De HBO-i-domeinbeschrijving dient als functioneel kwalificatiekader voor hogescholen, gericht op de startbekwaamheid van ICT-professionals van de toekomst. In vrijwel elk facet van het maatschappelijke, zakelijke, sociale en persoonlijke leven speelt ICT een grote rol. ICT is niet alleen zelf een belangrijke sector van economische bedrijvigheid, het is ook een onmisbare motor voor innovatie in alle kennisintensieve domeinen in onze samenleving. Nederland heeft grote behoefte aan kwalitatief goed opgeleide ICT’ers. Het ICT-domein verbreedt en verdiept zich. Behalve dat de vraag naar ICT'ers toeneemt, neemt ook de specialisatie naar ICT-subdomeinen toe. Om in te kunnen spelen op nieuwe toepassingen, arbeidsmarktvragen, wensen en innovaties is regelmatige actualisering van de HBO-i-domeinbeschrijving noodzakelijk. Naast de ontwikkelingen in het ICT-domein, ontwikkelt ook het onderwijsveld zich. Zo is er in toenemende mate aandacht voor Associate Degree en Professional Master programma's en leidt focus op de match tussen werkveld en opleidingsdoelen tot extra aandacht voor professional skills.
DOCUMENT
Herontwerp moet leiden tot een breder en meer gevarieerd ict-aanbod, waarin niet meer alleen monodisciplinaire opleidingen zitten, maar ook opleidingen met elementen van andere disciplines erin, nieuwe, aantrekkelijke afstudeervarianten of geheel nieuwe opleidingen. Zo zijn er opleidingen ontstaan op het snijvlak van ict en een andere discipline zoals gezondheidszorg, kunst en communicatie. Dergelijke snijvlakopleidingen blijken aantrekkelijk voor een grotere groep meisjes en jongens. Een voorbeeld is de opleiding Communicatie en Multimedia Design (CMD), die zich bevindt op het snijvlak van ict, communicatie en design. De CMD-opleidingen trekken vanaf de start in 2001 een hoger percentage vrouwelijke studenten dan vele andere hbo ict-opleidingen. Ook jongens die anders niet voor een ict-opleiding gekozen zouden hebben, kiezen voor CMD. Ondanks de positieve geluiden laten de instroomcijfers zien dat zowel voor de CMD-opleidingen als voor HT het lastig is om meer dan 20% meisjes te werven. Nader onderzoek is nodig om te achterhalen hoe dit percentage verhoogd kan worden. Desondanks blijft de instroom van CMD hoger dan van de traditionele ict-opleidingen. Dat is reden genoeg om deze ict-variant nader te beschouwen. Dit document beschrijft achtereenvolgens de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het (hoger) onderwijs die de ict-variant CMD positioneren en rechtvaardigen. Hierna volgt een praktijkvoorbeeld van de ontwikkeling van een dergelijke snijvlakopleiding: de opleiding ICT Media Design bij Fontys Hogescholen in Eindhoven. Deze casus kan als voorbeeld dienen voor andere hogescholen die overwegen een ict-snijvlakopleiding te ontwerpen en in te voeren.
DOCUMENT
De invoering van de bachelor-masterstructuur was aanleiding voor de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland, om de oude opleidings- en beroepsprofielen (2000) aan te passen aan de nieuwe ontwikkelingen in het Europese hoger onderwijs. In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven heeft de HBO-I stichting vijftien bouwstenen voor competenties geformuleerd. Deze vormen de basis van de competenties die een pas afgestudeerde Bachelor of ICT, ook in internationaal perspectief, dient te bezitten. Competenties krijgen betekenis in een context. Daarom staat in het profiel een aantal karakteristieke in rekle beroepssituaties beschreven waar een pas afgestudeerde Bachelor of ICT daadwerkelijk in de praktijk mee te maken kan krijgen. De context waarin een Bachelor of ICT fungeert, bepaalt het individuele competentieprofiel. De context bepaalt tevens het niveau waarop de afgestudeerde Bachelor of ICT over de specifieke beroepscompetenties dient te beschikken. Het ict-domein is zeer breed. De nieuwe profielbeschrijving biedt ruimte aan hogescholen om specifieke invulling te geven aan hun onderwijsprogramma s die studenten opleiden tot Bachelor of ICT. Bij het (her)ontwerpen van deze onderwijsprogramma s kunnen de bouwstenen voor competenties uitstekend dienst doen. Het is aan de instelling om een specifieke invulling te geven aan een opleidingsprogramma dat de beschreven bouwstenen voor competenties omvat. Het profiel is ook een referentiekader voor de arbeidsmarkt om zicht te krijgen op wat iemand met die graad in huis heeft. En het is tevens een referentiekader voor aankomende studenten, schooldecanen en beroeps- en studiekeuzeadviseurs om gevoel te krijgen voor het werkveld van ict ers en voor de onderwijswegen daar naartoe. Binnen het nieuwe profiel van de Bachelor of ICT blijven bestaande ict-opleidingen als beroepsprofielen herkenbaar. Ook andere opleidingen leiden op tot Bachelor of ICT. Naast de bekende profielen kunnen in de toekomst andere opleidingsvarianten ontstaan. Voor al deze varianten, bestaand of toekomstig, vervullen de bouwstenen voor competenties de rol van een generieke profielbeschrijving. De opzet van het competentieprofiel is zodanig dat er uitdrukkelijk ruimte is voor opleidingen in individuele studenten om een breder opleidingsprofiel te kiezen. Daarmee is de nieuwe profielbeschrijving voorbereid op het ontstaan van een zogenaamde brede bachelor of ICT.
DOCUMENT
De markt voor gezondheids-apps en ‘wearable’ gezondheidsmeters is enorm in opkomst en brengt veel beloften met zich mee om mensen in beweging te krijgen en gezonde keuzes te laten maken. De meeste van deze toepassingen zijn echter niet gebaseerd op wetenschappelijke methoden over gedragsverandering. Meer inzicht is nodig in de intrinsieke motieven van mensen om deze ICT-technieken al dan niet te gebruiken en effectiever te maken bij het gezond houden van mensen. In deze context wil een samenwerkingsverband van Selfcare BV, een technostarter die een digitaal platform heeft gebouwd waar persoonlijke gezondheidsdata van wearables worden gekoppeld, Fit!vak, de branchevereniging van erkende sport- en bewegingscentra, en het lectoraat Leven Lang in Beweging van Avans Hogeschool, een KIEM project uitvoeren met als centrale onderzoeksvraag hoe gebruikers het gebruik van wearables in combinatie met een digitaal dataplatform ervaren. Het project draagt bij aan de realisatie van het CLICK KIA cross-over programma Create Health. Een onderzoeksteam van Avans Hogeschool volgt gedurende een jaar ca. 60 medewerkers van Avans Hogeschool die een Fitbit sporthorloge in combinatie met het Selfcare dataplatform gebruiken. De uitkomsten van dit verkennend onderzoek zullen worden gebruikt om (voorlopige) aanbevelingen te doen aan de betrokken mkb’ers en een gezamenlijk voorstel voor vervolgonderzoek op te stellen.
Voetbal Technische Ondersteuning Nederland (VTON) is een grote speler in de creatieve industrie op het terrein van sport en bewegen. Dit bedrijf heeft een veelgebruikte app voor jeugdvoetbaltrainers ontwikkeld. Als vervolg daarop wil VTON nu een app voor sportprofessionals zoals clubkadercoaches en sportpedagogen, gaan realiseren. De app moet sportprofessionals in staat stellen om trainers en coaches van sportverenigingen te ondersteunen wanneer deze ‘op het veld’ te maken krijgen met kinderen die moeilijk verstaanbaar gedrag vertonen ten gevolge van milde psychosociale problemen. Aan zo’n app bestaat grote behoefte bij sportprofessionals. Het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn (BGW) van Hogeschool Windesheim bezit de kennis en ervaring die nodig zijn voor praktijkonderzoek gericht op het ontwikkelen van een app voor professionals in de beweeg- en sportsector. Ook beschikt het lectoraat over een uitgebreid netwerk van relevante organisaties. Dat netwerk bestaat – naast VTON – onder meer uit Sportservice Zwolle, multidisciplinaire praktijk Intraverte en Faculteit Techniek van Hogeschool Windesheim. Het onderzoeksproject dat het lectoraat BWG voor ogen staat, heeft als vraagstelling: Hoe ziet een prototype van een app eruit waarmee sportprofessionals zoals clubkadercoaches en sportpedagogen, moeilijk verstaanbaar gedrag van kinderen met milde psychosociale problemen zodanig kunnen ‘lezen’ dat zij trainers en coaches van sportverenigingen kunnen adviseren over een passende begeleidingsaanpak? Deze onderzoeksvraag zal in samenwerking met zowel bestaande als nieuwe netwerkpartners worden beantwoord. Doelstelling is om – tezamen met partners uit de creatieve industrie, beweeg- en sportsector en ICT-branche – praktijkonderzoek te doen voor het ontwikkelen van innovatieve technologie waardoor kinderen duurzaam en met plezier kunnen blijven sporten. Het project resulteert in een prototype van een app waarvan sportprofessionals gebruik kunnen maken om trainers en coaches van sportverenigingen zodanig te ondersteunen dat deze tijdens trainingen en wedstrijden beter kunnen inspelen op kinderen die nu door hun gedrag minder goed kunnen meedoen.
The composition of diets and supplements given to bovine cattle are constantly evolving. These changes are driven by the social call for a more sustainable beef and dairy production, interests to influence the nutritional value of bovine products for human consumption, and to increase animal health. These adaptations can introduce (new) compounds in the beef and milk supply chain. Currently, the golden standard to study transfer of compounds from feed or veterinary medicine to cows and consequences for human health is performing animal studies, which are time consuming, costly and thus limited. Although animal studies are increasingly debated for ethical reasons, cows are still in the top 10 list of most used animals for animal experiments in Europe. There is, however, no widely applicable alternative modelling tool available to rapidly predict transfer of compounds, apart from individual components like cattle kinetic models and simple in vitro kinetic assays. Therefore, this project aims to develop a first-of-a-kind generic bovine kinetic modelling platform that predicts the transfer of compounds from medicine/supplements and feed to bovine tissues. This will provide new tools for the efficacy and safety evaluation of veterinary medicine and feed and facilitates a rapid evaluation of human health effects of bovine origin food products, thereby contributing to an increased safety in the cattle production chain and supporting product innovations, all without animal testing. This will be accomplished by integrating existing in silico and in vitro techniques into a generic bovine modelling platform and further developing state-of-the-art in vitro bovine organoid cell culturing systems. The platform can be used world-wide by stakeholders involved in the cattle industry (feed-/veterinary medicine industry, regulators, risk assessors). The project partners involve a strong combination of academia, knowledge institutes, small and medium enterprises, industry, branche-organisations and Proefdiervrij, all driven by their pursuit for animal free innovations.