In this chapter we discuss the implications of our research in the wider context of current models of brain function, endeavoring to understand the consequences of score-dependence and improvisation in terms of the ‘predicting brain’, the dual-stream model of perception and action, the procedural-declarative model of learning and memory, ideomotor learning and sensorimotor mapping, and the implicit acquisition of hierarchical music syntax.
DOCUMENT
Het lectoraat eLearning doet onderzoek naar eLearning en Blended Learning, waarbij de verbindende schakel tussen alle onderzoeken Learning and Teaching with ICT is. Het onderzoek levert kennis op over de effectiviteit van ICT in specifieke contexten, waarbij wordt gekeken naar de veranderende rol van de docent die daarvan het gevolg zijn en naar de perceptie van de leeromgeving door de student. Binnen het onderwijs van INHOLLAND is ruim aandacht voor het inzetten van Blended Learning als leidend principe voor de onderwijsuitvoering, zoals ook blijkt uit het hernieuwde onderwijsconcept, zoals geformuleerd in Backbone 2.0.
DOCUMENT
In dit onderzoek in het kader van de kenniskring ‘Surfen naar Zin’ van het lectoraat Praktische Theologie van de Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing in samenwerking met de Fontys Pabo’s is een verkenning verricht naar doeloriëntaties van Pabo-studenten. De ‘jeugd van tegenwoordig’ waar Pabo-studenten nog recentelijk deel van uitmaakten heeft een andere oriëntatie op religie en levensbeschouwelijkheid dan zo’n dertig jaar geleden. Op basis van de theoretische concepten over religieus leren van Grimmitt is onderzocht welke doelen studenten voor zichzelf en het levensbeschouwelijke onderwijs hanteren. Immers oriëntaties van studenten zijn beïnvloedend voor de wijze waarop ze levensbeschouwing aan basisschoolkinderen onderwijzen. Inzicht in de voorkeursdoeloriëntatie zou kunnen leiden tot verhoging van de expertise en innovatie van het huidige Pabo curriculum op dit gebied. De volgende indeling van doeloriëntaties is gehanteerd: het monoreligieuze model - learning in religion - , het multireligieuze model - learning about religion - en het interreligieuze model - learning from religion -. Met behulp van een schriftelijke vragenlijst zijn 120 studenten bevraagd op hun oriëntaties. Het blijkt dat de onderzoeksgroep een voorkeur heeft voor het model van ‘learning about religion’ In hoeverre dit beïnvloed wordt door persoonskenmerken, culturele diversiteit, relaties tussen religies, vindplaatsen, perspectieven en alternatieven in religieus beleven is niet significant gebleken. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt gepleit voor een aanpassing van het curriculum van de Pabo in de richting van het ‘learning about religion’ model en voor verder onderzoek naar de doeloriëntatie van leerkrachten, ouders en kinderen in de basisschool.
DOCUMENT
De maatschappij verandert razendsnel en vraagt een meer ondernemende en nieuwsgierige houding van studenten en professionals. Kennis en vaardigheden die hiervoor essentieel zijn noemen we binnen Fontys TEC: Technology, Entrepreneurship en Creativity. Wie over TEC-skills beschikt, begrijpt hoe technologie vraagstukken kan oplossen, durft te ondernemen en zoekt naar creatieve oplossingen en samenwerkingen. Onze studenten, afgestudeerden, docenten en onderzoekers leveren zo een proactieve bijdrage aan een duurzame en inclusieve samenleving. Jonge mensen opleiden tot TEC-professionals, dat zien we binnen Fontys als onze hoofdtaak. Deze vaardigheden worden zowel in het onderwijs als in het praktijkgerichte onderzoek aangeleerd en gestimuleerd. De komende jaren bepaalt het thema TEC for Society grotendeels de koers van het onderwijs binnen Fontys. Met vijf inhoudelijke onderzoeksthema’s zet Fontys in op de ontwikkeling naar een kennisintensieve netwerkorganisatie die verbonden is met vraagstukken in de samenleving en het bedrijfsleven. Deze thema’s zijn: • High Tech Systems and Materials • Health • Learning Society • Smart Society • Creative Economy Het thema Learning Society wil een bijdrage leveren aan het leven lang leren en het ontwikkelen van de wenbaarheid en weerbaarheid van de inwoners in onze regio. Binnen dit onderzoeksthema wordt door lectoren uit verschillende domeinen samengewerkt en onderzoek verricht. Dit literatuuronderzoek was een van de startactiviteiten binnen het thema Learning Society. We wilden vanuit verschillende disciplines een beeld krijgen van wat al bekend is over future skills, innovatieve leer- en werkomgevingen en de vragen die daarbij spelen. In deze rapportage delen we onze eerste inzichten.
DOCUMENT
DOCUMENT
Tom van Weert argues that economic, societal and cultural developments in indus-trialized countries push for educational innovation. He sees Information and Communication Technology (ICT) as enabling factor of this innovation. His line of reasoning is the following. Knowledge intensive economies have a need for modern professionals with new qualifications. These professionals have to be able to produce concrete business results, but need also to contribute to essential business knowledge, needed to survive in a highly competitive and changing environment. Knowledge creation is becoming part of working and is therefore not anymore the exclusive right of research institutions. In this light, universities as breeding place of modern professionals, need to redefine their role in much more fundamental ways than simply continuing old practices by modern ICT means. A new educational paradigm is needed, integrating learning, working and knowledge creation. Situation based learning environments may be the materialization of this new paradigm.
DOCUMENT
ICT is veel meer dan een hulpmiddel bij onderwijs en opleiding: zij provoceert een voortdurend nieuwe kijk op de essentie van leren en daarmee ook op het leraarschap. Opvallend is dat ICT in onderwijs penetreert nog voordat er enig model of theorievorming over haar bijdrage gevormd is; dat is pragmatisch en opportunistisch. Sterker nog: als we achteraf kijken naar hervormingen van onderwijsopvattingen, dan worden ze vaak aangedreven door technologische innovaties op dat moment: de entree van de boekdruk, telecommunicatie, computersystemen en virtuele realiteit. Binnenkort zullen we ingrijpende invloeden zien vanuit de biotechnologie, genetische modificatie, nanotechnologie etcetera. De huidige stap van laptop naar het veelkunnende mobieltje is er slechts één van de lange rij ICT-hulpmiddelen die er nog aan gaan komen. Als we de trend van ICT in onderwijs doortrekken, dan valt te verwachten dat 'mobiel leren' vooral zal leiden tot 'ubiquitous learning': overal- en voortdurend leren. Het begrip 'learning by heart' krijgt opnieuw betekenis: niet alleen het 'van buiten' leren, maar het opbouwen van een relatie met het onderwerp dat je bestudeert. De persoon van de docent wordt nog belangrijker dan hij nu al is. Mobiele communicatie gaat haar eerste vruchten afwerpen bij het 'voortdurend leren' van de docent. Het mobieltje en de on-line PDA gaan hierin een cruciale rol spelen. De Fontys lerarenopleidingen nemen met enthousiasme deze voortrekkersrol op zich. Het lectoraat Educatieve Functies van ICT begeleidt docenten en promovendi hierbij.
DOCUMENT
Parental involvement is a crucial force in children’s development, learning and success at school and in life [1]. Participation, defined by the World Health Organization as ‘a person’s involvement in life situations’ [2] for children means involvement in everyday activities, such as recreational, leisure, school and household activities [3]. Several authors use the term social participation emphasising the importance of engagement in social situations [4, 5]. Children’s participation in daily life is vital for healthy development, social and physical competencies, social-emotional well-being, sense of meaning and purpose in life [6]. Through participation in different social contexts, children gather the knowledge and skills needed to interact, play, work, and live with other people [4, 7, 8]. Unfortunately, research shows that children with a physical disability are at risk of lower participation in everyday activities [9]; they participate less frequently in almost all activities compared with children without physical disabilities [10, 11], have fewer friends and often feel socially isolated [12-14]. Parents, in particular, positively influence the participation of their children with a physical disability at school, at home and in the community [15]. They undertake many actions to improve their child’s participation in daily life [15, 16]. However, little information is available about what parents of children with a physical disability do to enable their child’s participation, what they come across and what kind of needs they have. The overall aim of this thesis was to investigate parents’ actions, challenges, and needs while enhancing the participation of their school-aged child with a physical disability. In order to achieve this aim, two steps have been made. In the first step, the literature has been examined to explore the topic of this thesis (actions, challenges and needs) and to clarify definitions for the concepts of participation and social participation. Second, for the purposes of giving breadth and depth of understanding of the topic of this thesis a mixed methods approach using three different empirical research methods [17-19], was applied to gather information from parents regarding their actions, challenges and needs.
DOCUMENT
Aan mij valt vanmorgen de eer te beurt deze lectorale rede uit te spreken. U verwacht van mij waarschijnlijk dat ik – als “hogeschoolbrede” Lector eLearning - het nu ga hebben over alle verworvenheden en geweldige mogelijkheden van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en wat die nu, en in de nabije toekomst, betekenen voor het onderwijs binnen Hogeschool INHOLLAND. Als dat zo is, dan moet ik U toch een beetje teleurstellen: ik ben natuurlijk wel enthousiast over de onophoudelijke stroom aan nieuwe ontwikkelingen op dit terrein, maar ik ben tegelijkertijd ook realist genoeg om te weten dat veel mensen enorme moeite hebben om de noodzakelijke praktische, emotionele en ideologische stappen die daar nu eenmaal bij horen, daadwerkelijk te zetten. Stappen die ze in staat stellen alle prachtige mogelijkheden ook werkelijk te benutten en daarmee het onderwijs te vernieuwen en te verbeteren. Begrijp me niet verkeerd: ik twijfel geen seconde aan Hogeschool INHOLLAND en haar eLearning-missie. Integendeel, ik ben hier komen werken, omdat ik geloof in de kracht en ambities van deze nieuwe instelling, om een bruisende leer- en werkgemeenschap te realiseren met optimale ICT-faciliteiten1 en goede ondersteuning in bijvoorbeeld onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg.2 INHOLLAND loopt voorop in haar streven naar en de realisatie van de inzet van ICT als motor voor didactische vernieuwing. Maar hier vindt, net zoals dat elders in onze “kennismaatschappij” noodzakelijk is, een geweldloze revolutie in doen en denken plaats om daadwerkelijk te komen tot onderwijs waarbinnen de student zélf zijn studie inricht en uitvoert, daarbij begeleid door docenten die als eTutoren weten hoe ze dat moeten doen. Over dat proces van eStudent tot Kenniswerker en over hoe INHOLLAND dan zal veranderen van opleiding- en ICT-gestuurd naar studentgeleid, wil ik het vandaag vooral hebben.
DOCUMENT
Er is behoefte aan mensen die bijdragen leveren aan de ontwikkeling van technische producten en processen. Onderwijs heeft de opdracht de technische geletterdheid van leerlingen te ontwikkelen en te zorgen dat ze zich prettig voelen bij het hanteren van techniek. Deze studie focust op de bijdrage die Mindtools hieraan leveren. Mindtools zijn op ICT gebaseerde leermiddelen die samenwerkend constructivistisch leren en hoger-orde (kritisch en creatief) denken stimuleren. Het begrip Direct Manipulation Environments (DME's), een subklasse van Mindtools, kenmerkt concrete leermiddelen zoals de microwerelden "Lego Mindstorms" en "Techno Logica". Deze microwerelden functioneren op basis van een materieel technisch model dat direct via een computer¬programma bestuurd wordt en taken kan uitvoeren (robots). De leertaak voor de leerling kan zich bewegen op het continuüm van het zelf programmeren van een kant-en-klaar materieel model dat bepaalde taken moet uitvoeren tot en met het zelf bedenken, bouwen en programmeren van een dergelijk model dat een of meer taken kan uitvoeren. Op grond van eerder literatuuronderzoek en een casestudie veronderstellen we dat het educatief toepassen van DME's bijdraagt aan de ontwikkeling van de technische geletterdheid van leerlingen. Hoewel definiëring van technische geletterdheid meer aandacht vraagt, zijn de volgende drie dimensies voor onze analyses bruikbaar gebleken: inhoud (zoals feiten, concepten, voorschriften), praktijk (het handelen, het materiële, doen en realiseren) en de cognitieve dimensie (denkvaardigheden en denkhoudingen). Het is aannemelijk dat door het toepassen van DME's domeinspecifieke concepten en kennis ontwikkeld wordt. Het denken van leerlingen is gekoppeld aan contexten en taken en moet niet geïsoleerd worden bestudeerd. We concentreren ons in deze studie vooral op onderzoek naar de dimensie van de denkvaardigheden en denkhoudingen (het denken van leerlingenduo's bij het oplossen van een probleemtaak) door het analyseren van de verbale interactie op kenmerken van kritisch - en creatief denken. Er is gebruik gemaakt van een Techno Logica leeromgeving bestaande uit een computer met software, een interface, bestuurbare materialen zoals lampjes en motors, en een zelfinstructie handleiding. Twee in complexiteit toenemende probleemtaken, ieder gebaseerd op een kant-en-klaar materieel model (Verkeerslicht en Reuzenrad), zijn gebruikt om de leerlingen besturingen te laten ontwerpen en testen. Dit proces werd op video opgenomen. We veronderstellen dat Techno Logica een bruikbare Mindtool is wanneer werken ermee bijdraagt aan technologische geletterdheid, in de zin dat er sprake is van probleemoplossen en hoger orde denken. Om dit te operationaliseren ontwierpen we een gestructureerd observatie-instrument op basis van het IOWA Integrated Thinking Model en de theorie over denkhoudingen (Costa, 2000). Hiermee werd het voorkomen en de diversiteit van denkvaardigheden en denkhoudingen in de verbale acties en interactie gescoord. Op basis van onze waarnemingen concluderen we dat veel interactie en handelen eerder geduid kan worden als uitingen van denken dan trial and error. Er zijn indicaties dat de leeromgeving en probleemtaken leiden tot ontwikkeling van expertise waardoor een nieuwe (moeilijkere) probleemtaak efficiënter en effectiever opgelost wordt. We vragen we aandacht voor de rol van de docent. We ervaren immers dat nieuwe leermiddelen niet gemakkelijk geadopteerd worden door leerkrachten.
DOCUMENT