Eind maart 2019 lanceerden de beroepsvereniging van mbo-docenten BVMBO en het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren van de MBO-Raad gezamenlijk een beroepsbeeld voor de mbo-docent. Het beroepsbeeld laat de verschillende facetten van het beroep zien en de ontwikkelmogelijkheden die daarbinnen te onderscheiden zijn. Het is et beschouwen als een landkaart die handvatten biedt voor loopbaanontwikkeling, loopbaankeuzes en loopbaanbeleid. Voortbouwend op het Beroepsbeeld van de leraar worden in het beroepsbeeld van de docent mbo vier domeinen onderscheiden: het verzorgen van onderwijs voor studenten, het vernieuwing van het beroepsonderwijs, het organiseren van onderwijs, en het leren met en van collega’s. Op elk van die domeinen kunnen leraren zich ontwikkelen van starter tot expert. Dit beroepsbeeld past beter bij de taal en realiteit van het mbo en geeft docenten en leidinggevenden een handvat om het gesprek aan te gaan over professionele ontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Dat maakt het voor docenten mogelijk om gedurende langere tijd met passie hun docentschap te kunnen blijven uitoefenen. HvA-lector Marco Snoek heeft de ontwikkeling van dit beroepsbeeld begeleid.
‘De docent in het beroepsonderwijs opent de deuren naar de kennis, zienswijzen, vaardigheid, opvattingen en houdingen die horen bij de toekomstige beroepspraktijk van de student en draagt zorg voor de verwerving van een startpositie daarbinnen. Dat vraagt van docenten om de kleur en geur van een sector of functiedomein te verweven in het eigen zijn, denken en doen’(de Bruijn, 2009, pagina 40, op citaat).
Beroepsloopbanen van mensen zijn aan het veranderen: 40 jaar werken in dezelfde functie of voor dezelfde werkgever is niet meer van deze tijd (Semeijn, 2017; Sullivan & Baruch, 2009). In onze huidige maatschappij is persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling steeds belangrijker aan het worden en willen mensen graag een baan die uitdagend is en past bij hun talenten. Het veranderen van baan of werkgever biedt vaak de mogelijkheden om tegemoet te komen aan die behoeften. De verwachting is dat werkenden in de nabije toekomst vaker van baan, functie of zelfs beroep zullen veranderen en dat het ook vaker zal voorkomen dat mensen in meerdere gebieden tegelijkertijd werkzaam zijn en bijvoorbeeld twee functies combineren (Semeijn, 2017). Kortom, loopbanen nemen steeds meer ‘hybride’ vormen aan (Sullivan & Baruch, 2009).
Nederland streeft naar een verduurzaming van het energiesysteem. In 2020 moet 14% van onze energie duurzaam opgewekt zijn, waarbij de zon, naast wind, als belangrijkste duurzame energiebron gezien wordt. Systemen voor geconcentreerde zonne-energie kunnen worden ingezet voor het opwekken van elektrische en/of thermische energie. Grootschalige systemen (multi-MW) met spiegels worden reeds toegepast in zonnevelden. Het HAN Lectoraat Duurzame Energie werkt al enige jaren aan innovatieve systemen met lenzen waarbij naast het concentreren van direct licht het overblijvende diffuse licht beschikbaar is voor verlichting van de onderliggende ruimte. We willen de in eerdere projecten opgedane kennis en ervaring nu inzetten in een nieuw project, waarin we streven van prototype naar toepassing te komen. De bedrijven zijn benaderd over de nog openstaande vragen. Hieruit is een nieuwe onderzoeksvraag gevormd: Hoe kan voor systemen van geconcentreerde zonne-energie voor toepassingen in glastuinbouw en gebouwde omgevingen voor de productie van zowel elektriciteit als warmte, de energie-opbrengst verhoogd worden door een optimaler gebruik van de lichtinval en met een compacter en duurzamer systeem? In dit project, CONSOLE (acroniem voor CONcentrated SOLar Energy), gaan we werken aan het optimaliseren van de bestaande systemen en het ontwerpen van verbeterde (hybride) systemen voor het opwekken van warmte en elektriciteit in kassen en gebouwde omgeving. We gebruiken hiervoor zowel modellering als meten en testen en komen vanuit een inventarisatie tot een pakket van eisen wat uiteindelijk tot verbeterde prototypes leidt die geschikt zijn voor commerciële toepassing. We doen dit vanuit een nauwe samenwerking met 12 MKB’s, een branche-organisatie en een Centre of Expertise. Daarnaast is er een directe koppeling met het onderwijs, door de betrokkenheid van docent-onderzoekers en studenten in semesterprojecten, stages en afstudeerprojecten.
In Brainportregio Eindhoven worden de komende jaren meer dan 70.000 extra arbeidsplaatsen verwacht, waarvan een groot deel in de techniek. Hiervoor zullen fors meer mensen moeten worden opgeleid volgens de laatste inzichten uit de praktijk. Dit kan echter alleen met voldoende docenten die over deze praktijkervaring beschikken. Hybride professionals worden in verschillende strategische agenda’s aangedragen als mogelijke oplossing voor dit vraagstuk. Hybride professionals combineren hun huidige baan binnen een organisatie met werken in het onderwijs. Zij blijven daarmee voor een groot deel verbonden aan hun huidige werkgever en kunnen een belangrijke brug vormen tussen onderwijs en werkveld. In eerdere onderzoeksprojecten is inzicht verkregen in succesfactoren en knelpunten om als professional of werkgever te starten met het hybride docentschap. Er is echter nog weinig inzicht in hoe je het hybride docentschap duurzaam kunt bestendigen in de loopbanen van professionals, in de betrokken (onderwijs)organisaties en in de regio. De doelstelling van dit Professional Doctorate traject is om interventies te ontwikkelen, testen en implementeren zodat hybride professionals: 1) Gelukkig, gezond en productief banen kunnen blijven combineren 2) Ingebed zijn in de structuur en cultuur van (onderwijs)organisaties en bijdragen aan de (strategische) doelstellingen. 3) Bijdragen aan de sterkere verbindingen tussen (onderwijs)organisaties in de regio Om deze doelen te bereiken worden leergemeenschappen opgericht met hybride professionals leidingevenden, HRM’ers en HRD’ers binnen en buiten het onderwijs. Samen met hen wordt bepaald welke interventies worden ontwikkeld en waaraan deze moeten voldoen. Deze interventies worden vervolgens geïmplementeerd in de onderwijsinstellingen en bedrijven. De impact die hiermee wordt beoogd is dat hybride professionals van duurzame meerwaarde zijn voor de Brainportregio door bij te dragen aan een nauwe aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Daarnaast kan het flexibel inzetten van personeel in organisaties binnen en/of buiten het onderwijs de druk op de arbeidsmarkttekorten verlichten.
In De Haagse Hogeschool werken de lectoraten vanuit faculteiten, dicht bij het onderwijs, nauw samen in zeven kenniscentra. Deze kenniscentra zijn de verbinding tussen de regio, met zijn actuele thema’s (vaak gelinkt aan het missiegedreven innovatiebeleid van de overheid) en het onderwijs en onderzoek van de Haagse Hogeschool. De zeven kenniscentra van De Haagse Hogeschool zijn: Cybersecurity, Digital Operations & Finance, Global & Inclusive Learning, Global Governance, Health Innovation, Governance of Urban Transitions & Mission Zero. Deze kenniscentra zijn in opstartende fase en worden ondersteund door centrale diensten. De Haagse Hogeschool kiest voor versterking van de onderzoeksinfrastructuur die centraal staat in de kenniscentra: ‘de Haagse Labs’. Praktijkgericht onderzoek vindt in deze omgevingen plaats als een vervlechting van onderwijs (studenten en docenten), onderzoek, het werkveld en maatschappelijke partners. Sommige labs hebben een tijdelijk karakter, andere, zoals de hogeschool zelf, zijn continu een omgeving waarbinnen onderzoek gedaan wordt. De Haagse Labs zijn bij uitstek de plek waarin nauw samengewerkt wordt met andere hogescholen of kennisinstellingen (veelal zijn ze ontstaan uit een samenwerking zoals The Green Village, of het Basalt SmartLab). De keuze voor de Haagse Labs geeft verdieping aan regionale samenwerkingen en bijbehorende speerpunten. De huidige, meer informele inrichting, kan met behulp van Impuls 2020, verder structuur krijgen, leiden tot een betere kennisdeling tussen de kenniscentra heen en de regionale netwerkvorming versterken. Naast het formaliseren van ‘de Haagse Labs’ zetten we in op zichtbaarheid van de Hogeschool in de regio door te investeren in communicatie (denk bijvoorbeeld aan het opzetten van podcasts, en digitale middelen in Corona-tijd). Die profilering van ons onderzoek wordt verder ondersteunt door een traject rond visievorming en strategische positionering. De kenniscentra zullen begeleid worden om einde 2021 een visie te ontwikkelen met bijbehorende acties om de rol van de hogeschool in de regio te versterken.