Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder. Deze veroudering gaat vaak samen met inactiviteit, ongezonde voedingspatronen en gezondheidsproblemen die al op jongere leeftijd ontstaan. Dit leidt bij mensen met een verstandelijke beperking tot een groter risico op leeftijds- en leefstijlgerelateerde aandoeningen. Leefstijlverbetering is dus belangrijk! Maar welke leefstijlondersteuning past bij hen? In dit artikel gaan we hier op in.
LINK
Tijdens de landelijke KVLO-studiedag basisonderwijs op 9 november 2016 werd een workshop verzorgd waarin dieper werd ingegaan op de kaders van beweegstimulering binnen het basisonderwijs. De nadruk lag op hoe het enorme potentieel rondom basisscholen en vakdocenten LO via systeemdenken en systeemveranderingen een (nog) sterkere maatschappelijke rol kan vervullen om fysieke inactiviteit en zitgedrag bij kinderen tegen te gaan en beweging te stimuleren. Dit artikel beschrijft kernelementen die tijdens deze workshop zijn behandeld en geeft indicaties hoe een integrale aanpak in de schoolomgeving, waar bewegingsonderwijs en de vakdocent LO een belangrijk onderdeel van uit maken, bij kan dragen aan actievere kinderen.
DOCUMENT
Background: Health-enhancing physical activity (HEPA) promotion programs are implemented in sports clubs. The purpose of this study was to examine the characteristics of the insufficiently active participants that benefit from these programs. Methods: Data of three sporting programs, developed for insufficiently active adults, were used for this study. These sporting programs were implemented in different sports clubs in the Netherlands. Participants completed an online questionnaire at baseline and after six months (n = 458). Of this sample, 35.1% (n = 161) was insufficiently active (i.e. not meeting HEPA levels) at baseline. Accordingly, two groups were compared: participants who were insufficiently active at baseline, but increased their physical activity to HEPA levels after six months (activated group, n = 86) versus participants who were insufficiently active both at baseline and after six months (non-activated group, n = 75). Potential associated characteristics (demographic, social, sport history, physical activity) were included as independent variables in bivariate and multivariate logistic regression analyses.
DOCUMENT
Talloze studies tonen aan dat een fysiek actieve leefstijl bloeddruk, cholesterol en gewicht verlaagt, botten en spieren versterkt en het risico van hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type II vermindert. Bewegen kan dus worden gezien als een medicijn wat voor iedereen toegankelijk is.
DOCUMENT
In deze workshop komen het bevorderen van sportparticipatie en de rol van applicaties en wearables hierin naar voren. Met aandacht voor: apps voor hardlopers, apps voor inactieven, apps voor professionals en patiënten, ideeën voor de toekomst
DOCUMENT
Het is in dit rapport duidelijk geworden dat het probleem van (ongezonde leefstijl zoals onder meer) bewegingsarmoede bij kinderen uit de lage ses groepen erg complex is. Er zijn vele determinanten van (on)gezond gedrag. Het probleem wordt in Nederland en in de gemeente Den Haag onderkend en er zijn veel initiatieven (op beleids- en uitvoerend niveau). Een simpele oplossing bestaat niet. In de afgelopen decennia is geleidelijk een situatie ontstaan waarin de kans op een ongezonde leefstijl (inclusief lichamelijke inactiviteit) is toegenomen. Dit heeft zich geuit in een sterke toename van het aantal kinderen met overgewicht, een achteruitgang van de fysieke fitheid en de motorische ontwikkeling. Het is verleidelijk om de 'schuld' en het zoeken van de oplossing volledig bij de ouders en kinderen te leggen, dat is niet terecht. Er zijn wetenschappelijk gezien belangrijke aanwijzingen dat een structurele oplossing alleen gerealiseerd kan worden indien gewerkt wordt aan een integrale aanpak (Epode, JOGG) en aan een gecoördineerde samenwerking waarin maatregelen op de volgende niveaus worden genomen: - landelijk - gemeentelijk - stadsdeel/wijk - school - gezin - individuele personen ( http://www.drjamessallis.sdsu.edu/). Het bereiken van het gewenste resultaat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Binnen een integrale, goed gecoördineerde aanpak, moeten gerichte keuzes worden gemaakt en de omgeving (fysiek en sociaal) moet 'beweegvriendelijk' zijn. Ook moet er gebruik worden gemaakt van interventies die bewezen effectief zijn. De oplossing schuilt niet in het aanbieden van meer interventies en maatregelen, maar in de inzet van gecoördineerde, effectieve en gerichte maatregelen. Het 'schot hagel' moet worden vervangen door het 'precisieschot. ' De focus moet liggen op het vergroten van de zelfredzaamheid en het zelfmanagement van kinderen en ouders en het creëren van de ideale voorwaarden en omstandigheden om dit te bereiken.
DOCUMENT
Fysieke activiteit wordt vaak gezien als een belangrijke manier om overgewicht onder kinderen tegen te gaan. Regelmatig wordt daarbij ook het bewegingsonderwijs een rol toegedicht. Elke dag gylmles zou een van de manieren zijn om overgewicht te verminderen of te voorkomen bij kinderen. Maar heeft fysieke activiteit wel zo veel invloed? En zo ja, biedt de gymles dan de juiste vorm van activiteit? Of is gymles misschien in staat om het bewegingsgedrag buiten de lessen gezonder te maken?
DOCUMENT
Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder. Deze veroudering gaat vaak samen met inactiviteit, ongezonde voedingspatronen en gezondheidsproblemen die al op jongere leeftijd ontstaan. Dit leidt bij mensen met een verstandelijke beperking tot een groter risico op leeftijds- en leefstijlgerelateerde aandoeningen. Leefstijlverbetering is dus belangrijk! Maar welke leefstijlondersteuning past bij hen? In dit artikel gaan we hier op in.
MULTIFILE
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
Onderzoek wijst uit dat veel mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) een ongezonde leefstijl hebben (waaronder ongezonde voeding, inactiviteit en roken). Zij hebben ook vaak één of meerdere lichamelijke aandoeningen (comorbiditeit of multimorbiditeit). Vaak speelt ook langdurige medicatiegebruik dat initiatieven tot gezonder gedrag belemmert. De zorg voor deze patiëntengroep is minder toegankelijk. Hulpverleners kunnen pessimistisch zijn over de effecten van een leefstijlbevorderde aanpak. Hierdoor blijft de aandacht voor een gezonde leefstijl bij mensen met EPA achter bij wat wenselijk en mogelijk is. Gerichte leefstijlinterventies kunnen de risicofactoren voor veel voorkomende lichamelijke aandoeningen gunstig beïnvloeden. Vanuit de principes van shared-decision-making in samenwerking met de patiënt kunnen professionals in de ggz (huisartsenzorg inclusief POH-ggz, generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) lichamelijke aandoeningen herkennen en een gezonde leefstijl bevorderen. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en het uitvoeren van leefstijlinterventies bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Mede auteurs: Ronald van Gool, Sonja van Hamersveld, Merlijn Bakkenes, Anneriek Risseeuw, Titia Feldmann, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Matthijs Rümke, Evelyn SlootsJongen, Ingrid van Vuuren, Maarten Bak, Katie Dermout, Marieke van Piere, Digna van der Kellen, Paul de Heij, ichard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl).
MULTIFILE