonderwijs. Looptijd 15 december 2015 - 31 augustus 2022 Aanpak Dit project omvat onder meer een promotieonderzoek, dat werd uitgevoerd door Erica Bouw. Dit promotieonderzoek betrof een samenwerking tussen de OU en het lectoraat Beroepsonderwijs. De promotor vanuit de OU was prof. dr. Elly de Bruijn (tevens lector Beroepsonderwijs), en de co-promotor vanuit het lectoraat Beroepsonderwijs was dr. Ilya Zitter (lector Leeromgevingen in het beroepsonderwijs). Op 18 juni 2021 vond de proefschriftverdediging plaats. Het promotieonderzoek bestond uit vier deelstudies: Een systematisch literatuuronderzoek. Een casestudie met cases in het mbo en het hbo. Focusgroepen met experts in het mbo en hbo. Diepte-interviews met experts uit het bedrijfsleven. De uitkomsten van het promotieonderzoek worden toegepast bij het realiseren van leeromgevingen waarin onderwijs en bedrijfsleven nauw met elkaar samenwerken en van elkaar kunnen leren, zoals bij het project ‘Hybride lerend systeem water’ en het HU programma Gezond & Wel. Ook wordt de ontwerpkennis toegepast bij onderzoeken in het mbo, zoals bij het onderzoek naar leeromgevingen in regio Rijnland in samenwerking met practoraat Research Lab van mboRijnland. Voortzetting van het project na afronding het promotieonderzoek wordt beoogd via een postdoc voucher.
Dit lectorenplatform richt zich op vakoverstijgend onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie: ArtsSciences onderwijs. Het doel van het platform is dat leerlingen en studenten vanuit verschillende kennisdomeinen gestimuleerd worden om samen op zoek te gaan naar nieuwe manieren van leren en het oplossen van problemen. Om dit doel te bereiken zet het platform in op het actualiseren van leerinhouden van kunst- en bètavakken en hoe ze elkaar in onderlinge interactie kunnen versterken: van funderend tot beroepsonderwijs. Met de platformregeling II wil het platform (1) het bestaande netwerk uitbreiden om meer kritische massa te genereren voor het opzetten van activiteiten en het doen van onderzoeksaanvragen en (2) de onderzoeksagenda doorontwikkelen, om nader aan te sluiten bij de strategische onderzoeksagenda voor het HBO (met name via de NWA) en om de brede implementatie van Arts Sciences onderwijs voor te bereiden. Het platform initieert onderzoek en activiteiten, zoals de participatie in- en initiëren van- interdisciplinaire onderzoeksinitiatieven, het ontwikkelen van voorbeelden voor de ArtsSciences lespraktijk, het adviseren bij de ontwikkeling van een blauwdruk voor een ArtsSciences minor en de organisatie van (inter)nationale ArtsSciences bijeenkomsten/symposia.